en acidum nitrieum op phillyrine en phillygenine verkregen, zijnde volgende: Phillyrine C 54 H34 022 Phillygenine C 42 H24 012 Dichlorophillyrine C 54 022 Dichlorophillygenine C 421 Cl2 012 Dibromophillyrine Cg4H328r2 022 Dibromophillygenine C 421 Br2 012 Nitrophillyrine C 34 H33 (NO4) 022 JSTitrophillygenine C 42 H2S (NO4) Ot2 Dinitrophillyrine 034 H32 (NO4) 022 Chloronitrophillygeuine C 42 H23 (NO4) 0,2 Bromonitrophillyrine C 54 H32 (lsrO4) OS20S2 Bromonitrophillygenine C 42 H22 (NO4) 012 {Gompies rendus. Tom. LI, pag. 368). Over de etherische olie van Pinus Pumilio Hank e; door Carb. H. Micolasch. De vlugge olie der Abietinae zijn reeds dikwijls bet onderwerp van uitvoerige onderzoekingen en analysen geweest, doch geen derzelven is zoo veelvuldig en met grooter uitvoerigheid behandeld geworden, als die, welke onder den naam van terpentijnolie inden handel voorkomt. Vooral hebben zich daarmede bezig gehouden Ïïouton-Labillardière, de Saussure, E. ïïermann, lire, Oppermann, Dumas, Capitaine en Soubeiran, Deville, Wiggers, Wöhler, Blanchet en Sell, Schönbein, Berthelot en anderen. Eerst was men het zeer oneens over de zamenstelling der terpentijnolie; zoo vond bij voorbeeld Saus sur e daarin stikstof; Ure en Oppermann zuurstof. Dumas nam de verhouding der in deze olie vervatte kool- en waterstofatomen als 15 : 8 aan en verklaarde, dat de verschillende terpentijnsoorten ook verschillend zamengesteld waren en eenige daarvan ook zuurstof bevatten. In het jaar 1833 leverden Blanchet en Sell eenen zeer belangrijken arbeid over dit onderwerp en maakten deze bekend inde Annalen der Pharmacie, Bd. YI, p. 259, Zij onderzochten verschillende terpentijnsoorten op hunne zamenstelling en hunne Verhouding tot verschillende agenti

40