materiaal niet te verliezen, behoort het grootste gedeelte der 147 pestvrije huizen tot huizen die bij en om pesthuizen gelegen waren, en wel 128 van de 147 onderzochte.

1°. In de 82 pesthuizen werden gevonden 98 doode en 42 levende ratten, dat is dus 1,2 doode ratten per huis. 2°. In de 128 belendende huizen werden 66 doode ratten

aangetroffen: d. i. 0.52 doode ratten per huis. 3°. In de resteerende 19 huizen uit pestvrije dessa's werden 3 doode ratten aangetroffen dat is 0.16 doode ratten per huis.

Ook uit het huisonderzoek in mijn district blijkt dus een verhoogde rattensterfte in de besmette en in de nabijheid daarvan gelegen huizen.

Bij dit huisonderzoek kwam, evenals voor K. Tengah, een opvallend groote rattensterfte aan het licht in dessa Djeroek.

Bij het onderzoek van 15 pesthuizen werd in 4 huizen niets gevonden, in de 11 overige pesthuizen 39 doode ratten en 2 levende. Gemiddeld dus op 15 pesthuizen 39 doode ratten of 3,6 rat per huis.

In verband hiermede wil ik even het bericht van mijn opvolger, collega Ligtenbelt, memoreeren, dat na mijn vertrek juist deze dessa Djeroek nog een der meest geteisterde dessa's is geworden.

Kon dus door ons in vele gevallen een samengaan van menschen- met rattenpest worden aangetoond, niet altijd was zulks het geval. Ook was ons onderzoek dikwijls negatief. In vele gevallen toch konden bij het huisonderzoek geen zieke of doode ratten, noch in het pesthuis zelf, noch in de omringende huizen worden gevonden. Nu zegt een positief resultaat hierin wel meer dan een negatief, maar toch kan men hieraan niet alle waarde ontzeggen, temeer wanneer het onderzoek geschiedde door hetzelfde geschoolde personeel, in en door de praktijk met het onderzoek goed vertrouwd geraakt.