Art. 15. De examens worden in het openbaar gehoulen, met uitzondering van die aan hét ziekbed, in het icheikundig laboratorium en die inde verloskunde, velke alleen kunnen worden bij gewoond met vergunning fan den voorzitter der examinerende commissie.- Al hetgeen verder de examens en de daarvoor te betalen gelden betreft, wordt bij algemeenen maatregel van bestuur vastgesteld.

Art. 17. Tot uitoefening der geneeskunst of harer taki •• bevoegd de ken zijn " ° uiterlijk vier maanden vóór het invoeren dezer wet toegelaten : i d e ƒ. apothekers, ff en wel die onder : ƒ. tot het uitoefenen der artsenijbereidkunst Art. 21. Van en van het examen in art. 8 bepaald, zijn zij vrijgesteld, die het bewijs overleggen dat zy twee jaren vóór de invoering dezer wet als leerlingen of inde artsenijbereidkunde bij eene geneeskundige provinciale of plaatselijke commissie waren ingeschreven. IV. Gewijzigd ontwerp van wet, regelende de uitoefening der artsenijbereidkunst. Wu WILLEM 111, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg , enz., enz. , enz. Allen, die deze zullen zien of hooren lezen , salut! doen te weten; Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is , de uitoefening der artsenijbereidkunst bij de wet te regelen, Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan , gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze : § 1. Algemeene bepalingen. Art. 1. Uitoefening der artsenijbereidkunst is het bereiden en tot geneeskundig doel afleveren van geneesmiddelen. > Geneesmiddel is elke zelfstandigheid, aan welke de bestemming toegekend of die gebruikt wordt tot het genezen vaneen ziekelijken toestand van menschen.

Tot uitoefening der artsenijbereidkunst zijn alleen bevoegd: apothekers, hulpapothekera en leerllngen-apothekers, onder dein art. 25 gestelde bepaling, militaire apothekers inde ziekenihrigtingen bij dé zee- en landmagt, en die geneeskundigen aan wie dit toegestaan is. Art. 2. Alleen de bevoegde tot uitoefening der artsenijbereidkunst mag in het openbaar aankondigen, dat een geneesmiddel bij hem of bij anderen verkrijgbaar is. §2. Van de apothekers. Art. 3. Alvorens de artsenijbereidkunst uitte oefenen doen de apothekers hun bewijs van bevoegdheid viseren door den inspecteur der provincie, waarin zij zich met der woon vestigen. Bij de aanvraag tot verleening van dit visum moet het wettelijk bewijs van deze vestiging worden overgelegd. Zij geven, onder vertoon van het geviseerd bewijs van bevoegdheid, aan den burgemeester hunner woonplaats kennis van hunne vestiging als apotheker daar ter plaatse. Art. 4. De apotheker mag niet meer dan ééne apotheek hebben. Hij oefent zijn beroep niet anders uit dan ineen uitsluitend daartoe bestemd, bij dag steeds toegankelijk gedeelte vaneen huis, dat ook des nachts door hem of door eenen hulpapotheker bewoond is. Art. 5. In elke apotheek moeten voorhanden zijn naauwkeurige maten , gewigten en balansen , een exemplaar van de Nederlandsche pharmacopoea en de geneesmiddelen welke, en zoo als die , daarin zijn aangegeven. Bene commissie uit den geneeskundigen raad beoordeelt, of van elk geneesmiddel eene genoegzame hoeveelheid aanwezig zij. Bij verschil van meening met den apotheker of den geneeskundige, die apotheek houdt, beslist de inspecteur. Binnen den door de commissie of den inspecteur gestelden termijn moet het ontbrekende inden voorraad zijn aangevuld. Art. 6. De apothekers, uitsluitend voor instellingen van ziekcnzorge of voor andere gestichten van liefdadigheid werkzaam behoeven geene andere geneesmiddelen in voorraad en schouwbaar te hebben, dan die op eene door den geneesheer van de instelling of het gesticht opgemaakte en door den inspecteur voor gezien geteekende lijst. Daarop is art. 9 , 2de alin. van de wet regelende de uitoefening der geneeskunst toepasselijk. *) Art. 7. Elk geneesmiddel wordt bewaard ineen daartoe geschikt voorwerp , hetwelk den officiëlen en meest gebruikelijken officinalen naam van het middel duidelijk leesbaar tot opschrift heeft. Bij geneesmiddelen, inde pharmacopoea niet vermeld, wijst het opschrift aan , naar welk voorschrift zij bereid zijn. Geheime middelen, waarvan de verkoop volgen» art. 8 is toegestaan , zijn hiervan uitgezonderd. Art. 8. Geneesmiddelen, waarvan de bereiding geheim is, mogen niet voorhanden zijn of afgeleverd worden, tenzij Onze Minister van Binnenlandsche Zaken daartoe, ~T) Luidende: Op deze lijst mogen niet ontbreken de geneesmiddelen bij algemeenen maatregel van inwendig bestuur aan te wijzen