die met de salvarsanbeliandeling zoowel hier als elders verkregen zijn, rechtvaardigen de conclusie, dat van een goede antisyphilitische therapie het salvarsan een onmisbaar bestanddeel vormt.

Nog een enkel woord over de gevaren aan de intraveneuse salvarsanbeliandeling verbonden. De ervaring heeft geleerd, dat er, niettegenstaande alle mogelijke voorzorgen, toch gevallen niet doodelijken afloop in aansluiting aan de behandeling met salvarsan kunnen voorkomen. Zij zijn echter buitengewoon zeldzaam. De groote meerderheid van de tot nu toe beschreven gevallen met doodelijken afloop, is toe te schrijven aan technische en andere fouten. Dit is door Ehrlich nauwkeurig nagegaan.

Het spreekt dus van zelf, dat men, vooral bij een salvarsanbeliandeling op grootere schaal, alle denkbare voorzorgen in acht zal nemen, om niet op een onverwacht oogenblik door ernstige complicaties te worden verrast.

Allereeist moet men alle fouten in de techniek vermijden; het gedestilleerde water, dat men voor de oplopssing gebruikt, moet steriel zijn opgevangen, men moet de klaargemaakte oplossing niet lang laten staan, zorgen voor een nauwkeurige asepsis en den patiënt niet ambulant behandelen.

Vooral verre reizen en sterke lichamelijke inspanning na de injectie kunnen een zeer nadeeligen invloed uitoefenen. Ook moet men alleen dan injiceeren, wanneer de patiënt zich geheel wel voelt. Heeft hij temperatuursverhooging tengevolge van een of ander pathologisch proces, dat niet 1 uetisch is, dan is het beter de injectie uit te stellen, tot dit genezen is.

Van groot belang is het nauwkeurig stellen van de indicatie tot behandeling. Absolute contra-indicaties komen, zoolang tenminste het bestaan van een idiosyncrasie nog niet bewezen is, waarschijnlijk niet voor. Pathologische afwijkingen van de groote organen zijn relatieve contra-indicaties. Bij aandoe-