Nitras hydrargyrom» cum uqua. Omtrent de bereidingswijze valt niets bijzonders op te merken. Als de Bh. van de oplosbaarheid in water gewag maakt, zegt zij; „ab aqua pura solvuntur (crystalli) ; majori addita aquae copia dissolvuntur, et sal basicus albus deponitur, sale acido in ea soluto. Het laatste zouden wij liever lezen , „sale neutra in ea soluto. Bij de behandeling van deujlNitras bismuthious basi- j cus in No. 30 van den vorigen jaargang, wezen wij reeds | op het niet bestaan van zure salpeterzure zouten ; hetzelfde geldt ook hier; eenjgedeelte basisch salpeterzuur kwikzilveroxydule slaat neer , terwijl een ander gedeelte door het vrij geworden salpeterzuur als neutraal zout opgelost blijft. De Pb, zegt verder : „ab aqua vero , cui parva acidi nitrici copia est addita, totae (scüicet: qm taks) facilius solvuntur.” Bij verdamping dier met acidum nitricum bedeelde oplossing zal weer het neutrale zout kristalliseeren , daar het zuur niet inde verbinding overgaat. Bij de verhouding van tinchlorure tot het salpeterzuur kwikoxydule (Bh. N. biadz. 271), zouden wij alleen willen voegen , dat daardoor eerst calomel gepraecipiteerd wordt, terwijl eene grootere fhoeveelheid tinchlorure metallisch kwik afscheidt. (Wordt vervolgd.) Th.

DE CALABABBOON. Niemand der lezers van het Pharmaceutisch Weekblad zal ongetwijfeld onbekend zijn met de zoogenaamde Calabarboon. Gaarne wenschte ik echter te weten of er met die boon of het phyaostigmine ook eenige scheikundige proeven genomen zijn. Voor zoover mij bekend is, is bet phyaostigmine geen zuiver chemisch lichaam maar een mengsel van verscheidene stoffen , waaronder een kristalliseerbaar alcaloïde in groote hoeveelheid voorhanden is. Dit nieuwe alcaloïde heeft den naameserine bekomen (van Bséré gelijk de calabarboon in haar moe- i derland heet). Tot op heden schijnt het-chemisch onderzoek bij de sectio cadaceris na eene plaats gehad hebbende vergiftiging tot geen bepaalde resultaten geleid te hebben. Mocht iemand er echter iets meer van weten of misschien opzettelijke proeven genomen hebben , zoo zou de mededeeling daarvan in dit blad zeer gewenscht zijn. Nieuwveen 8 Maart 1866. Dl'. J, Sasse. Persoonlijke aangelegenheden. Z. M. heeft benoemd : tot lid en voorzitter der Commissie, in 1866 belast met het afnemen der examens van hulpapotheker, volgens art. 8 van Wet II: Dr. A. H. van der Boon Mesch, hoogleeraar te Leiden; tot lid en secretaris J. 0. F. Kerkhoff, apotheker te Amsterdam; tot leden Dr. C. A. 3. A. Oudemans, hoogleeraar te Amsterdam , Dr. J. E. de Vrij te ’s Gravenhage, Dr. V. S. M. van der Willigen, oud-hoogleeraar en directeur van het physisch kabinet van Teylers stichting te Haarlem; tot plaatsvervangende leden : J. G, Knisèman,

apotheker te Haarlem, Dr. J, C. Matthes, hoogleeraar te Amsterdam ; D. Pas , apotheker te Amsterdam ; Dr. W. F. 11. Stuiügar, hoogleeraar te Leiden; 3. P. C. van ïricht, apotheker te Arnhem. Bij de Commissie in 1866 belast met het afnemen van examens, volgens art. 5 der voormelde wet, behooreu ouder anderen; C. H. van Ankum , apotheker te Groningen, als lid ; en 3. van Eiju van Alkemade, militair apotheker le klasse, leeraar aan ’s Lijks kweekschool voor militaire geneeskundigen te Utrecht, en A. Stellingwerf, oud-apotheker te Amsterdam, als plaatsvervangende leden. De dagen, waarop en de plaats, waar de examens worden afgenomen, zullen nader worden aangewezen., Zij , die tot het examen ter verkrijging der acte van bevoegdheid als hulp-apotheker wenschen te worden toegelaten , worden uitgenoodigd daarvan vóór 1 Mei e. k. schriftelijk opgave te doen aan den voorzitter der commissie , prof. A. H. van der Boon Mesoh te Leiden. Bij het personeel van de geneesk. dienst der landmacht is tot apotheker 3de kl. benoemd, H. Eomeijn , van Arnhem. Door den Gouvcru. iuNcd..lndië is machtiging turkend tot uitreiking aan den apotheker N. J. Raland van eenc acte van toelating tot de uitoefening der artsenijmcngkundige practijk te Batavia. Ingetrokken op verzoek, de aan den apotheker W.iSpecht Grijp verleende toelating tot üe uitoefening van de artsenijmengkundige praktijk te lialavia. O ver geplaatst bij het magazijn van geneesmiddelen te Weltevreden, de apotheker Iste klasse F. Hekmeijer, Openlijke correspondentie. SM*. De vraag: «Kan een lid of een plaatsvervangend lid, van den geneeskundigen raad, die zelf niet voldoet aan de bepaling van alin. 2, art. 3, Wet IV , deelnemen aan de beraadslagingen en zijn a – vies juitbrengen om vergunning te verkenen tot afwijking van bovengenoemd artikel, betreffende de inrichting der bij de invoermg dezer wet bestaande apotheken (alin. 2, art. 34. Wet IV)?” staat ter beooideeling der Vergadering, waarin gemeld lid. zitting heeft. Ansingh te Amsterdam. «Misschien beter” mochten wij immers wel zeg. gen bij het aantal nieuwe bereidingen , die voortdurend voor jodetum kaltcum worden opgegeven. * Indien het jodetum kaUcorn aan de vereischteu (derjPharmacopoea voldoet, kan immers zijne bereidingswijze buiten aanmerking blijven. A. te A. Wij kunnen uw brief in zijn geheel niet plaatsen, zelts 1 niet met weglating van de doorn aangewezene zinsnede. Gaarne willen 1 wjj de door u bedoelde onderwerpen onbevooroordeeld bespreken maar wij achten het beneden de waardigheid van ons Blad, spotternijen omtrent de nieuwe geneeskundige regeling te plaatsen. De «vergiftiging door salpeter” was door ons enkel als feit vermeld, niet om te verdedigen of te berispen. Advertentlen. H. H. 3. BEEIJI, Apotheker te Amersfoort, verlangt tegen April of Mei een GEËXAMINEERD BEDIENDE, van de P. G., voorzien van goede getuigschriften. Reflecteerenden gelieven zieh franco te adresaeereu met opgaaf hunner voorwaarden. _____ In eeue APOTHEEK in Noordbrabant wordt ten spoedigste gevraagd een BE-W'™'® DIENDE intern. Adres met franco brieven onder letter A, aan de Boekhandelaren J. J. ARKESTEIJN & ZOON, te ’sHertogenbosch. Snelpersdruk van H. C. A. Thieme, te Nijmegen.