De reis om de wereld door eenige zonen Albions, waarbij door hen in de hoofdplaats der Oost-Indische Compagnie ervaringen zijn opgedaan, die op hun imperialistische neigingen blijkbaar verkoelend hebben gewerkt, was volbracht in de jaren 1768 70.

Indien hun ervaringen op juiste waarneming hebben berust, valt daaruit af te leiden, dat omstreeks 1 'ƒ2 eeuw geleden de hygiënische verhoudingen te Batavia veel te wenschen hebben overgelaten.

In het boek van Stavorinus wordt dit trouwens als een axioma aangenomen. Nu eens spreekt hij kortweg van „Batavia, de allerongezoudste plaats", elders weidt hij uit over de 001 zaken, waarom deze stad „in ongezondheid „boven andere plaatsen, onder die zelfde luchtstreek gelegen, „uitmunt"; dan weer gewaagt hij van den invloed, diende ongezonde lucht hier, in tegenstelling met andere plaatsen en landen „onder de zoogenaamde verzengde luchtstreek", op de menschen uitoefent. De meesten hunner, en zelfs „vele rijken, die men oordeelen zou dat reeds het toppunt „hunner wenschen bereikt hadden, hebben iets in hun gelaat, „dat naar het onvergenoegde en droefgeestige zweemt". Hij heeft ook bij zich zelf ondervonden, dat hem „al zeer „dikwijls die opgeruimdheid van gemoed en vroolijkheid „ontbrak, die ik weleer in andere gewesten bij my ontwaarde; „en niet alleen dit, maar men krijgt, 11a men zich hier „eenigeu tijd heeft opgehouden, een zekeren trek tot werkeloosheid en rust, die de vermogens meer en meer verstompt, „en de gestellen verzwakt, dat veelal door een verveling „van alle werk gevolgd wordt".

In een andere reisbeschrijving uit ongeveer den zelfden tijd, die van B". Von Wollzogen '), lezen wij de verzuchting: „Am 21 November 1790 gingen wir endlich au Bord

*) „Briefe des Herrn Von WuRMB und des Herrn Baron VON WoLLZOOtiN auf ihren Reisen nach Afrika und Ostindien in den Jaliren 1774 bis 1792." Gotha, 1794, bei C. W. ESTINGER. Blz. 405.