Gevallen van cholera en pokken kwamen niet voor, malariaziekten weinig, terwijl beri-beri niet ter observatie kwam.

Venerische ziekten schijnen onder de bevolking niet zeer verspreid te zijn.

De polikliniek werd, evenals vorige jaren, slechts zeer matig bezocht; de pogingen om haar meer in het centrum der bevolking te verplaatsen, hebben geen gunstig gevolg gehad, zoodat zij op de oude plaats, het Militair Hospitaal, is gebleven.

Sintaug. Bevolkingssterkte: Europeanen 36, Dajaks en Maleiers 91242, Chineezen en Vreemde Oosterlingen 2673.

De regenval bedroeg 3514 in. M. in 200 regendagen.

De gezondheidstoestand was bevredigend; alleen in de laatste 3 maanden, d. i. gedurende den regentijd en met den hoogen waterstand van de Kapoeas, kwamen koortsgevallen voor, waarvan 7 gevallen malaria bleken te zijn, de andere betroffen influenza en bronchitis.

Één Dajak in de gevangenis overleed aan typhus abri o m i n a 1 i s.

Er werden 275 zieken poliklinisch behandeld.

Singkawang. Bevolkingssterkte: als vorig jaarverslag.

Van April tot Juni kwam een endemie voor van typhus

abdominalis.

In het begin van den regentijd had Singkawang enkele dagen met een groote muskietenplaag te kampen. Ruw geschat kwam 1 anopheles voor op 30 andere muskieten.

Malaria kwam voornamelijk voor bij Dajakkers en Chineezen, die in de buurt van de sawahs wonen.

Pokken kwamen veel voor, doch is het sterftecijfer betrekkelijk laag en iets meer dan 8°/0; er stierven namelijk 30 van de 369 aangetasten.

Groote plagen voor de Dajak-bevolking zijn ingewandswormen, scabies en tinea imbricata.

Dit jaar werd te Singkawang een kliniek geopend door den Officier van Gezondheid aldaar, bekostigd uit vrijwillige