dubbele hoeveelheid water vermengen, bij zachte warmte oplossen , warm doorzijgen en daarna bekoelen. Na bekoeling is een groot gedeelte der hars bezonken en wordt het bovendrijvende vocht andermaal doorgezegen en tot extractdikte uitgedampt.

De ondervinding heeft mij echter geleerd, dat dit extract zeer harshoudend is, daar het verkregen vocht, waarschijnlijk door den geconcentreerden toestand nog veel hars houdt opgelost, terwijl de eigenschappen van het extract volgens de Pharm. zelf daartoe strekken, dat het in water behalve eenige harsachtige vlokken moet oplossen. Ik heb bevonden dat, wanneer het bovendrijvende vocht der opgeloste aloë nog eens in 4 a Smaal zijn gewicht aan water wordt gegoten en omgeroerd, er andermaal eene groote hoeveelheid hars wordt afgezet, die anders bij de uitdamping in het extract komt. Zoude het nu onder verbetering niet doelmatiger zijn, het extract op deze wijze te bereiden, namelijk, de aloë in hare dubbele hoeveelheid water op te lossen, te laten bekoelen, door te zijgen en dit vocht nog eens met het 4 a Svoudig gewicht water te vermengen , weder te laten bezinken, van de andermaal bezonken hars af te gieten en dan .eerst tot extractdikte uitte dampen ? Het is waar, de hoeveelheid extract is wel minder, maar men verkrijgt toch dan ook eerst een extract , dat meer aan de eigenschappen, door de Pharm. opgegeven, beantwoordt. De scheikundige praeparaten zijn nog niet in uw Weekblad behandeld als ik wel heb. Ik heb echter onder meer anderen, die ik thans niet wil releveeren, het oog op de Chloret. ferrici solutio. Het specifiek gewicht dezer solutio moet 1,50 zijn. Indien het echter tot die sterkte is gebracht, heb ik altijd last van kristallisatie inde flesch, waarin het wordt bewaard. Is het nu doelmatig om die gekristalliseerde chloret. ferrici inde kleinst mogelijke hoeveelheid water op te lossen en als Chloret. ferrici solutio te gebruiken? Het specifiek gewicht beantwoordt in dat geval echter nimmer aan dat, door de Pharm. bepaald. Ten derde weusohte ik wel te weten of Land. liq. Syd. helder moet zijn en worden gebruikt, of omgeschud; het laatste is mij inde meeste apotheken, waarin ik heb verkeerd, altijd geleerd, doch de Geueesk. Commissie heeft er voorleden jaar anders over gedacht, daar zij bij een mijner kalanten, een geneeskundige ten platten lande, laudanum geliefde af te keuren , die niet helder was. Het kwam mij voor, dat een Vin. opii arom., hetwelk met zuiver extract, opii is bereid , ook zoo moet gegeven worden als het zich voordoet, opdat er geene werkzame deelen verloren gaan. Het zal mij echter aangenaam zijn uw gevoelen of dat van collega’s overeen en ander, door mij thans te berde gebracht, te mogen vernemen. W. A. Hazeü Apolh. en Chem. Eene opzettelijke behandeling der scheikundige praepa-

raten van de Pharm. Neerl. is door ons achterwege gelaten omdat zich inde benoemde Commissie specialiteiten bevinden , wie beter hulpmiddelen ten dienste staan dan ons. Eene behandeling der galenische praeparaten daarentegen behoorde geheel en al, en zelfs uitsluitend, tot de betrekking van apotheker. Wij zijn overtuigd , dat de pharmaoeutische leden der commissie gaarne gebruik maken van opmerkingen door anderen, op de pharmaceutische loopbaan opgedaan. Omtrent extractum aloës merken wij op, dat de aard van dat praeparaat zeer veel afhangt van de gebezigde soort aloë. Wij kunnen ons met uwe bereidingswijze zeer goed vereenigen. Wij meenen , dat de werkzaamheid van het harsachtig uitzaksel uit vinwm opii aromaticum zeer weinig of niets zal beteekenen. De Pharm. verlangt, dat het vinum opii aromaticum bij zijne bereiding gefiltreerd worde. Nu zal het wel nooit uitblijveu, dat zich na geruimen tijd staan eenig bezinksel vertoont, maar wij hebben bij ondervinding , dat vinum opii aromaticum, bereid van versck gemaakt extractum opii, in goed gesloten flesschen voor den invloed van het licht bewaard, na verloop vaneen jaar eene zeer kleine hoeveelheid bezinksel gaf. Dewijl wij geen vrees koesteren, in deze kleine afscheiding werkzame bestanddeelen te verliezen, aarzelen wij niet den opiumwijn alsdan nogmaals te filtreeren. Omtrent chloreti ferrici soluiio verwijzen wij naar het vorig nommer. De heer P. M. de Ligny , apotheker te Middelburg, ■ deelt ons mede dat hem het vermengen van chlorofor• mylum dr. ij, 01. ricini dr. ien collodium % once zeer goed gelukt is , door eerst het collodium af te wegen, hierbij het chloroform te voegen, goed om te schudden en daarna het oleum ricini, waarmede weder goed wordt omgeschud. Hij verkreeg eene volkomen heldere , geelachtig gekleurde vloeistof, die nog na verloop van 8 dagen onveranderd is gebleven. Op onze opmerking van 1.1. week , dat het verschil misschien gelegen is in het gebruik van photographisch collodium , kregen wij ten antwoord van v. O. te Amsterdam , dat hij gebezigd had zelf bereid collodium uit 1 once zelf bereid pyroxyline, 8 oneen spiritus vini rectificatissim. en 32 oneen oxyd. aethyl., alles gewogen, en toch was de uitkomst der bereiding van de mixtuur bij hem gunstig, zij was en bleef volkomen helder en vloeibaar. Ook het door ons gebezigd collodium was zelf bereid en toch is ons , zooals wij vermeld hebben , de vermenging niet gelukt. Wij hebben nog verdere proeven genomen met collodium bij een collega gehaald. Het gaf dadelijk eene gelei af, die zich niet verdeelen liet, toen wij het met het chloroform vermengden , en na de latere bijvoeging der ricinusolie ontstond eene troebele geleiachtige massa. Wij hebben toen eerst de ricinusolie onder het collodium geschud en het chloroform het laatst bijgevoegd. Nu verkregen we wel eene heldere door-