Men verifieert eerst het alcalische vocht, zoo als gezegd is hij de beproeving van het normale zwavelzuur. Stel dat de proef nog eens 53 geeft. Nu weegt men 50 gram salpeterzuur dat men beproeven wil, voegt er genoeg water bij om 500 C O vocht te verkrijgen. De proef geschiedt als voor het zwavelzuur des handels. Indien bij voorbeeld het aantal verdeelingen der burette» uitdrukkende de hoeveelheid alcaliseh vocht 21 zij , zal men vinden: T = 128,57 X – = 50,91% Deze bepaling zou kunnen geverifieerd worden door de densiteit die , volgens de tabel van Thenard de hoeveelheid reëel zuur voor 100 deelen geeft. Beproeving van het azijnzuur en den azijn. De centesimale liter van het azijnzuur wordt door de volgende formule gegeven, door inde formule 750 voor de waarde van e te stellen : 750 bh T = 100 X X 57’ °f 122’44 = I'- Men verifieert het alcalische vocht en bepaalt de hoeveelheid van het gefiltreerde vocht noodig om 10 C C azijnzuur, bevattende Vio zeer geconcentreerd azijnzuur, te verzadigen. Indien men 53 voor het alcalische vocht en 43 voor het azijnzuur gevonden heeft, zal men hebben : 43 T 122,44 x r 98,4°/o acidum aceticum monohydratum, DO Daar de azijn niet bij gewigt maar in volume verkocht wordt, geeft Violette de voorkeur om de beproeving voor het volume te bepalen en verdund dan niet even als voor de andere zuren de proef met water. Men neemt dan 10 C O der te beproeven azijn en wijzigt de formule op dezelfde wijze , ten einde de hoeveelheid acidum aceticum monohydratum te bekomen, welke vervat is in 1 hectoliter azijn: T = 12,24 X Om de proef vaneen monster azijn te nemen , weegt men

151