Wat de verdeeling der pneumonieën over de verschillende kwabben aangaat, kom ik tot cijfers, di^ sterk afwijken van wat dienaangaande in Europa werd gevonden. Dit komt het best uit, door de percentages van een statistiek van 1501 gevallen, die door Aufrecht ') is gepubliceerd, naast de. bovenaangegeven, eveneens in procenten uitgedrukte resultaten te plaatsen:

Dwangar-

Aufrecht. beiders.

Rechter bovenkwab. ... 9,6 j 12,1 \

„ middenkwab ... 2,3 / 11,4/

„ onderkwab. . . . 22,6 52,0 12,9 59,0

„ long twee kwabben. 7,51 17,3\

„ geheel. ... 10.-] 5,3/

Linker bovenkwab .... 3,9 ) 6,1 i

„ onderkwab .... 24,8 35,4 16,7 24,3

„ long geheel. ... 6,7 ) 1,51

Beide longen 12,6 { 12,6 16,7 { 16,7

100. | 100. 100. | 100.

Men vindt voor Europa vrij algemeen aangegeven, dat toppneumonieën hoofdzakelijk voorkomen bij oude, decrepide individuen en bij potatoren. Dit geldt voor onze dwangarbeiders absoluut niet. Potatoren komen er zoo goed als niet onder voor, en het waren volstrekt niet alleen de oudjes, die de ontsteking in de bovenkwab gelocaliséerd hadden. Of opium hier een rol speelt, kan ik niet beoordeelen; waarschijnlijk komt mij dit echter niet voor.

Bespreken wij in aansluiting hieraan thans de prognose der verschillende localisaties, dan is het niet wel mogelijk, hiervan een geheel juist denkbeeld te vormen, omdat sommigen der overledenen complicaties vertoonden, die zelvo doodsoorzaak konden zijn, dan wel de levenskan-

1. c.