onderwerpen zich volgens art. 8 van Ontwerp II aan een examen, leggen volgens art. 12 van Ontwerp II den ambtseed af én zijn volgens art. 26 van Ontwerp IV aansprakelijké personen. Het examen voor leerlingapotheker betreft slechts de beginselen der nederlandsche

en latijnsche talen en der rekenkunde, en het bewijs, dat de candidaat kennis en geschiktheid bezit, noodig tot het gereedmaken van recepten (art. 8 van Ontwerp II). Van dit examen zijn zij vrijgesteld, die het bewijs overleggen, dat zij twee jaren vóór de invoering dezer wet als leerlingen inde artsenij bereidkunde bij eene geneeskundige provinciale of plaatselijke commissie zijn ingeschreven. Wat zal dus het lot zijn van die apothekersbedienden, die voor het meerendeel niet aan de vereischten van het examen als hulpapotheker zullen kunnen voldoen ? Indien zij zich aan het pharmaceutisch vak willen blijven verbinden, zullen zij inde rubriek van beëedigde en verantwoordelijke leerling-apothekers treden, onmiddellijk, indien zij twee jaren vóór de invoering der wet zijn ingeschreven, door het afleggen van het voorgeschreven examen, wanneer zulks niet het geval is. Hoe zal men zich voor het vervolg de noodige hulp kunnen verschaffen, enz? Door de positie van bovengenoemde leerling-apothekers 7,00 gunstig te maken, dat zich daartoe uitsluitend personen aanbieden, wie het uitzigt op het verkrijgen van den rang van apotheker en op vestiging ontbreekt. Het niet moeijelijk, hoofdzakelijk praktisch, examen opent hiertoe gereedelijk den weg, en de verpligting, opgelegd aan de geneeskundigen, welke geneesmiddelen leveren, om de geneesmiddelen door hen zelven óf door hulpapothekers of door leerling-apothekers te doen gereedmaken, biedt overvloedige gelegenheid tot plaatsing, dewijl die geneesheeren zich waarschijnlijk bij voorkeur door leerling-apothekers hulp zullen verschaffen. Het blijkt ons temeer, dat deze opvatting van de bedoeling des Wetgevers de ware is, wanneer wij opmerken, dat voor het examen van hulpapotheker geen afgelegd examen als leerling-apotheker wordt vereischt; voor het examen van apotheker daarentegen een afgelegd examen als hulpapotheker en een twee jaren verkeeren in dien staat, zoodat het hulpapothekers-examen kan beschouwd worden als het eerste gedeelte, het candidaats-examen, van het apothekers-examen. Het examen als leerlingapotheker staat op zich zelf en creëert dus, zooals wij boven zeiden, eene geheel nieuwe klasse van personen. Art. 11 van Ontwerp IV met zijne strafbepaling art.. 35 heeft op ons een gelijken pijnlijken indrufc gemaakt als op onzen inzender. Wij willen zijne opmerking over dat artikel ineen der volgende nommers opzettelijk behandelen. Over het beperken van het getal apotheken hebben wij reeds vroeger ons oordeel uitgebragt, maar aldaar ook uitgedrukt, hoe slecht de kans staat voor de vervulling van dien wensch. Red. Uittreksel*, uit binnen- en bultenlandsche tijdschriften. Duhbelzout van koolzure potassa-soda. Prof. Eehling te Stuttgart berigt een dubbelzout, bestaande uit koolzure potassa en koolzure soda (KO, NaO, 0204 -f- 12HO) in kristallen verkregen te hebben uit eene salpeterfabriek, Waar de potassa-salpeter was bereid door omzetting van Soda-salpeter met potasch (uit de schlempekool van beet-Wortelsuiker). Wij herinneren ons hierbij , hoe wij voor eenigen tijd eene dergelijke verbinding hebben leeren kennen in kristallen , die ons van eene zeepfabriek tot onderzoek was ter nand gesteld.

