B IJ B L A D TOT HET PHARMACEÜTISCH WEEKBLAD van 24 November 1867, 10. 30.

VERSLAG aan Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken, van de Commissie in 1867 belast met het afnemen der examens van hnlp-apothekers. De Commissie benoemd door Z. M. den Koning tot het afnemen van het hulp-apothekersexamen in 1867 , heeft, overeenkomstig Uwer Excellentie’® bepaling , op den 3den September jl. hare tweede zitting aangevangen en die gedurende nagenoeg die geheele maand dagelijks voortgezet. Dr: F. W. C. Krecke bekleedde daarbij de plaats van prof. Schroeder van der Kolk die helaas door den dood ontvallen was. Ben getal van 49 candidaten had zich voor het doen van examen aaugemeld. Daarvan waren er 19 die reeds vroeger eens of meermalen waren afgewezen. Ten einde mogelijk te maken om dit groot aantal can" didaten inden loop der maand Sepember, die door Uwe -Excellentie voor het examen was aangewezen , te examineeren , heeft de Commissie gemeend het mondeling examen , in vergelijking met vroeger, eenigermate te moeten bekorten en daarentegen het schriftelijk examen eene grootere uitbreiding te moeten geven dan zij tot hiertoe gedaan had. En opdat de aanwezige toehoorders ook over dit gedeelte van het examen zouden kunnen oordeelen, werd het schriftelijk werk gedurende de vergaderingen ter visie gelegd. Onderscheidene belangstellenden hebben van die gelegenheid gebruik gemaakt. Het examen werd verder op dezelfde wijze en binnen dezelfde grenzen afgenomen als in April jl. Alleenlijk werd de volgorde der verschillende vakken van bet examen ditmaal zóó geregeld , dat inde eerste week het examen begon met natuurkunde, inde tweede, week met scheikunde, inde derde week met plantkunde, terwijl inde vierde week de nog overige ex amina beurtelings in diezelfde afwisseling hebben gedeeld. De Commissie alzoo eenen zooveel mogelijk gelijken iudruk bekomende van de mate van bekwaamheid , die in het algemeen in elk der vakken van het examen werd aan den dag gelegd, heeft de eer daaromtrent het volgende aan Uwe Excellentie te rapporteren. Het natuurkundig examen , waarbij over dezelfde onderwerpen gevraagd werd als in April jl. en waarvan toen de indrnk op de Commissie gunstig kon genoemd worden, liet thans over het algemeen te wenschen over. Klein was het getal der examinandi die blijken gaven van zich met ijver op de beoefening der physioa te hebben toegelegd. Mathematische grondslagen werden slechts als hij uitzondering aangetroffen. De Commissie acht het

weuschelijk en bij het tegenwoordig verbeterd onderwijs heeft zij reden te verwachten dat haar wensch zal vervuld worden dat de aanstaande hnlp-apothekers zich in het vervolg met meer kracht op de voor den apotheker zoo onmisbare mathematische en physische wetenschappen zullen toeleggen. De indruk van het scheikundig examen was, voor zoover de algemeene kennis der candidaten op dat gebied getoetst werd, tamelijk gunstig. De toepassing dier kennis evenwel op het gebruik van reageermiddelen voldeed niet altoos aan de verwachting. Inde plantenkunde legden sommigen een zeer goed examen af en gaven blijken van zich met ijver op die wetenschap te hebben toegelegd, ook bepaaldelijk door eigen onderzoek van de levende voorwerpen. Ten opzigte van de verhouding der kundigheden, die, in het algemeen, inde verschillende onderdeelen der kruidkunde werdén aan den dag gelegd, werd hetzelfde waargenomen wat inde voorjaarszitting dezer Commissie was opgemerkt. De kennis van de natuurlijke geschiedenis van dieren en delfstoffen kon, evenals inde vorige zitting der Commissie, in het algemeen als voldoende beschouwd worden. Op weinige uitzonderingen na gaf dit deel van het examen een niet ongunstigen indruk. Was de Commissie over de kennis van simplicia, als grondslag der recepteerkunst, over het algemeen wel tevreden, over de eischen der theoretische en praktische recepteerkunst was zij, evenals in April jl., slechts matig voldaan. Gebrek aan oordeelkundige toepassing van verkregen physische en chemische kennis bij de receptuur werd bij velen aangelroffen. De uitslag van het examen is geweest als volgt: Van 49 candidaten hebben zich teruggetrokken 6, waarvan 2 vóór den aanvang van het examen en 4 gedurende den loop daarvan. Afgewezen zijn 34 , waarvan 17 voor de eerste maal, 6 voor de tweede maal, 1 voor de derde maal. ïoegelateu zijn 19. Hunne namen zijn : Wilhelmus Engelbertus van Beek, van Utrecht; Johannes Gerardus Brandts , van Groningen ; Herman Hendrik ten Cate , van Hoogezand; Jan Jacobus Couvée, van Leiden; Nanno van Duinen , van Veendam; Jan Willem Garrer, van Leiden; Andreas Bernardus Hendricus Maximiliaan Gillemans, van Breda; Barend Grey , van Arnhem ;