waarop Gessner opmerkzaam gemaakt heeft, en waartegen dikwijls gezondigd wordt, dat in tegenstelling tot de therapeutische abrasio, waarbij dit in den regel niet noodig is, ook het cervixslijmvlies aan de abrasio onderworpen moet worden en dus de streken van de curette gaan van den fundus tot het ostium externum, opdat cervicale afwijkingen niet over het hoofd worden gezien.

Ten derde: Het materiaal moet zorgvuldig opgevangen worden. Het best gebruikt men daarvoor het speculum van Henkel, waar aan het handvat een zeefvormig doorboorde bak is bevestigd, doch men kan ook van een gewoon speculum gebruik maken, waarbij het materiaal in een onder den steel gehouden bakje wordt opgevangen. Men moet echter zorgen, dat er niets verloren gaat. In enkele gevallen wordt de diagnose macroscopisch al waarschijnlijk, als men bij het materiaal witte of geelwitte, ondoorzichtige weefselbrokken vindt. De endometritische membranen zijn makkelijk stuk te drukken, glazig en doorzichtig.

In tegenstelling van vroeger, waarbij het materiaal gewasschen werd, om het overtollige bloed te verwijderen en waarbij dikwijls stukken die van belang waren, verloren gingen, wordt nu, in navolging van Carl Ruge, alles met bloed en al dadelijk in absoluten alcohol of alcohol van 96°/o gedaan en aldus voor het onderzoek bestemd.

Het bloed slaat grootendeels neer en de stukken kunnen na eenige uren uitgezocht worden. Na met verschillende fixatie-vloeistoffen behandeld te zijn, geschiedt de insluiting het liefst in celloidine en het kleuren, eenvoudige kernkleuring, met aluinkarmijn of haemaluin.

Gessner vond in de Berlijnsche vrouwenkliniek bij streng gecontröleerde gevallen, dat het microscopisch onderzoek altijd klopte met den ziektetoestand van liet geëxtirpeerde orgaan. (Mikroskopische demonstraties van een chorionepithelioom en een adenocarcinoöm in situ in den uterus en daarnaast het mikroskopische beeld van het proef-