waarin de klacht ontbrak. Het symptoom heeft natuurlijk veel vaker bestaan, maar is niet genoteerd, deels omdat de patienten ons vaak niet verstonden, deels omdat er niet altijd bepaald naar is gevraagd. Ik geef hier die qijfers 28 en 6 eenvoudig als verhoudingsgetallen, die een denkbeeld geven van de frequentie van het symptoom.

Onze patienten waren allen volwassen mannen, van zeer verschillenden leeftijd, doch voor het meerendeel in de kracht van hun leven; nauwkeuriger opgaven zijn van deze Inlanders, die hun eigen leeftijd niet kennen, niet te geven. De algemeene voedingstoestand was in het algemeen niet schitterend; een groot deel was bepaald anaemisch; toch kwamen er ook zeer goed gevoede, flink gebouwde personen onder voor; in één woord, hef waren dwangarbeiders. De groote meerderheid had vroeger aan malaria geleden.

De pols was altijd versneld, meestal in overeenstemming met de temperatuur, doch in zware gevallen frequenter. Waar hij bij voortduring boven 120 bleef, was de prognose ernstig ; ik moet hier evenwel opmerken, dat ik een patiënt heb (zien genezen, wiens polsfrequentie dagen lang schommelde tusschen 120 en 140, en bij wien zelfs eenmaal 150 werd geteld.

De tong was zeer verschillend van uiterlijk; in lichte gevallen vrij normaal of beslagen, kon zij in de zware droog, zelfs fuligineus worden.

Van het temperatuur v.erloop kan het volgende worden medegedeeld, waarbij echter rekening is te houden met het feit, dat met enkele uitzonderingen de eerste ziektedagen in de waarneming ontbreken. Van het koortsverloop dan, voor zoover het is geobserveerd, valt op te merken dat een absoluut zuivere continua, zooals die volgens de klassieke beschrijving behoort te worden aangetroffen, bij ons hoogst zelden ia gezien. In hoofdzaak werd zij gevonden bij de zware gevallen. Veel meer zag men curven, waarbij het continue koorstype een enkele maal werd onderbroken door een sterke remissie of een intermissie, welke curven in de