1 ouoe. 1 dgr. 1 scr. 1 gr. pulv 12i « Sarsapar «32 n Valer. S « 10 Santoninum « 44 15 i Secale corn « . 4 pulv « 6 Spir. Gamphorat. ....// 10 (8 once 54 ets.) // Coohiear // 17 « Lavendul // 12 Sulph. Cinchon. . . ... . « 24 n Chinini « 94 a ƒ 1 Bulf, aur. antim « 6 Syrup. Althaeae. . ƒ » 8 // Communis. . . . « 7y « C. Aurant. . . . « 19 « Cinnamomi. . . . « 15 « Ipecaquanh. . . . « 12£ « Ehei – . n 20 « Eubi Idaei. . . . u 12 // Simplex. ...... 8 // Succo Citri. . . . // 86 Tinct. Aurant n 34 „ Benzoës «31 // Catechu «25 « Gentianae « 23£ « Jodii «25 4 « Myrrhae «26 « Valer. S «26 üng. Hydrargyri «32 „ Mezerei « 12 „ Picis « 17 « Zin ei «29 Veratrinum 2|a3 Vinum Colchic «38 // Stibiat, . . . . «16 Sulph. Zinci « li Valer. Zinci « 40 Wat de berekening van het glaswerk betreft, deze is vrij hoog, als had men eene vergoeding willen schenken voor de soms lage prijzen. Stroopen, spivitualia en tincturen zijn niet het laagst genoteerd. G. Duffer Blom. Mijnheer de Redacteur! In het Pharmaceutisch Weekblad van 7 November lees ik eene bemerking van den heer van Ledden Hulsebosch te Ommerschans omtrent de door mij inden 4den jaargang N°. 40 van het Pharmaceutisch Weekblad opgegevene analyse betreffende het Büllrich’s Universeel zuiveringszout, als zoude dit bestaan uiteen mengsel van Bioarbonas en Carbonas natricus. Zonder te kort te willen doen aan 'de analytisch-chemische kennis van den heer Hulsebosch, zou ik het wel zoo doelmatig gevonden hebben, indien hij, alvorens een oordeel te vellen over mijne analyse, even als ik, den regelmatigen gang van de door hem in het werk gestelde analyse had opgegeven en tevens duidelijk had doen uitkomen, waarin al zijne zoogenaamde microchemische en vergelijkende proeven bestonden. Wel klinken die woorden zeer fraai en geleerd, maar beteekenen toch weinig zonder eene nadere omschrijving. Doch aangenomen dat de heer Hulsebosch ook het enkelvoudig-carbonaat van natron had gevonden, dan zou dat volstrekt nog geen bewijs zijn van de onjuistheid mijner analyse en wel vooreerst omdat er inden handel voorkomen twee soorten van Büllrioh’s zont, de eene van den heer Sardemann, de andere van den heer von Gimborn, welke beide soorten wel eenigszins in samenstelling zouden kunnen verschillen ; ten tweede omdat het aan een ieder, die de scheikunde bestudeert, wel bekend zal zijn hoe gemakkelijk dubbel-koolzure soda voor een gedeelte in het enkelvoudig-carbonaat kan overgaan, zelfs bij blootstelling eener waterige oplossing aan de lucht. Of is wellicht de heer Hulsebosch bij het doen zijner microchemische onderzoekingen zelf de oorzaak geweest van de vorming van het enkelvoudig-carbonaat doorn. 1. het bewuste zout met warm water te behandelen, waardoor een gedeelte koolzuur ontwijkt? Welnu, dan geef ik het gewonnen, dat zijne analyse niet met de mijne overeenkomt.

