werd met ammonia duidelijk alcalisch en daarna met azijnzuur sterk zuur gemaakt en alles met water op 200 O C aangevuld. Elke CC bevat alzoo 5 mgr. arsenicum.

Bij de gemaakte titreering vereischten: a) 25 CC arsenicum-oplossing 24,3 CC uranium-oplossing. *) 25 „ „ 24,3 „ Wanneer eenigzins zure aeetas ammonicus met zuiver water tot een gelijk volumen als bovengenoemd mengsel werd aangevuld, zoo was eene toevoeging van 0,8 CC uraniumoplossing noodig, om met bloedloogzout dezelfde bruinkleuring te bewerken als in d) en b), Hiernaar verbeterd leverden: a) 25 CC arsenicum-oplossing 23,5 OC uranium-oplossing, V) 25 „ „ 23,7 „ De gebruikte uranium-oplossing vorderde op iedere CC 5 75 mgr. P05; alzoo daar P05 :As= 71 : 75. 5 X =5,281 mgr. arsenicum (als acidum arsenicicum inde oplossing) ter praecipitering; bijgevolg bevatten volgens: a) 25 CC arsenicum-oplossing 5,281 X 23,5 = 124,1 mgr. arsenicum. b) 25 CC „ 5,281 x 23,7 = 125,1 „ arsenicum. Gemiddeld = 124,6 mgr. arsenicum. Volgens de zamenstelling bevatten 25 CC der oplossing 125 mgr. oplossing. Kan men bij eene analyse van bet arsenicum niet direkt titreeren, zoo is het gemakkelijk om het door HS uit zijne zure oplossing gepraecipiteerde, of uit de oplossing in zwavel-ammonium of zwavelkalium gepraecipiteerde zwavelarsenik tot arsenicumzuur te oxyderen en dan te titreren. (Annalen der Chemie und Fharmacie. Bd. CXVI, 11.2. JS. 195).

159