In het volgende geval bleef de doodsoorzaak in het onzekere. K., Inlander, oud + 30 jaar, uit Solo; den 27 Februari 1910 gebeten door denzelfden hond, die pat. No. 2 beet. Aan rechter hand een oppervlakkig schrammetje, dat door krabben met den poot zou ontstaan zijn; niet gecauteriseerd. Onder behandeling gekomen 4 Maart. Volgens bericht van een Inlandsch hoofd zou patiënt den 26 Maart d. a. v. de volgende verschijnselen hebben vertoond: sakit panas (koorts), sakitnja poenja adat seperti andjing, menggigit-gigit kajoe baleh-baleh atau lain-lainnja (patiënt zou gedaan hebben als een hond;' in het hout van zijn slaapplaats hebben gebeten), en den 27 Maart zijn gestorven. Patiënt werd tijdens zijn ziekte niet door een geneesheer gezien.

Alle 5 patienten, (het onzekere geval niet mede gerekend) die kwamen te sterven binnen den tijd, dat van de behandeling succes kon worden verwacht, waren kinderen. Vier ervan hadden ernstige gezichtswonden, en één vrij diepe wondjes aan den onderarm.

Sterfgevallen aan In het afgeloopen jaar werd ons één hondsdolheid van geval bekend van iemand, die niet niet behandelde aan het Instituut-Pasteur behandeld, personen. aan hondsdolheid is gestorven. Dit betrof een Europeaan, die in het Hospitaal te Tjimahi aan genoemde ziekte stierf, en bij wien wij door hersenonderzoek in staat waren met zekerheid de diagnose te stellen. Verrichte secties op In het geheel werden 94 secties vervan dolheid ver- richt, en wel op 90 van dolheid dachte dieren. verdachte honden, 2 katten en 2 apen. Als bijzondere afwijkingen werden bij de secties gevonden:

In 41 gevallen ankylostomum duodenale, „ 20 „ taeniae „8 „ filaria imitis « 7 „ spiroptera sanguinolenta „7 „ ascariden.