de jaren 1880—90. Tegenwoordig is liet een vrijwel vaststaand feit, dat verschillende stammen van dezelfde mikrobensoort vooral in biologische eigenschappen zeer veel van elkaar kunnen afwijken, dat eigenschappen, die de mikroben kort na haar isolatie vertoonden, verloren kunnen gaan, terwijl andere eigenschappen verworven kunnen worden.

Een ieder, die zich b.v. met de studie van pathogene mikroben bezig houdt, kan zich er al zeer spoedig van overtuigen, dat de vorm waaronder zich een bepaalde mikrobe aan ons voordoet, niet steeds dezelfde is. Zoo moet b.v. de pestbacil zich volgens de klassieke beschrijvingen voordoen als een plomp, bipolair gekleurd staafje. Maar de pest-, bacillen vertoonen niet alleen op bepaalde voedingsbodems^ maar ook in het lichaam van sommige pestlijders, zoo b.v als zij afkomstig zijn uit oude veretterde bubones of uit in rotting verkeerende cadavers, allerlei grillige, zgn. involutievormen, waaruit men alles, behalve pestbacillen zou kunnen herkennen.

Verder is nog door Baerthlein ') aangetoond, dat choleravibrionen zich nu eens kunnen voordoen als slanke, gelijkmatig gekleurde komma's, de typische Koch'sche vibrio dus, dan weer als korte, dikke, bipolair gekleurde staafjes, die slechts weinig gekromd zijn. Er zou twijfel kunnen rijzen aan de juistheid dezer waarneming, maar de atypische choleravormen werden door een specifiek serum zeer specifiek, precies als een typische Stam geagglutineerd en hadden met choleravibrionen ook alle andere biologische eigenschappen gemeen.

Veel belangrijker dan deze verschillen van vorm zijn de schommelingen in de biologische eigenschappen.

*) Ueber Mutationserscheinungen bei Bakterien. 5e- Tagung der freien Vereinigung für Mikrobiologie in Dresden. Centralbl. f. Bakteriol. Ref. 1911 No. 50 p. 128—134.