phis calcicus af te wegen en tot poeder te brengen , vervolgens den chloras kallens. Na eenige oogenblikken ondereenwrijven had er eene hevige ontploffing plaats; het ontplofte en ontbrande mengsel bracht aan aangezicht en handen deerlijke brandwonden, die eerst na 14 dagen genezen waren.

Zooals bekend is , geeft chloras kalicus met alle brandbare zelfstandigheden ontplofbare mengsels, zelfs met suiker. Bij het gereedmaken van poeders uit chloras kalicus en suiker , zooals op sommige plaatsen worden voorgeschreven , loopt men dus steeds gevaar, indien men niet den chloras kalicus eerst afzonderlijk fijnwrijft en hem vervolgens zacht onder de suiker mengt. De hypophosphites zijn weinig standvastige zouten en het onderphosphorigzuur heeft buitengemeen groote neiging om hooger geoxydeerd te worden, zoodat het zelfs aan het zwavelzuur zuurstof ontneemt en kwikzilver en koper uit hunne zouten reduceert. Het was dus bij het minste nadenken te voorzien geweest, welk gevaar men liep bij een mengsel vaneen onderphosphorigzuur zout met eene zelfstandigheid , die zooveel zuurstof bevat als de chloorzure potassa. Wij deelden in N°. 48 (Weekblad van 31 Maart) een bericht mede, hetwelk ons ter oore was gekomen , echter „onder reserve” en met bijvoeging „dat wij niet voor de juistheid van het bericht konden instaan.” De Geneeskundige Courant van 7 April bevat hieromtrent de volgende terechtwijzing; „Wij zijn in staat gesteld met zeker heid het, hoewel ou„der reserve , medegedeelde berigt, geplaatst in het Phar„maceutisch Weekblad van 31 Maart 11., als zou inden „boezem der bovengemelde commissie tot wijziging en aanvulling der Eharm. Neerl. zelf, het onhoudbare der „poging veld winnen en reeds bij de eerste zamenkomst in „dien geest gedachten zijn gewisseld, onjuist en voorbarig „is, om de eenvoudige reden, dat de commissie nog niet „tot eene vergadering is geconvoceerd geworden.” Uittreksels uit binnen- en bultenlandsche tijdschriften. Caroba, Caroabe, Caruba, Carobe. Onder deze namen worden drie verschillende drogerijen aangeduid. Vooreerst wordt het bekende johannesbrood, Fructus Ceratoniae siliquae, mêt den naam van Caroba qfficinalis, Caroba, Karoben, Karuben, aangeduid. In Erankrijk is onlangs een koffiesurfögaat onder den naam van Carouba aangeboden, hetwelk de gerooste en gemalene vruchten der Ceratonia siligua is. In Spanje heeft de landman sinds oude tijden zijne thee van gerooste algaroba gedronken en het schijnt, dat deze drank van hieruit in Eraukrijk is in gebruik gekomen. Ten tweede heeten inden handel Carobe of Carobhe, in het Italiaansch Carobe di Ouida, de holle uitwassen der Fistacia Terebinthus L. 2»ij zijn verschillend van grootte en vorm, van binnen dikwijls met harsdroppels bezet. Vroeger waren zij als geneesmiddel in gebruik , thans tot het roodkleuren der zijde en der wijnen.

Ten derde zijn onder den naam van Caroba de bladen van verschillende Bignonieën als bloedzuiverend, diuretisch en antisyphilitisch in- en uitwendig middel aanbevolen en aangewend. Deze caroba bestaat uit bladen van verschillende grootte, structuur en vorm, hetwelk bewijst, dat zij van verschillende Bignonieën verzameld wordt. Zij zullen voornamelijk van Bignonia Copaia Anbl. of Jaocüranda procera Spr. afkomstig zijn. Het grootste aantal bladen dezer drogerij is ongesteeld, ei-lancetvormig of meer of minder gespitst eivormig, aan de basis scheef, aan de bovenste oppervlakte eenigszins glanzend en netvormig geaderd , aan den rand omgerold en aan de benedenste oppervlakte een weinig viltig-zachtharig. Zij hebben eene blauwgroene kleur en een zwakken , adstringeerenden, weinig bitteren smaak. Eenige zijn lederachtig, andere (met een elliptischen vorm) niet, sommige zijn gesteeld. Om zuiver salpeterzuur door gefractioneerde destillatie te verkrijgen, moet men een zoo sterk mogelijk zuur uit den handel aanwenden , namelijk van omstreeks 1,4 spec. gewicht. Japansch was, hetwelk op zich zelf tot vele doeleinden in plaats van gewoon bijenwas en ook wel als vervalsclflng hiervan wordt aangewend, komt volgens Dr, Dimmel thans veelvuldig vermengd met water inden handel voor. Een gehalte van 15—20 procent water is geene zeldzaamheid ; er komt echter zelfs was voor, dat 30 procent, dus bijna i/g water bevat. Het was verliest door deze bijvoeging het heldere, glanzende, op bijenwas gelijkend voorkomen. Het wordt dofwit, broos en zeer breekbaar. Het water , dat door uitsmelting gemakkelijk van het was gescheiden wordt, is niet, zooals men meenen zou, door een scheikundig bindmiddel onder het was vermengd. De producenten dezer waar schijnen eenen bijzonderen handgreep te kennen, om eene zoo groote hoeveelheid waterachtige vloeistof met het gesmolten was vóór het uitgieten inde Vormen te vereenigen. Eoussin vermeldt eene vervalsching van dusgenaamde weeke zeep of groene zeep met zetmeel, hetwelk hij a 10, soms a 20—30 procent vond bijgemengd. Op het uiterlijk voorkomen was aan de zeep niets te ontdekken, maar onder het microscoop werd de fraude dadelijk ontdekt. Het vagende middel werd gebezigd , om het zetmeel af te zonderen en de bijgevoegde hoeveelheid te bepalen. Tien gram der zeep werden inde koude opgelost in 30 a4O kubiek centimeters alcohol van 83 °/0. Bij omroeren heeft de oplossing in eenige minuten plaats en de vloeistof is bij zuivere zeep bijna volkomen helder. .Bevat de zeep echter zetmeel, dan bezinkt dit zeer spoedig en kan gemakkelijk worden afgescheiden en afgewasschen. ’ Om het gewicht te bepalen wordt het op eenige lagen iiltreerpapier en eenige oogenblikken inde droogkast gelegd. Het afgezonderde zetmeel vertoonde zich als een grijs poeder; met water gekookt, gaf het eene dikke stijfsel, waarvan de minste hoeveelheid voldoende was om groote hoeveelheden water te kleuren, indien men