Geljjktgdige bereiding van zwavelzuur en chloorwaterstof-ZUUr. Volgens Macfarlane verkrijgt men bij het leiden van aequivalentisobe hoeveelheden chloorgas en zwaveligzuur met stoom dooreen met coke gevulden condensator zwavelzuur en chloorwaterstofzuur, omdat chloor en zwaveligzuur op de volgende wijze op elkander inwerken; SOj -f- HO + Cl = S03 + HCI. De twee verkregene zuren worden door destillatie van elkander gescheiden. Zuivering van arsenikhoudend zwavelzuur. Blondot heeft daartoe het mangaanperoxyde aanbevolen, hetwelk het arsenigzuur in arsenikzuur overbrengt, welk laatste als niet Vlugtig zijnde bij de destillatie terugblijft (Vergelijk hiermede dit onderwerp in No. 7), Hij brengt hiertoe het zuur, hetwelk men zuiveren wil, in eene porseleinen schaal, voegt op elk kilo 4 tot 5 wigtjes tot grof poeder gebragten bruinsteen bij en verhit tot kokens onder omroeren met eene glazen staaf. Na bekoeling wordt het zuur met overvloedigen bruinsteen uit eene retort tot droogwordens gedestilleerd. Hannon’s zwavel is eene bruine kleverige amorphe zwavel , die werkzamer zal zijn en beter verdragen worden dan de gewone zwavel. Volgens Hannon vermengt men voor hare bereiding 2 deelen salpeter, 2 deelen keukenzout en 1 deel zwavelkoper en voegt er zooveel zoutzuur bij, totdat het opbruisen ophoudt. De zwavel verzamelt zich op de oppervlakte in kleine bolletjes. Eene meer beknopte methode is zwavel tot omstreeks 280“ C te verhitten en schielijk in koud water te gieten. Verscheidenheden. j Prof. Böttger heeft aangewezen, hoe men in steden, alwaar zich electrornagnetische uurwerken bevinden, deze kan aanwenden tot inductiestroomen voor een geneeskundig doel' ter vervanging der Volta’sche elementen, waarvan de inrigting en instandhouding altijd met eenige moeijelijkheden gepaard gaat. Men legt aan den geïsoleerden dusgenaamden luchtdraad langs de huizen een koperdraad, verbindt dezen met den commutator of stroomverwisselaar van eenen inductietoestel en leidt dan hiervan een tweeden draad naar den eersten den besten gasbrander inde kamer. (De gasgeleidingsbuizen in eene stad toch bieden in hunne omvangrijke vertakkingen eene zoogenaamde aardplant van kolossale oppervlakte). De electrische stroom, die de uurwerken in beweging brengt, veroorzaakt tevens inden electromagnetischen spiraal van den toestel een zoo sterken induotiestroom, dat hij inde meeste gevallen nog dooreen tusschengeplaatsen rheometer moet verzwakt worden. Volgens genomene proeven wordt de gang der uurwerken door deze afleiding van den stroom niet in het minst gealtereerd, hoe snel ook door den commutator van den toestel de electrische stroom, die door den luchtdraad gaat, afgebroken en gesloten wordt. Om ijs gedurende eenigen tijd in huis voor smelting te bewaren geeft Dr. Schwarz het volgende eenvoudige middel op. Men doet het ijs ineen diepen schotel of pot, zet er een deksel op en plaatst dan den schotel of pot op een veêren bed of bijv. op een hoofdkussen en bedekt met een tweede veêren kussen. De veêren belmoren tot de slechtste warmtegeleiders en bewaren op deze wijze het ijs voor het smelten. De schrijver kon alzoo 3 kilo ijs omstreeks 8 dagen lang bewaren. Deze eenvoudige methode kan te pas komen bij ziekten vooral in kleine plaatsen, waar moeijelijk nieuw ijs te bekomen is. Geheinuuiddelen. Jodium-houdende cigaren door J. D. Tormin te Stettin als een onfeilbaar middel tegen longtering (onder het