10.7 8 maal dun met slijm. Emetine Gewicht 59 K.G.
11 5 „ id.
12 4 „ dikke brij.
13 3 „ dun.
14 4 „ dun.
15 2 „ dun.
17 61 „
18 1 „ geb. Verder eenmaal daags soms geb.,
soms bryachtig.
19 Stop emetine.
20 62 „ 27 1 „ brij. Tweede emetinekuur.
Van af 7/8 doorloopend normale ontlasting „ 63 „
15.8 uit.
Was 12.12 volkomen gezond.
17. G. Eur. fus. In 1909 eerste aanval. 11 Juni 1913 tweede; behalve veel entamoeba tetragena ook veel strongyloides stercoralis. Eerst behandeld met snif. magn., later jodoformlavementen.
237 7 maal dun met slijm.
24 10 „ id. id.
25 10 „ dun met pus.
26 6 „ dun met bloed en slijm. Emetine.
27 4 „ dun.
28 2 „ scybala en dun.
20 1 , geb.
Verder normale ontlasting.
3.8 S t o p e m e t i n e.
12 Tweede emetinekuur.
3.9 uit.
Was 12.12 volkomen gezond.
18. d. J. Eur. cavalerist. In 1909 en 1910 voor „buikziekte" verpleegd. 24 Juli 1913 weer binnengekomen; sedert een maand dysenterie.
26.7 4 maal dun met bloed en slijm.
27 12 „ gistend.
29 2 „ dun met pus
30 Emetine.
31 5 „ dun met slijm.
1.8 2 „ dunne brij.
2 1 . id.
3 1 „ scybala met slijm.
4 1 „ scybala.