Onderzoek met de reactie van Widal bij 120 politiegestraften,

DOOR

A. A. HULS HO FF, arts.

In October en November 1911 deed ik in het Stadsverband te Batavia eenige onderzoekingen met de reactie van Widai.

Aanvankelijk lag 't in de bedoeling, de reactie toe te passen bij de meest verschil lende koortsende zieken, om uit te maken of er misschien verborgen typhoïden onder waren. Mijn materiaal bestond toen in hoofdzaak uit dwangarbeiders uit het dwangarbeiderskwartier op Glodok, voor 't grootste gedeelte, zoo niet alleen afkomstig van buiten Batavia. Het resultaat was, dat van de 30 onderzochten slechts één een zeer zwak positieve reactie van Widal vertoonde (+ 1: 50).

Hierna werd het onderzoek voortgezet bij Inlanders uit Batavia, m.n. gezonde politiegestraften, die dan voor het onderzoek een dag in het stadsverband werden opgenomen.

Bij liet eerste zestigtal onderzochten gebruikte ik een bouilloncultuur van 24 uur oud; bij liet tweede zestigtal werd gebruikt een twee uur oude bouilloncultuur, geënt uit een 24 uur oude agarcultuur. Het onderzoek werd dan verricht na twee uur laten staan bij kamertemperatuur.

Bij dat tweede zestigtal werd, naast het typlms-onderzoek, op dezelfde manier ook de agglutinatieproef verricht met een paratyphuscultuur B. De gebruikte culturen waren afgeënt van stammen, afkomstig uit het geneeskundig laboratorinm alhier.

De positieve gevallen laat ik hieronder volgen, waarbij ik de in de eerste reeks onderzochten, (dus met een 24uur oude bouilloncultuur en zonder gelijktijdig paratyphusonderzoek) met (1) gemerkt heb.