curettementmateriaal, dat aanleiding gaf tot de extirpatie).

Om U verder te demonstreeren, hoe duidelijk en zeker in de meeste gevallen aan dit materiaal de diagnose gesteld kan worden, zijn er twintig praeparaten van eenige typische ziektebeelden van het uterusslijmvlies onder het microscoop ingesteld, daaronder verschillende vormen van carcinoom en de overgangen van het adenoma malignum in adenocarcinoom. De respectievelijke diagnosen zijn daarbij aangegeven. Er komen echter gevallen voor, waarbij men verplicht is, de abrasio een of meer malen te herhalen en wel in die gevallen, waarbij het microscopisch onderzoek negatief is en de symptomen toch blijven bestaan; dan is het nl. mogelijk, dat de plaats, waar de tumor zit, niet in aanraking is geweest met de curette, of de tumor heeft, zooals dikwijls in den cervix het geval is, zich primair in het subnuiqueuse weefsel ontwikkeld, om eerst later in het cavum door te breken. Zoo'n tumor kan door voorafgaande hyperaemie van het slijmvlies toch aanleiding geven tot bloedingen. In zulke gevallen kunnen wij natuurlijk eerst 11a den doorbraak microscopisch de diagnose stellen. Indien er dus verdachte symptomen blijven bestaan, zijn wij verplicht, de patiente na plus minus drie weken aan eene herhaling van het procédé te onderwerpen. Soms kan ook het microscopische beeld eene herhaling noodig maken, vooral als het er om gaat, om uit te maken, of we met een beginnend adenocarcinoom te doen hebben.

Het komt nl. voor, dat wij van enkele klieren de epitheliën intensiever gekleurd vinden met verschillenden kernstand, zonder dat er daarom nog sprake is van een duidelijke atypie of woekering, of dat op plaatsen, te midden van het beeld van eene endometritis fungosa, de epitheliën in meer dan één rij staan met geringe structuur-veranderingen, zonder dat wij zeker kunnen uitmaken of dat afhankelijk is van een beginnend carcinoom of van een schuine snee of artefact.

In zulke gevallen, waar het microscopisch onderzoek