er 10 C C vanaf, giet deze ineen glas of ineen praecipiteervat, veegt er lakmoestinctuur bij, giet er droppel voor droppel van de alcalisehe oplossing bij, tot dat het vocht blaauw wordt en men leest het aantal verdeelingen der burette af. Indien 53 C C van het alcalisehe vocht corresponderen met 10 C C normaal zwavelzuur en indien 10 C C azijn niet meer dan 26 C C van hetzelfde alcalisehe vocht vereischen, zal men hebben de formule : 26 T 12,24 X 53 = 5,99°/. Alzoo bevat deze azijn 5,99 kil. kristalliseerbaar azijnzuur per hectoliter. Wilde men den titer meten in anhydrisch azijnzuur, zoo is het voldoende 5,99 te vermenigvuldigen door 0,85 en men zou 5,09°/o anhydrisch zuur verkrijgen. (Journal de Pharmacie et de Chimie Mars 1861.) ■' ■«! ■■■ Over het ontstaan en de zamenstelling van het perkamentpapier; door J. Fer w er. Perwer heeft in Dingler’s polyt. Journal zijne onderzoekingen omtrent dit onderwerp medegedeeld. Hij betwijfelt de juistheid van het gevoelen van Prof. Hofmaun, dat in het perkamentpapier de papier-cellulose scheikundig niet veranderd is , maar eene verandering inde meleculaire zamenstelling heeft ondergaan. Hij vond, dat het perkamentpapier een onveranderd papier is, waarin de vezels door eene geringe hoeveelheid eener bekende stof verbonden zijn , welke door de inwerking van matig verdund zwavelzuur op de plantenvezels ontstaat, die door sommige scheikundigen voor zuivere cellulose , door anderen voor een middenstof tusschen amylum en cellulose gehouden en amyloid genoemd wordt. Ter bereiding van amyloid bragt Perwer één deel uitgeplozen boomwol ineen mengsel van 7a/3 deel water en 2212 deel geconcentreerd zwavelzuur, waarin zij spoedig oploste en een stijf geleiachtig mengsel vormde, dat echter

152