mij bepalen met op calciumchloride als therapeuticum bij zwartw. koorts te wijzen.

Het verdwijnen van het bloed uit de urine, bijna onmiddellijk na het toedienen van CaCl2 oplossing, heeft bij mij de neiging doen ontstaan om aan te nemen, dat die snelle en heilzame werking, die o.a. ook Vincent en Bellet zoozeer roemen, aan de antihaemolytische werking van chloorcalcium mag worden toegeschreven; het is daarom, dat ik meen nogmaals de aandacht te mogen vestigen op dat niet zoo algemeen bekend therapeuticum in de behandeling der zwartwaterkoorts.

Medan, October 1910.

Hospitaal der Deli Maatschappij