leende positie genoodzaakt, ontslag te nemen. In hetzelfde j ar keert hij dan ook weer naar Europa terug.

Voor ’s=Lands Plantentuin is Ha s s ka r I’s arbeid van zeer gro.ae beteekenis geweest. Hij heeft de wetenschappelijke fundamen n van dit instituut gelegd, dat over de geheele wereld als voorbe ld vaneen botanische, wetenschappelijke inrichting zou gelden. In ander opzicht heeft Hasskarl bovendien aan Nederl id groote diensten bewezen. In het begin der zeventiende eeuw, na de ontdekking van Amerika, was kinabast naar Europa gebra ht en als geneesmiddel meer en meer gewaardeerd. Toen even el dein het wild in Zuid*Amerika voorkomende kinaboomen d or roofbouw steeds zeldzamer werden, trachtten Engeland en Era .k* rijk omstreeks 1850 zaden en plantjes te verkrijgen, om daar* mede een aanplant van kinaboomen tot stand te brengen. Deze pogingen mislukten aanvankelijk. Ook de Nederlandss're regeering vatte het plan op, een reis naar Zuid*Amerika te doen ondernemen ter verzameling van zaad en plantjes van Cinchona* soorten. Hasskarl werd daarmede in Juni 1852 belast. In No* vember zou hij op reis gaan, doch ineen Duitsch blad werd het plan ruchtbaar gemaakt en Hasskarl’s naam genoemd. <u was het gevaar ontstaan, dat de regeering van Peru Hasskarl inde uitvoering van zijn opdracht zooveel mogelijk zou hinder n. Hasskarl stelde daarom voor, onder een anderen naam te reizen en zoo vertrok hij op .4 December 1852 uit Den Haag, voor* zien van passen op naam van J. K. Mu 11 er. Den 31 Januari 1853 kwam hij na een reis over Westdndië en de landengte van Panama te Callao aan. Den 28sten Juni vond hij te Monobamba de eerste kinaboomen. Den 12den Juli bereikte hij het eigenlijke kinagebied te Huancayo en Uchubamba. Van daaruit zond hij zijn helpers om alle soorten bloeiende takken en vruchten te ver* zamelen. Hier verzond hij een kistje met duizenden zaden en 59 levende plantjes van verschillende Cinchona’s via Panama naar Nederland. Dooreen misverstand evenwel bleven de plantjes 5 maanden in Panama staan, zoodat zij daar stierven. Na deze verzending reisde Hasskarl zuidelijk naar Huanta en Sandia, waar hij ook verscheidene kinasoorten verzamelde, waar* onder de later zoo bekend geworden Cinchona calisaya, W e dd. Evenwel bleek hier, dat de juiste tijd voor inzameling verstreken was, daar de vruchten reeds opengesprongen waren en het zaad verstrooid. Hasskarl dus gedwongen het volgend jaar af te wachten en zoo reisde hij naar Zuid*Chili en keerde in Maart 1854 naar Sandia terug, waar hij thans de verlangde zaden en plantjes bijeen bracht. Intusschen was het doel van zijn reis be* kend geworden en werd alles gedaan om te beletten, dat Ha s s* ka r 1 met zijn materiaal Peru verliet. In verband met deze moei* lijkheden zond de Nederlandsche regeering een oorlogsschip naar de Peruaansche wateren, om Hasskarl met zijn zaden en planten

420