Theorie. I. 11. 111. 4HO 5,60 pCt. 4,66 4,66 5,12 pCt. Verder werd de oplosbaarheid van het chinin-sulphaat in koud water bepaald, omdat de opgaven daaromtrent van Baup en van Guibourt en Bussy merkelijk afwijken. Sulphas chinicus (volgens analyse VIII) werd in kokend water opgelost, de oplossing bij 6° ter kristallisering gezet en de kristallen afgefiltreerd. Het filtraat gaf bij langer staan, na gedurig omgeschud te zijn, geene kristallen meer, en was alzoo niet oververzadigd. 174 grm. leverden 0,0685 grm. sulphas baryticus, overeenkomend met 0,2191 grm. 2 C4O H24 N2 04, S2 H2 08. De bij deze proef bekomen kristallen (Analyse IX) werden lang met water van 9°,5 C geschud, 48,72 grm. oplossing tot droog verdampt, welke 0,0617 grm. droog sulphaat leverden. Na de eerste proef losten 793 deelen water van 6°; na de tweede 788 deelen water van 9°,5 één deel sulphaat: 2 C4O II24 N3 04, s2 H2 08, terwijl zij volgens Baup in 740 deelen water van 13°, volgens Guibourt en Bussy in slechts 265 deelen koud water zou oplossen. In alcohol is het chinin-sulphaat beduidend moeijelijker oplosbaar, dan men tot nog toe gevonden heeft. Onze proeven leidden echter tot geen zeker getal, daar, naar gelang men chinin-sulphaat ter oplossing brengt, eene verandering in watergehalte des alcohols plaats vindt. Men kan aannemen, dat 100 tot 115 alcohol van 0,852 sp. gew. één deel 2 C4O H24 N2 04, S2 H2 08 oplosten. De sulphas chinicus bevat, zoo als Bat ka wil gevonden hebben, immer een weinig suiker, welke door de bereiding in het groot er in gekomen zou zijn. Wij zijn er verre af, deze opgave nog bijzonderlijk te wederleggen, daar zij reeds genoegzaam wederlegd is met het verschil in oplosbaarheid van de neutrale sulphas chinicus en die van druivensuiker in water, en met de verhouding van druivensuiker tot kalk bij aanwezigheid van water en lucht. (.Annalen der Chemie und Pharmacie Sept. 1861.)

340