Wat betreft de mededeeling, dat het zout onder dezelfde verpakking toegedieud aan de kalanten, niet bevonden werd hetzelfde te zijn, zoo kan ik hier omtrent mededeelen, dat na mijn gedaan onderzoek, het zout, zelfs onder eene andere verpakking, inde apotheek, waarin ik destijds werkzaam was, meermalen is verkocht en er niemand eenige aanmerkingen op heeft gemaakt, ja zelfs allen verklaarden, dat het geneesmiddel volkomen hetzelfde was als datgene wat zij vroeger van elders hadden laten ontbieden onder den naam van Büllrich’s zout. Tevens breng ik den heer Hulsebosch in herinnering, dat na gedane analyse ook de redactie volkomen met mijne bevinding overeenstemt *). Indien de heer Hulsebosch nauwkeurig zijne analyse had opgegeven, dan zou het mij duidelijk zijn of ■ wellicht andere zouten, thans nu het geneesmiddel reeds aan herhaalde onderzoekingen is blootgesteld geworden, er een samenstellend deel van hadden uitgemaakt, waardoor verschil in smaak of werking waste weeg gebracht met de vroeger onder den naam van Büllrich’s zout voorkomende dubbel-koolzure soda. Doch om zeker van de zaak te zijn, stel ik mij ten doel op nieuw eene analyse te bewerkstelligen van het thans gebruikt wordend Büllrich’s zont. De heer Hulsebosch schijnt eene groote voorliefde te hebben voor microchemisohe onderzoekingen, vooral wanneer men de te onderzoeken stof bij ponden tegelijk in den handel kan -verkrijgen. Ten slotte nog ééne vraag: Is de heer Hulsebosch door zijne microchemisohe en vergelijkende proeven ook tot de vaste conclusie gekomen van de afwezigheid van anderhalf-koolzure soda ? Met de plaatsing dezer regelen zult TJEd. ten hoogste verplichten enz. S. S. Hoola van Nooten. Hulp-Apotheker. CLASSIFICATIE LEB PHARMACEUTISCHE POEDERS. De 7de uitgave der Pharmacopaea Suecica, waaruit wij reeds in ons voorgaand noramer een voorschrift opgaven, kenmerkt zich zoowel dooreen beknopten en netten Vorm als door eenvoudigheid en degelijkheid. Tot de bijzonderheden, daarin voorkomende, behoort onder anderen eene classificatie der pharmaceutische poeders. Er worden 4 klassen van pharmaceutische poeders gesteld en eenige dezer klassen verkrijgen nog onderdeden. , Tot de eerste klasse behooren die stoffen, waarvan het poeder tweemaal door eene zijden zeef moet worden gedreven, welke zeef van zoodanige textuur is, dat elke centimeter omstreeks 40 draden bevat of dat elke vierkante centimeter 1600 openingen heeft. De twee onderdeden dezer klasse zijn: a. zelfstandigheden die geheel tot poeder worden gebracht, zonder iets terug te laten; Aloë, Cortex chinae, ■ Gort. cinnamomi, Gummi guttae, Indigo , Dactucarium , Oxydum plumbioum, Kad. rhei, Kesina guajaci, Tubera jalappae. b. Zelfstandigheden, die niet geheel tot poeder gebracht worden, maar waarbij iets terugblijft: holia belladonnae. 801. digitalis, 801. hyoscyami, 801. nicotianae, 801. sennae, 801. stramonii, Herba conii, Eadix liquiritiae (bij al dezen moet slechts \ poeder van de oorspronkelijke stof worden afgedampt), Eadix belladonnae (die zoolang gestampt wordt, totdat er slechts vezels terugblijven), Badix ipecacuanhae (waarvan enkel de schors wordt gestooten). Tot de tweede klasse behooren de zelfstandigheden, waarvan het poeder tweemaal moet gezift worden door eene zijden zeef, die op de centimeter 32 draden bevat of waarvan de vierkante centimeter 1000 openingen heeft. •) Zie het aangehaalde N°. 40 van den 4den jaargang en N». 5 ■ van den 3den jaargang. Ook uu vereenigen wij ons met de beschouwing van den heer H. v. N.