eender leden een hoogst belangrijk verschijnsel en wel de scheikundige 'plantengroei, ora het zoo maar eens te noemen, in allerhande kleuren en vormen volkomen met planten overeenkomende, aan de overige leden ter bezichtiging aangeboden. Nadat ik door de welwillendheid van

dat lid zijne proeven had bezichtigd, stelde hij mij ook in staat zelf die proeven eens te nemen, en ook ik kreeg de allerschoonste resultaten. Ik achtte het daarom niet ondienstig, in uw geacht blad er het een en ander over mede te deelen. Wanneer men namelijk in eene oplossing van silicas Icalicus (1 deel op 8 deelen gedestilleerd water), kristalletjes van zwavelzure zouten met onoplosbare basen werpt, zooals: sulphas ferrosus, sulphas cupricus, sulphas zincicus, sulphas manganosus, dus alle zwavelzure metaalzouten, zoo ziet men na eenige uren de schoonste vertakkingen ontstaan uit het kristal, en gekleurd al naar de kleur van het kristal hetwelk men inde oplossing gebracht heeft. Brengt men kristallen van verschillende metaalzouten in eene en dezelfde oplossing van silicas Icalicus, zoo ziet men letterlijk een struik ontstaan, waarvan de takken zich op de zonderlingste wijze door elkander kronkelen. In plaats van den silicas Icalicus op te lossen, hetgeen nog al met eenige zwarigheden gepaard gaat, zoowel wat oplossen als filtreeren betreft, kan men zich bedienen van het waterglas, te bekomen bij handelaren in verfwaren, en van dit waterglasnemen 1 deel op 2 deelen gedestilleerd water. Zoodra de kristallen inde oplossing geworpen zijn, moet men het glas of vat, waarin de proef bewerkstelligd wordt, zoo veel mogelijk in rust laten. Sulphas manganosus werkt het spoedigst, als het ware zienderooge, de andere kristallen eerst na eenigen tijd. Ook de lijm uit het Verkoophuis te Amsterdam, om porselein enz. te lijmen, bevat voor het grootste gedeelte silicas Icalicus en wanneer 'men deze lijm in water oplost, laat bezinken en filtreert, zoo ziet men in deze oplossing ook dezelfde verschijnselen ontstaan. De tijd zal leeren , of het verschijnsel eenig nut oplevert. Het is voor het publiek een vervolg op de serpents de Pharaön, dat echter waarschijnlijk niet zoo amuseeren zal. Hopende dat dit artikel in uw blad eene plaats moge vinden, noem ik mij met achting Uw Vriend T. Wij hebben de proefneming, door onzen geachten inzender vermeld, herhaald en insgelijks de fraaiste resultaten verkregen, het best met zwavelzuur mangaanoxydule (witte vertakking, aan de oppervlakte bruin wordende), langzamer met zwavelzuur ijzeroxydule (licht groene zeer dunne vertakking), nog langzamer met zwavelzuur koperoxyde (blauwgroene breedere vertakking). De vertakkingen bestaan uit de hydraten der metaaloxyden, door de potassa van het waterglas afgescheiden. Bed. BE KWXKPRAEPARAPEN BEU PHARM. NEERL. 111. Jodetum hydrargyrosum. Welken weg men daarvoor ook inslaat, de bereiding van zuiver kwikjodure blijft raoeielijk en meestal is het

praeparaat met jodide verontreinigd. De Ph. raadt dan ook aan de beide bestanddeelen voorzichtig met elkander te wrijven om zooveel mogelijk verhooging van temperatuur te verhoeden. Men heeft voorgeslagen jodetum hydrargyricum te behandelen met kwik, en het is langs stoechiometrischen weg gemakkelijk te berekenen, hoeveel metaal men noodig heeft om eene bepaalde hoeveelheid jodide in jodure om te zetten. 1 Aeq. HgJ vereischt 1 aeq. Hg.; hoeveel vereischen dan bijv. 60 grein kwikjodide? HgJ Hg 227 : 100 = 60 : x. x = ruim 25 grein kwik. Ook hier zou men voorzichtigheidshalve het product met alcohol kunnen behandelen. De praecipitatie van nitras hydrargyrosus met jodetum kalicum is niet aan te raden ; vooreerst om de zwarigheden, die de bereiding van zuiver salpeterzuur kwikoxydule oplevert , ten tweede om de oxydeerende werkino-, die het vrij salpeterzuur , dat men noodig heeft, •om het zout als zoodanig op te lossen , op het kwikjodure uitoefent, afgezien nog van de bevordering dier boogere oxydatie door het gebruik van salpeterzuur, dat NO4 bevat, hetwelk meestal het geval is. Voor eene bereiding van het zout langs den natten weg zal azijnzuur kwikoxydule nog het best voldoen. ïer verwijdering van jodide wordt door de Ph. het afwasschen met warmen alcohol voorgeschreven. Zou die warme alcohol de vorming der bedoelde verontreiniging niet inde hand werken ? Waar is de grens van warmte, waarop de-té bezigen alcohol moet verhit worden? Is het geene contradictie in terminis het afwasschen met warmen alcohol voor te schrijven en een oogenblik later het drogen bij eene zeer zachte warmte aan te bevelen ? Jodetum hydrargyricum. Het is noodzakelijk de door de Ph. opgegevene hoeveelheden joodpotassium en kwikchloride niet te overschrijden, omdat beide zouten het kwikjodide oplossen. Uit de oplossing van het zout in joodpotassium kristalliseert de verbinding KJ, 2HgJ; uit die in kwikchloride de verbinding 2HgCI, HgJ. Eene mindere kostbare bereidingswijze is de praecipitatie van ijzerjodure met sublimaat; alsdan echter moet de ontstane neerslag terstond van de daarbovenstaande vloeistof gescheiden worden om eene verontreiniging met basisch ijzerchloride te voorkomen. Onder de eigenschappen van het jodetum hydrargyricum vermeldt de Ph. o. a., dat het oplosbaar is in zuren en alcaliën. Die oplossing in zuren zal toch waarschijnlijk geene physische zijn of moet er alleen bij de behandeling met salpeterzuur aan eene ontleding gedacht worden? i Onder de alcaliën neemt ammonia eene eervolle plaats in , waaraan de Ph. niet schijnt te denken, als zij de oplosbaarheid van het kwikjodide in alcaliën opgeeft. Am-I monia toch verandert het zout ineen wit poeder, saj mengesteld volgens de formule 2 HgJ + H3N ; eene I qrootere hoeveelheid lost deze verbinding op met achter-