door gedurig uitwassehen met heet water verwijderd, bleef zijn vermogen behouden om de alcoholische gisting te veroorzaken , hoewel het met soda behandelde zaagsel veel later en eerst na toevoeging vaneen weinig wijnsteenzuur.

Het zijn dus de vaste deelen van het hout, alzoo de vezels , of een onoplosbaar gedeelte derzelven, welke de gisting veroorzaken, en het is merkwaardig dat zij deze eigenschap met andere ligchamen gemeen hebben, die het skelet van vele ligchamen met de kiezelaarde, de beenderen van het dierlijk ligchaam vormen. Hop, met water overgoten gist, spoedig en levendig, doch er ontwikkelt reeds na verloop van drie dagen eene urineuse (rottige) f-euk, zoo als die der indigokuip. Bij een gedeelte werd druivensuiker, bij een ander druivensuikeren amandel-meel gevoegd. Beiden geraakten in levendige gisting en er ontstond later zeer goede azijn uit, waarbij tevens al de bittere smaak bij de met amandel-meel vermengde vloeistof verdween. Het amandel-meel dient alzoo, om de bitterstof der hop te ontleden. Overigens bewijst deze proef, dat de bittere stof der hop geheel en al in tegenspraak met de gewone meerling, noch de gisting verhindert (zij bevordert ze veeleer) noch de vorming van zuur (azijn) tegenhoudt. De bittere stof verhindert op zich zelve de wijn- en azijngisting niet, en het is alzoo geheel en al onnoodig het bier bitter te maken, ten einde het langer goed zou kunnen blijven. Looizuur in water opgelost schimmelt, onder ontwikkeling van een’ eigenaardigen niet aangenamen reuk. Het zuur verwekt weinig gisting in suikeroplossing. De vloeitof schim ■ melde, verloor met den tijd den bitteraehtig zamentrekkenden smaak en er ontstond azijn-, galnoten- en melkzuur. Bij vloeistoffen gemengd, welke voor gisting vatbaar zijn, bevordert het de wijngisting, terwijl het de voor de ammoniak – gisting vatbare geleiachtige deelen praecipiteert (de vloeistoffen gisten daarbij met weinig schuim), en het is daarom een nuttig toevoegsel bij vloeistoffen, welke de alcoholische gisting moeten doorloopen. Evenwel vertoonen alle looizuur bevattende vloeistoffen groote neiging tot schimmelvorming.

211