den is, dat het vocht spat, veel bisulphas kalicus moet aangewend worden, dat er een vast alcali bij de aluinaarde komt, en dat de bewerking lang van duur is. De tweede methode vereischt dikwijls vele dagen werkens. M, onderzocht daarom de verhouding des zwavelzuurs, die hij in verschillende evenredigheden met water verdunde, tot gegloeide aluinaarde, en vond, dat zij het snelste oploste ineen mengsel van 8 gewigtsdeelen zwavelzuur en 3 gewigtsdeelen water. Hoe meer er van dit mengsel werd aangewend, des te sneller loste de aluinaarde op. Ter oplossing van 1 gram zijn minstens 16 grm. zwavelzuur en 6 grm. water noodig. Wanneer de aluinaarde niet fijn gemaakt is, duurt de oplossing s—lo5—10 minuten, naar de grootte der stukken; bij zeer kleine stukken geschiedt de oplossing zeer snel. Ook zeer verdund zwavelzuur lost een weinig aluinaarde op; wanneer het zwavelzuur zoo geconcentreerd is, dat zijn kookpunt hooger dan 240° ligt, zoo zondert zich de opgeloste aluinaarde weder als dein water moeijelijk oplosbare zwavelzure aluinaarde uit, welke zeer gemakkelijk in verdund zwavelzuur oplost. (Journal f. prakt. Chemie. Bd. LXXXI, H. 2 Ontleding der nog niet door zuren ontleede mineralen; door A. Mitscherlich. M. was in staat door behandeling van de fijn geslibte mineralen met 6 gewigtsdeelen zwavelzuur en 2 gewigtsdeelen water in eene glazen buis ingesloten en gedurende 2 uren aan een temperatuur van ongeveer 210° bloot te stellen, de volgende mineralen deels volkomen, deels onder achterlating vaneen klein overschot te ontleden: spinel (roode van Ceylon), chromijzersteen, hercinet (van Honsberg) ceylonit (van Annily), Kreittonit (van Bodenmais), automolit (van Pahlun), tantalit, titanijzer, diopsit (uit Zweden), asbeth, aluinaarde bevattende augit, spodumen, aluinaarde bevattende hornblende, pyrop (van

55