waarbij soms nog de vreemdsoortigste ingrediënten worden gevoegd.

De dusgenaamde tandopiaten bestaan gewoonlijk uit violenwortel , puimsteen , krijt enz. met honig als bindmiddel. De tandwaters zijn meestal zeepachtig en sterk geparfumeerd. Vroeger bediende men zich algemeen van de tincturen van myrrhe en kina onder bijvoeging van kamfer. Thans schijnt eene tinctuur uit den bast van Quillaja Sapomria eene belangrijke rol te spelen. Prancis noemt de volgende voorwaarden op voor een goed middel tot het zuiveren der tanden. Het moet geen onaaugenamen smaak hebben en zooveel mogelijk oplosbaar zijn. Houtskool, puimsteen, sepia enz. zijn dus te ontraden , daar zij bij het poetsen der tanden met geweld tusschen de tanden en onder den rand van het landvleesch worden gedreven en aldaar de kiem vormen voor het aanzetten van den zoogenaamden wijnsteen. Kina en myrrhe zijn als overbodig te beschouwen. De beste grondslag voor tandpoeder is zuiver gepraepareerd krijt, want het is volkomen oplosbaar in azijnzuur. Als bijvoegsel is vooral de borax aan te bevelen, die de ontsteking der slijmhuid vermindert en den mond eene zekere zachtheid geeft. Een eenvoudig en voortreffelijk tandpoeder is een mengsel van 6 deelen krijt en 1 deel windsorzeep. Het tandpoeder van Prancis zelf bestaat uit krijt 36 deelen , borax en violenwortel, van elk 12 deelen, cardamom 2 deelen, suiker 12 deelen en eene welriekende olie (rozen-, gaultheria- , jasmijnolie of neroli). Wil men het eene roode kleur geven, dan neemt men 12 deelen rood lak (lac in.globulis) en zooveel te minder krijt. Het spreekt van zelf, dat alle ingrediënten tot het fijnste poeder moeten gebracht zijn. Men bewaart dit poeder in eene goed geslotene flesch en poetst daarmede de tanden des morgens en des avonds. Prancis houdt de reiniging des avonds voor noodzakelijker dan des morgens, want gedurende den dag dragen de bewegingen der tong, de voortdurende afscheiding van speeksel en zelfs het kauwen bij tot het zuiver houden der tanden, terwijl gedurende den nacht de tong rust, weinig of geen speeksel wordt afgescheiden en de speekseldeeltjes , die tusschen de tanden zijn blijven hangen , nu zooveel temeer eene ontleding ondergaan. I‘. houdt het gebruik vaneen dergelijk zuiveringsmiddel voor de tanden hoogst noodzakelijk. De vrees voor het afslijten der tanden moet daarvan niet terughouden, want dit afslijten beteekent volgens zijne ondervinding zeer weinig, terwijl de treurige gevolgen van het niet zuiver houden der tanden niet uitblijven. SCHEIKUNDIG ZUIVER JODIUM. Om scheikundig zuiver jodium te verkrijgen lost Stas 8 deelen jodium op inde geconcentreerde oplossing van 2 deelen joodpotassiura en scheidt dan door water slechts % X?11 liet daardoor praecipiteerbare jodium af, De af-

(Bladz. 3.) gewasschen neerslag wordt ineen stroom van waterdamp gedistilleerd , het distillaat boven salpeterzure kalk gedroogd en tot verwijdering van al het water en het joodwaterstofzuur tweemaal over watervrije baryt afgedistilleerd. Ook kan men het jodium (1 deel) met zeer geconcentreerde ammonia,schudden en de bijna kleurlooze vloeistof van de gevormde joodstikstof dooreen langen trechter afgieten. Men wascht af door decantatié met geconcentreerde ammonia en ten laatste op den trechter met koud water, De nog vochtige joodstikstof kan zonder ! gevaar ineen mortier gewreven worden. In veel water verdeeld , wordt zij bij de gewone temperatuur langzaam , tusschen 60—65° snel en zonder gevaar ontleed , waarbij zich jodium afscheidt. Het afgewasschen jodium wordt met de waterdampen gedistilleerd, terwijl gevormdjoodammonium en waarschijnlijk joodzure ammonia terugblijven. Deze laatste verbinding ia ontplofbaar en wordt beneden 100° in jodium en gas ontleed. Het afgescheiden jodium wordt als boven gezuiverd. Het scheikundig zuiver jodium stoot bij de gewone temperatuur geene dampen uit; gesmolten is het vloeibaar en bijna volkomen zwart. De verzadigde damp isinten-, sief blauw, inden verdunden staat violet. Het smelt nog niet bij 113°, is eohler bij 115° vloeibaar. Het kookpunt ligt boven de 300°. Gewoonlijk daarentegen worden als smeltpunt 107° en als kookpunt 175 —lßo° opgegeven. Mededeelingen. Ingezonden stukken. DE NIEUWE VERLICHTING OP HET PLEIN VOOR HET STADHUIS TE PARIJS. De. heer J. Hoola van Nooten te Edam verzocht ons onderstaande vertaling, door hem eerst geplaatst in het Noord-Hollandsch Weekblad van Zaterdag 18 April, tot meerdere verspreiding in het Pharmaceutisch Weekblad op te nemen. Niettegenstaande, wij onzen lezers van bet begin der uitr vinding de bereidingswijze van zuurstof uit mangaanzure of overmangaanzure soda mededeelden, en de verlichting door middel van magnesia [niet magnesium , zooals abusiyelijk in No. 41 van den vorigen Jaargang staat) , gloeiende ge* maakt door lichtgas met zuurstof, meer dan eens ter sprake brachten , meenden wij het stuk echter, al is het dan ook eenigszins om de belangrijke beschrijving, die het bevat, in zijn geheel te moeten opnemen. In hetzelfde No. 41 hebben wij tevens vermeld, dat er concurrentie op dit gebied der verlichting is gekomen door de uitvinding van Bourbouse, waarbij geeii zuurstof, maar dampkringslucht bij het lichtgas gevoerd en platinadraad als lichtgever wordt gebezigd. Bij- ons bestaat 'tot nog toe groote twijfel aan eene algemeene toepassing van deze wijze van verlichting. Het kan niet anders, of bij do hevige hitte, die er bij de verbranding van licbtgaSp met zuurstofgas gemengd, wordt voortgebracht, zal zoowel magnesia als platina aan eene