gemeld, dat vóór 1 September 1869 geen nieuw opium in Europa te verwachten is, want, hoewel de eerste kisten opium reeds aau het einde van Msi of in het begin van Juni op de Smyrnasche markt komen , kan de verscheping van het opium uit verschillende oorzaken eerst in Augustus geëffectueerd worden. Vooreerst geraakt versch opium licht in gisting, ten tweede is het niet gemakkelijk den „chikenthee ,” de slechtste soort van opium , af te zonderen en ten derde geeft versch verscheept opium een gewichtsverlies. De gemiddelde oogst van opium in Klein-Azië inde laatste 10 jaren bedroeg 3000 kisten per jaar. Het is vreemd, dat vóór 10 jaar, dus van 1858—1859 hetzelfde gebrek aan opium bestond als nu. De oogst van het genoemde jaar bedroeg slechts 1439 kisten, dus nog 311 kisten minder dan dit jaar. Als vervalsching van radix senegae , uit Amerika afkomstig , wordt door Flückiger opgegeven de wortelstok van Gypripedium pubescem Wild. Hij doet zich bruinrood , ongeregeld naar den eenen of anderen kant gebogen voor en kan, hoewel in geringe hoeveelheid, uit den senegawortel worden uitgezocht. Hij bereikt eene lengte van 3 —3 tot 9 centimeters en bestaat uiteen stam van slechts weinige millimeters dikte , met dikwijls meer dan een dozijn grootere of kleinere litteekens van, den stengel , die slechts aan de jongere exemplaren ver genoeg uit elkander zijn gesprongen , om den wortelstok zelven nog duidelijker te doen te voorschijn treden. Verkrijgt de wortelvorming grootere sterkte, dar. draagt zij korte takken, die met litteekens van den stengel eindigen, zoodat deze laatste nu ver de overhand hebben, zich als ronde sterk verdiepte schoteltjes van meer dan 1 centimeter diameter dicht naast elkander, gewoonlijk in ééne vlakte, verheffen. Aan den grond der litteekens en aan deze zelven is de wortelstok door afgestorven bladscheden niet zeer duidelijk geringd. Overal gaan tamelijk gelijkmatig bijwortels , 1 millimeter dik en tot over 1 decimeter lang, naar de kanten en naar beneden af. Hun kleur speelt tussohen donkerbruin en licht grijsbrninachtig , zij zijn sterk golfvormig heen- en weergebogen, dus dicht in elkander verward , hoewel heel eenvoudig. Volgens de Industrieblatter is de Baschinsche levertraan geen levertraan, maar bestaat uit het vet van zeezoogdieren. Een nieuw handelsartikel in Duitsohe apotheken zijn penseelen en sponsjes, om bij keelziekten aan te wenden. Zij bestaan uit sponsjes op verzilverden draad, uit penseelen op verzilverden draad, en uit sponsjes en penseelen aan lange baleinen. Om het uitrollen der pleisters gemakkelijk te maken en te verhinderen , dat , zooals vooral bij Empl. oantharidum en Empl. conü het geval is, de pleister zoowel op de plank of den steen, waarop zij wordt uitgerold , als aan de vingers kleeft, wordt aanbevolen bij het uitrollen en malaxeeren , in plaats van de gewoonlijk in gebruik zijnde boomolie, glycerine te nemen. Tevens zal daardoor het beschimmelen vermeden worden, 1

| Indien men bij eene quantitatieve bepaling der druivensuiker zich eene controle wil verschaffen door het proefvooht op scheikundig zuivere druivensuiker te beproeven, stoot men volgens Herb op het groote bezwaar, dat er geen scheikundig zuivere druivensuiker bestaat. Om in deze leemte te voorzien, wordt door hem aangeraden gekristalliseerde rietsuiker, witte kandij, in water op te lossen en de oplossing met verdund zwavelzuur eenige uren bij 60° C. te digereeren. Deze vloeistof kan nu met koperoplossing genormeerd worden, indien men er niet de voorkeur aan geeft de koperoplossing af te meten , in te dampen , te gloeien en het koperoxyde als zoodanig te bepalen. (220,55 gram CuO = 100,00 gram C6H1126).06). Hoewel alle scheikundigen niet overeenkomen inde bepaling van het aantal molec, CuO, die tot oxydatie worden gereduceerd , zijn toch 5 mol. (10 aeq.) door de meeste scheikundigen aangenomen. Op dezen grondslag heeft Herb zijne normale koperoplossing tot de quantitatieve bepaling der druivensuiker ingericht: Men brengt 10 C. C. der koperoplossing in eene porseleinen schaal, voegt 40 O. C. water bij, verhit tot zachte koking en laat uit eene burette de suikeroplossing (urine enz.) droppelsgewijze bijvloeien , totdat de vloeistof zich geheel ontkleurd vertoont en het koperoxydule zich snel als een rood poeder afscheidt. Een droppel oplossing van ferrooyaanpotassium , op eene glazen plaat gebracht, mag geene roode troebeling voortbrengen , indien men een droppel der vloeistof, die men heeft laten bezinken, daarbij voegt. 10 C. C. normale koperoplossing wijzen 0,05 gram druivensuiker aan. Emplastrum picis burgundicae. Om deze pleister zoodanig te bereiden , dat het bourgondisch pik niet, zooals veelvuldig bij de .gewone nitstrijking op leder of linnen het geval is, door de warmte der huid smelt en zich inde kleeding van den patiënt verspreidt, wordt de volgende methode opgegeven : Men neemt caoutchouk, in kleine stukken gesneden, 35 deelen, petroleumaether 15 „ en laat ineen gesloten vat oplossen, van tijd tot tijd schuddende. Deze oplossing heeft de consistentie van een dikken honig. Verder neemt men : gezuiverd bourgondisch pik 300 deelen , wit was 25 „ , laat bij eene zachte warmte smelten en mengt de gesmolten massa bij de oplossing van caoutchouk. Om deze bewerking goed te doen gelukken, brengt men eerst de caoutchouk-oplossing ineen bekken, verwarmt zeer zacht, en giet nu bij kleine gedeelten tegelijk het gesmolten mengsel van bourgondisch pik en was bij. Men schudt telkens sterk , totdat de massa homogeen is geworden. Eindelijk voegt men er bij glycerine 3 deelen en schudt alles goed dooreen,