en het zwavelzuur bij tusschenpoozen bij den alkohol te voegen, zorg dragende, dat er geene verhitting van het mengsel kon plaats vinden. Het was daarna waterhelder 3 maarde hoeveelheid te groot 5 dan dat de winkel-

flesch deze geheel kon bevatten , waarom het overschot op eene donkere plaats inden kelder werd gezet. Na eenigen tijd zag hij, dat de winkelvoorraad gekleurd was, terwijl het inden kelder bewaard gedeelte kleurloos was gebleven en hij zou, ook na lectuur van het vorig nommer, de oorzaak met den heer v. D. en de Kedactie gezocht hebben in het dikwijls openen der eene flesch, hetwelk tot het intreden van stofdeeltjes gelegenheid geeft, indien hij niet op het denkbeeld ware gekomen eene nieuwe hoeveelheid Elixir acidum Halleri te bereiden van denzelfden alkohol en hetzelfde zwavelzuur en de witte winkelflesoh door eene zwarte te vervangen. De vloeistof bleef toen even kleurloos als het nieuwe overschot, dat weder op eene duistere plaats werd weggezet , waarom hij de oorzaak van het verschijnsel meent te moeten zoeken inde werking van het licht. Inzender stelde daarom de vraag; waaraan moet de kleuring van sulphas aethylicus aoidus c. alcohole zorgvuldig bereid uit foeselvrijen alkohol en zuiver zwavelzuur worden toegeschreven, omdat de juistheid van het aan hem te geven antwoord zou moeten blijken uit proefnemingen door anderen bewerkstelligd; tot zoolang zal hij met den heer v. D. de schuld op zich nemen , door het antwoord: „aan den bereider” te geven op de vraag ; „aan wien moet de kleuring van het elixir acid. Halleri worden toegeschreven ?” De gebezigde alkohol was foeselvrij ; men zal zich herinneren , dat foeselolie (amylalcohol) met osyderende ligchamen , b. v. dubbel-chroomzure potassa , verhit den reuk van valeriaanzuur levert, terwijl foeselvrije alkohol met eene waterige oplossing van hetzelfde ligohaam verhit den aangenamen ooftreuk van aldehyd geeft. Wordt zuivere alkohol met zwavelzuur verwarmd en daarna verdund met water , dan blijft de vloeistof helder , terwijl een foeselolie bevattende alkohol door dezelfde behandeling opaliserend en troebel wordt. Het verschijnsel berust op het feit, dat foeselolie met zwavelzuur verhit een harsachtig ligohaam vormt, hetwelk met eene roodaohtige kleur in alkohol oplosbaar is. Th. Geheel tegenovergesteld vonden wij ineen uitgebreid stuk van Hübner over aetherzwavelzuur in het Arcliiv der Pkarmaoie vair Mei 1858 , dat het direkt zonlicht geen anderen invloed op het praeparaat uitoefent, als dat het daardoor kleurloos gehouden wordt, dewijl een in het duister bewaard praeparaat gekleurd wordt, zoodat Hübner aanraadt het praeparaat op een voor het licht toegankelijke plaats in eene flesch van wit glas te bewaren. Quid verum ? Red, MEDEDEELING OMTRENT HET ELIXIR ACIDUM HALLERI VAN A. Mijnheer de Redacteur! Met betrekking tot het Elixir acidum Halleri, in uw

laatste nommer besproken, wenschte ik u de volgende bijzonderheid ter openbaarmaking mede te deelen. Zij betreft het verschil in sterkte van dit geneesmiddel inde verschillende Pharmacopoeën. Voor eenigen tijd werd mij voorgeschreven: Itec. Elixir acid. Halleri. Unc. 1. D. S. Tot uitwendig gebruik. Ik gaf natuurlijk zonder bedenken het gewoon Elixir aoidum Halleri onzer Pharmacopoea Neerlandica. Na verloop van eenige dagen beklaagde zich de met mij bevriende heelmeester over de hevige werking, die het «middel bij zijne patiënt had te weeg gebragt. Hij had ineen Duitsch Journaal opgegeven gevonden, dat in wrijvingen met Elixir acidum Halleri uitmuntend werkten bij rheumatisme en daarop zijne aanwending bij eene vrouwelijke patiënt op de knie beproefd, maar het gevolg was geweest eene geduchte ontsteking en verkoling der huid op de aangebragte plaats, teu gevolge waarvan zeer veel pijn geleden was. Ik wist hem nu de zaak op te helderen, door hem mede te deelen, dat het Elixir acidum Halleri, volgens de Pruissische Pharmacopoea bereid, veel slapper is dan het onze. De Pharmacopoea Neerl. toch schrijft gelijke deelen geconcentreerd zwavelzuur en alkohol voor, de Pruissische Pharmacopoea 1 deel zwavelzuur op 3 deelen alkohol. Het volgens de Pharm. Neerl. afgeleverde geneesmiddel was dus veel te sterk geweest en had met gelijke deelen alkohol moeten vermengd zijn, om eene vloeistof te geven, zoo als zij in het Duitsohe Journaal was aangeprezen. Misschien dat dit geval anderen tot wenk en leering verstrekt, waarom ik gaarne zou zien, dat deze bijzonderheid in uw Pharmaceutisch Blad opgenomen werd. Met achting, enz. A. Wij plaatsen de mededeeling dezer bijzonderheid zooveel te eerder, omdat het ook ons bij ondervinding bekend is, tot welke verkeerde uitwerksels en gevolgtrekkingen het verschil inde voorschriften der Pharmacopoeën leiden kan. Vooral wanneer men op de grenzen woont, worden vaak recepten van buitenlandsche geneesheeren aangeboden, en is het nuttig, ja noodzakelijk eene Pharmacopoea universalia of ten minste de Pharmacopoea van het naburig rijk in bezit te hebben, of inde gelegenheid te zijn haar in te zien. De apotheker zal dan altijd wel doen met de bestanddeelen der zamengestelde bereidingen, die op het recept voorkomen, en hunne evenredigheid in de vreemde Pharmacopoea met die zijner eigene te vergelijken , om zich bij verschil naar de eerstgenoemde te gedragen. Alleen op deze wijze toch beantwoordt men aan de bedoeling van den geneesheer, die het recept heeft voorgeschreven, en is, indien het recept vroeger in het vreemde land reeds was gereed gemaakt, tegen aanmerkingen gevrijwaard. Het bovenvermelde geval kan onze geneesheeren opmerkzaam maken op het verschil, dat veeltijds plaats kan hebben , wanneer zij een geneesmiddel, ineen buitenlandsch werk of tijdschrift aangeprezen, wenschen aan te wenden. Het naslaan der Pharmacopoea van het land, waartoe de schrijver van het opstel behoort, of aanduiding der