zwavelzuur kleuren deze onder opzwelling en gelijktijdige verkorting der vezel blaauw, terwijl, bij sterke vergrooting, waar te nemen blaauwe spiraalvormige e-e-vormd vormd zijn.

2. Katoenen vezel, afkomstig van het zaadbekleedsel van eenige Gossypium-soorten vertoont zich onder het mikroskoop als eene platte of bandvormig zaamgevouwen (zelden eilindervormige) meer of minder lang gestrekte schroef- of kurfeetrekkervormig gewonden draad, welke meer of minder golfachtig gebogen of gekruld is. Daarenboven worden er de poriƫnkanalen , die de linnenvezel bezit in gemist, maar zij vertoont zich veelal getralied, scheef gestreept, hetgeen bij de linnen vezel hoogstens aan de breedere plaatsen voorkomt. De celholte is meerder of minder duidelijk en breeder dan bij de linnen vezel. Ook de katoenen vezel is naar mate van behandeling en bearbeiding gladder of meer of minder gerafeld. De door iodium-oplossing en zwavelzuur te weeg gebragie opzwelling en kleuring vertoont zich op dezelfde wijs als bij de linnenvezel. 3. De netelvezel, van TJrtica dioica en TJrtica urens afkomstig , gelijkt in sommige opzigten op de boomwolvezel, doch onderscheidt zich van dezen door afwisselende bandvormige verwijdingen en den cilindervorm nabijkomende vernaauwmgen. De eene of andere netelvezel is even als de boomwolvezel kurketrekkerachtig om zich zelven gewonden en men neemt aan de breedere plaatsen dikwijls getralied gestreepte lijnen waar. De buitenste lagen der vezels zwellen onder de inwerking van lodiumoplossing en zwavelzuur als breede, de binnen gelegene lagen als digtgewonden fijne spiraalbanden op. 4. De hennepvezel, van Cannabis sativa is stijver dan de vlas- (linnen) vezel, cilindervormig, met tamelijk wijde celholte, sterk verdikte wanden, hier en daar eenigzins scheef staande poriƫn-kanalen. Zij eindigt in eene stompe punt of is in twee punten gespleten. De kleurreactie met iodiumoplossing en zwavelzuur gaat langzamer en de daarbij opge-

370