Pharaiaceutisch Weekblad

VOOR NEDERLAND. ONDER REDACTIE VAN R. J. OPWIJRDA, Apotheker te Nijmegen.

Het Pharmaceutisch Weekblad wordt eiken Zaturdag uitgegeven hij den Boekhandelaar D. B. CENTEN te Amsterdam. Prijs per jaargang, franco per post, f 4.50. Alle stukken , welke men in dit Blad wenscht opgenomen te zien, gelieve men franco in te zenden aan den Redacteur, onmiddelijk of onder couvert van den Uitgever, uiterlijk vóór Woensdag te Amsterdam of vóór Donderdag te Nijmegen. Prijs der advertentiën: Van 1 tot 6 Regels fi.— , elke regel meer 15 Cts., behalve het zegelregt.

1° Jaargang, | ZODfPAtr, 1S JuliJ 1864. |

De verhouding van den apotheker tegenover den geneesheer. De gelijkstelling der ongegraduè'erden met de Doctoren inde bevoegdheid tot uitoefening der geneeskunst. Naar aanleiding van het adres aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal door de Med. Doctoren te Rotterdam. Schoone toekomst voor de ongegraduëerde geneesheeren geopend door het ingediende wetsontwerp op de uitoefening der geneeskunst! Gelijkstelling inde bevoegdheid tot uitoefening der kunst, gelijkstelling met Doctoren, die den akademisohen atmospheer gedurende jaren hebben iugeademd en den weidschen titel voor hunne namen dragen ! En dit verrassende vooruitzigt wagen Eotterdam’s gegraduëerden te benevelen door aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal een adres op te zenden, waarbij zij de eenheid, door de wet bedoeld, „eene eenheid vanongelijke grootheden” noemen, in het belang van het algemeen rekenen, „dat zij buiten den geneeskundigen „stand zullen gesloten worden, wier beperkte tijd of bekrompen middelen beletten, dat zij zich de vereischte „kennis en beschaving eigen maken”, en spreken „van „minder voldoend gevormde geneeskundigen naast de voldoend gevormde.” Is het wonder dat de ongegraduëerde geneeskundigen tegen zulke verwijten het harnas aantrekken, hunne eer pogen te handhaven en bewijzen aanvoeren van hunne gelijke geschiktheid om ziekten te genezen ? Aan deze verdediging is de boven vermelde brochure gewijd, die ons ter inzage werd toegezonden. Zij tracht aan te toonen, dat het te weinig in kundigheden der ongegraduëerdeu volkomen Wordt gecompenseerd door het te veel der gegraduëerden, zoodat de invloed van dit te veel en te weinig op het genezen der ziekten is 0. Als pharmaceuten zijn wij belangeloze toeschouwers van dien strijd, en wij zouden kunnen Volstaan met de vermelding van het bestaan der brochure, er hoogstens bij voegende, dat zij geene bijdrage 18 tot het vertrouwen op de kunst om te genezen (zie Pag. 8—12). De wijze echter, waarop tot staving van

het betoog door de ongegraduëerde schrijvers de apothekers inde zaak worden betrokken, wijkt zoo geheel en al af van den normalen toestand, waarin wij ons de verhouding tusschen den apotheker en den geneesheer voorstellen, dat wij daartegen ernstig protest moeten aanteekenen. Oordeelt zelven, lezers. De schrijvers wenschten, dat b. v. in chemie en pharmacie hoogere eischen aan de Doctoren gesteld zouden worden, om te voorkomen ; „10. dat de Apothekers zoo dikwijls inde gelegenheid „zouden zijn om zich van de geleerdheid der Doctoren te „overtuigen door recepten, die het blijk dragen van volslagen gemis aan chemische kennis bij den voorschrijver; „2°. dat de Apothekers zich zoo dikwijls vrolijk zouden „kunnen maken over de ongerijmde op- of aanmerkingen „der Doctoren bij de visitatie der Apotheken, of bij het „ met een zeer geleerd gezigt proeven der drankjes, „zooals sommige Doctoren doen, vooral wanneer de Apotheker, die ze geleverd heeft, tegenover hen een weinig „stijf inde ruggegraat is.” Die ironiesche en zich vrolijk makende, maar vooral die diep gebogen Apotheker tegenover den Geneesheer, hij behoort, meenen wij, niet meer tot onzen tijd. Wel mogt die hetzij vijandige, hetzij ondergeschikte houding van Apotheker tegenover Geneesheer bestaan, toen de artsenijbereidkunst een ondergeschikt deel uitmaakte van de overige vakken der geneeskunst. Thans, nu de artsenijbereidkunst een geheel op zich zelf staand deel is geworden en tot hare rigtige beoefening eene geheel eigene toepassing der natuurwetenschappen vereischt wordt, nu liggen de wegen naast elkander, en waar zij soms in elkander loopen, vindt men aan beide zijden welwillendheid en hulp en geene diepere buiging, dan de wellevendheid voorschrijft. Er bestaat immers ook^aft^.bepaald Doctoraat inde Pharmacie, in Dui heiland gSbijtJi; niet zeldzaam, bij ons te lande niet te gelijk met den titel van Doctor hoewel wij onlangs reeds van dezen regel'eCfwijken,