maal verloopen, en met goede gezichtsscherpte is P. vertrokken.

Een droevig geval was dat van expulsieve bloeding bij cataractoperatie.

Mevr. J. M. van Batavia kwam den 8sten juli onder behandeling; zij verhaalde ons, dat het rechter oog sedert het begin van het jaar 1908 ziek werd. De ziekte begon met hevige oog- en hoofdpijnen aan de rechterhelft, gepaard met gestadige gezichtsvermindering. Zij zag toen regenboogkleuren om de vlam. In den laatsten tijd ziet zij met het rechter oog haast niets meer, en krijgt af en toe nog een drukkend gevoel in de rechter oogkas, en neuralgische pijnen aan het rechter voorhoofd. Een der geneesheeren te Batavia, wien zij geraadpleegd heeft, ried haar aan hierheen te gaan.

Patiente is 49 jaar oud, tenger gebouwd en zwak. Zij vroeg ons haar te willen verlossen van die herhaaldelijk terugkomende hoofdpijnen.

Bij onderzoek bleek, dat zij op het rechter oog een chronisch glaucoom heeft met secundaire cataract; het hoornvlies is minder gevoelig met diepe troebelheden en zanderig bekleedsel. De troebelheden liggen meer in de breedte, welke eenigszins doen denken aan bandkeratitis; de voorste oogkamer ondiep, de pupil zeer wijd, de iris atrophisch met grijsachtige, atrophische verkleuringen en reageert geheel niet. De lens is geheel sneeuwwit, troebel; tensie normaal. V '/2 M. handbeweging; gezichtsveld met vlam onderzocht, is aan de nasale zijde beperkt.

Daar het oog nog lichtperceptie heeft, ook met het oog op het chronische glaucoom, wordt voorgenomen de lens eruit te halen met groote breede iridectomie.

Den 9en juli wordt de operatie onder plaatselijke anaes-