Voor de geheele afdeeling bereikt het percentage trypanosomendragers in Maart een maximum (37%), om dan langzaam te dalen tot Juli en dan weer te stijgen tot het einde der waarnemingsperiode. Met geringe afwijkingen zien we iets dergelijks ook in de districten. Vergelijkt men deze cijfers met de vlooiencijfers (tabel n°. 4), dan ziet men dat in Ngantang de curven der vlooien- en trypanosomencijfers vrij wel parallel gaan (curve n°. 7). Neemt men echter een pestdistrict (bijv. Senggoeroeh) dan ziet men dat dit volstrekt niet het geval is (curve n°. 8).

Nog op een andere wijze wordt deze discordantie merkbaar, nl. wanneer men voor een pestvrij district (Ngantang) en voor een pestdistrict (Senggoeroeh) het percentage der trypanosomen- en vlooiendragende ratten bepaalt en de eerste waarde door de laatste deelt (zie tabel n°. 16). Men ziet dan dat deze breuk T/V in Ngantang schommelt tusschen 0.8 en 1.4, in Karangloo tusschen 0.6 en 0.3, in Senggoeroeh

TABEL N°. 16.

... . . , , % Trypanosomendragers (T)

Waarde der breuk 0/——x—^ —

/o vlooiendragers (V).

voor Ngantang, Karangloo en Senggoeroeh.

1912 Ngantang. Karangloo. Senggoeroeh.

• P 2-? -P 2~ .P

Maand. T. ■§> T. "g> T.

•*" fe s m — •*- £ £ u —

-5 £? > oi V. ,= ao >5: V. .om ><u V.

= E _=M =« 0 & =£ = M ° I T3 "O ®"~

Februari 28 26 1.1 28 80 0.4 42 40 1.1

Maart 37 26 1 4 37 63 0.59 37 56 0.66

April 27 33 0.8 40 70 0.57 25 53 0.47

Mei 26 25 1.0 32 76 0.4 — — —

Juni 29 27 1.1 24 69 0.3 12 61 0.3

Juli 24 — — - — — 26

Augustus 29 32 0.9 — — — — — —

September 30 33 0.9 — — — — — —

October 30 34 0.9 — — — — — —