PHARMACEUTISCH WEEKBLAD

VOOR NEDERLAND. ONDER REDACTIE VAN R. J. OPWIiRDA, Apotheker te Nijmegen. Dit Blad wordt eiken Zaterdag uitgegeven bij den Boekhan-1 Alle stukken, welke men in dit Blad wenscht opgenomen te delaar D. B. CENTEN te Amsterdam. Prijs per Jaargang, zien, gelieve men franco in te zenden aan den Redacteur franco per post, / 4.50. | te Nijmegen, vddr Woensdag. Prijs der Advertentiën: van 1 tot 6 regels ƒl. , elke regel meer 15 ets., en 10 ets. voor een N°. van het Blad. Brieven franco.

N°.

ZONDAG 7 November 1869.

©e jaargang.

IMcdedeellngen» Ingezonden stukken. PHARM ACEUTISCHE STATISTIEK. Uit het indruk verschenen Verslag aan den Koning van de bevindingen en handelingen van het geneeskundig staatstoezicht in het jaar 1868 (een lijvig boekdeel van 458 pag.) blijkt, dat op den Sisten December 1868 in ons vaderland waren 839 apotheken en 175 drogistwinkels. De verdeeling over de verschillende provinciën, is: Noordbrabant 53 apotheken, 3 drogistwinkels; Gelderland 78 apoth., 7 drogistw.; Zuidholland 178 apoth., 53 drogistw,; Noordholland 202 apoth., 65 drogistw.; Zeeland 53 apoth., 3 drogistw.; Utrecht 42 apoth,, 18 drogistw.; Friesland 75 apoth., 3 drogistw.; Overijsel 40 apoth., 7 drogistw,; Groningen 44 apoth., 15 drogistw.; Drenthe 16 apoth,, 1 drogistw.; Limburg 58 apoth., (geen drogistw.). De cijfers hebben betrekking op het getal apotheken en niet op het getal der apothekers. Vele apotheken staan onder de leiding van meer dan één apotheker en het is, zooals het Verslag opmerkt, van meer belang te weten, hoevele apotheken er zijn, dan het getal apothekers te kennen, die er in werkzaam zijn. Zulks was bij het Verslag van het vorige jaar niet in het oog gehouden en daardoor waren dan ook de cijfers minder juist en minder sprekend geweest. (Hetzelfde geldt ten opzichte der drogistwinkels en drogisten) Het aantal apotheken, dat op den 3laten December 1867 bestond, bedroeg 857, zooals wij boven zagen, op 81 December 1868, 839 en is dus in 1868 met 18 (in het Verslag staat abusivelijk 26) verminderd. In Gelderland en Utrecht is het getal apotheken in 1868 stationair gebleven, in Noordbrabant zijn 3 apoth. opgeheven, 2 bijgekomen, in Zuidholland 12 opgeheveu, 8 bijgekomen, in Noordholland 6 opgeheven, in Zeeland 5 opgeheven, 1 bijgekomen , in Friesland 3 opgeheven , 4 bijgekomen, in Overijsel 1 opgeheven, 2 bijgekomen, in Groningen 5 opgeheven, 1 bijgekomen, in Drenthe 1 opgeheven, 2 bijgekomeu , in Limburg 2 opgeheven. Het aantal drogistwinkels bedroeg 177 op 31 December 1867;1750p31 December 1868 en is dus in 1868 slechts met 2 verminderd. In Zuidholland was 1 drogistwinkel opgeheven, 1 bijgekomen, in Noordholland waren 2 opgeheven, in Utrecht 1 opgeheven, 1 bijgekomen, in Groningen 1, opgeheven, 1 bij gekomen. Het getal apothekersbedienden, hulpapothekers en leer – ling-apothekers wordt ditmaal niet vermeld, daar, bepaaldelijk wat de apothekersbedienden betreft, welke hunne bevoegdheid aan art. 34 van Wet IV ontleenen, nog geene nauwkeurige opgaven voorhanden waren. Aan de verschil-

lende commissiën is dit jaar opgedragen bij de visitatie der apotheken de bouwstoffen te verzamelen, om ook hier eene nauwkeurige opgave te verkrijgen. Wij herhalen de opmerking, die wij bij de mededeeling van’ het Verslag van het voorgaand jaar voegden. Het getal 889 apotheken op eene bevolking van ruim millioen inwoners, dus 1 apotheek op 4200 inwoners is zoo buitengewoon groot niet. Maar deze apotheken zijn op weinige uitzonderingen na inde steden gevestigd en dus aldaar vaak nog zeer opeengehoopt. Behalve de apothekers is het grootste aantal der 971 plattelandsheelmeesters en een niet onaanzienlijk gedeelte der 1002 medicinae doctores en der 22 artsen door hunne standplaats volgens art. 9 van Wet II bevoegd tot het leveren van geneesmiddelen en maakt van deze bevoegdheid gebruik. Vergunning tot afwijking van al. 1 van art. 3 (inrichting der apotheek) is in 1868 aan 5 apothekers verleend. Vergunning krachtens art. 18 (waarneming der apotheken door andere gevestigde apothekers) werd 68 maal verleend. In 1868 zijn acten van bevoegdheid uitgereikt aan 3 apothekers, 5 hulp-apothekers en 36 leerling-apothekers. De ontvangsten voor deze examens bedroegen/ 660. De onkosten der pharmaoeutische examens zijn niet afzonderlijk opgegeven, maarde gezamenlijke reis- en verblijfkosten en presentiegelden der commissiën, van al de examens (natuurkundige, geneeskundige, hulp-apothekers-, leerling-apothekers- en vroedvrouwen-examens) bedroegen in 1868 ƒ 9641.90. Daartegen werd ontvangen ƒ 1840.00, zoodat ten behoeve dezer examens is uitgegeven eene som van ƒ 7801.90. In Engeland is een vergiftiging voorgekomen met uitras baryticus, die bij onderzoek gebleken is zich bevonden te hebben onder zwavelbloemen, waarvan 1 once, ineen drogistwinkel aangekocht, was ingenomen. De doodwas binnen 61 uur na het gebruik gevolgd. (Aan het hoofd dezer drogistwinkel stond eene dame.) De zwavelbloemen uit dit mengsel bleken 6j) nitras baryticus te bevatten. Toen men de oorzaak der aanwezigheid van nitras barytious inde zwavelbloemen opzocht, is het uitgekomen, op welk een schandelijke wijze in deze winkels gehandeld wordt. Men had vaneen mengsel voor dusgenaamd groen bengaalsch vuur, waartoe nitras baryticus gebruikt wordt, overgehouden, en niets daarmede wetende aan te vangen-, het restant eenvoudig onder de zwavelbloemen gemengd. De vergiftige werking van nitras baryticus is gelijk aan die van chloretum baryticum.