PHARMACEUTISCH WEEKBLAD

VOOR NEDERLAND. ONDER REDACTIE TAN R. J. OPWIJRDA, Apotheker fe Nijmegen.

Dit Blad wordt eiken Zaterdag uitgegeven bij den Boekhandelaar D. B. CENTEN te Amsterdam. Prijs per Jaargang, franco per post, ƒ 4.50.

Alle stukken, welke men in dit Blad wenscht opgenomen te zien, gelieve men franco in te zenden aan den Redacteur te Nijmegen vóór Woensdag.

Prijs der Advertentiën: van 1 tot 6 regels ƒ 1.—, elke regel meer 15 ets., en 10 ets. voor een N°. van het Blad. Brieven franco.

Se Jaargang.

ZONDAG 3A Juli 1870.

N°. 13.

Mcdedeelingen. Ingezonden stukken. Ook de Redactie van het Pharmaceutisch Weekblad ontving het bekende verzoek van den Minister van Binnenlandsche Zaken om in het blad geen melding te maken van bewegingen van Nederlandsche troepen eu andere maatregelen van militairen aard, die binnen onze grenzen door de omstandigheden mochten geboden worden. Volgens bepaling van den Minister van Binnenlaudsche zaken zijnde openbare examens voor hen, die eene acte van bevoegdheid als leerling-apotheker wenschen te verkrijgen, aangevangen of zullen zij aanvangen: te Amsterdam den 18den Juli, te ’sHertogenbosoh den 2 6 sten Juli. Uit het Verslag der Provinciale Staten van Noord-Holland ontleenen wijde volgende opmerking: //De toestand der apotheken verbeterde gestadig, de //drogistwinkels daarentegen schijnen meer en meer van //hunne oorspronkelijke bestemming af te wijken; in vele //worden tevens verschillende andere waren verkocht, in //enkele vooral geheime geneesmiddelen.” Mij merken hierbij op, dat inde provincie Noord-Holland het grootste aantal drogistwinkels gevonden wordt, omstreeks de helft van het getal in het geheele land. KUNSTMATIG ALIZARINE. Op de bereiding van het kunstmatig alizarine (zie NO. 10 van den 6den Jaargang) is weder een groote I stap voorwaarts gezet, nu Caro in plaats van het broom het veel goedkoopere zwavelzuur heeft leeren aanwenden. Wordt slechts eene voldoende hoeveelheid anthraceen I geleverd, dan bedreigt deze kunstmatige bereiding de cultuur van de meekrap en diensvolgens de garanoinefabrieken met eene concurrentie, die bijna niet missen I kan geheel ten nadeele der laatste uitte loopen. i Bij het gebruik van het zwavelzuur worden de 2 vol- ! gende methoden opgegeven. a. 1 Gewichtsdeel anthrachinon (oxanthraceen) wordt met 3 gewichtsdeelen zwavelzuur van 1,848 spec. gewicht in eene retort tot omstreeks 260° C. verhit, totdat het mengsel geen anthrachinon meer bevat, hetwelk men i daaraan herkent, dat eene proef helder in water oplost. 1 Er ontstaat daarbij een sulfo-anthrachinonzuur. Na af koe- 1 ling wordt met water verdund en met koolzure kalk ge- 3

neutraliseerd, waardoor het sulfo-anthrachinonzuur gebonden, maar tevens overvloedig en onverbonden zwavelzuur I als sulphas caloicus neergeslagen wordt. Na affiltreering – wordt bij de oplossing carbonas kalicus gevoegd, totdat 3 alle kalk is neergeslagen. De heldere oplossing van het i nu gevormde potassazout van het sulfo-anthrachinonzuur 3 wordt tot droogwordens verdampt. b. 1 Gewichtsdeel anthraceen wordt met 4 gewichts– deel zwavelzuur van 1,848 spec. gewicht gedurende eenige . uren f°t omstreeks 100° C. verhit, waarna men de tempe> ratuur tot 150° verhoogt en deze een uur onderhoudt. Na af koeling verdunt men met omstreeks het drievou. dig gewicht water en voegt op I deel van het gebezigde anthraceen 2 tot 3 deelen bruinsteen. Alles wordt gedurende eenigen tijd gekookt. Om het proces zeker ten einde te brengen, kan men het mengsel concentreeren of zelfs tot droogwordens verdampen. Het zwavelzuur wordt door kalk geneutraliseerd, het opgeloste mangaan door eene overmaat V|m kalk neergeslagen en eindelijk door carbonas kalicus of natricus alle kalk uit het filtraat door praecipitatie verwijderd. De heldere oplossing wordt tot droogwordens ingedampt. De zoutmassa, volgens a of h verkregen, wordt met haar dubbel tot drievoudig gewicht vasten hydras kalicus of natricus in weinig water opgelost en gedurende een uur tot 180 a 260° C. verhit of zoolang, totdat eene proef, in water opgelost en met zuren verzadigd, een rijkelijken neerslag van alizarine geeft. Men lost nu alles in water op, voegt er een zuur bij, verzamelt het afgescheiden alizarine op een filtrum en wascht het met • water uit. In plaats van bruinsteen kunnen ook andere oxydatiemiddelen, zooals loodperoxyde, chroomzuur, salpeterzuur, gebezigd worden. Bezigt men chroomzuur, dan moet men het niet gereduceerd gedeelte vóór de bijvoeging van kalk door middel van zwaveligzuur in chroomoxyde overbrengen. Bij het aanwenden van salpeterzuur, verdampt men het oxydatiemengsel zoover dat het salpeterzuur grootendeels verjaagd is. KOPER IN WATER. Bij onderzoek van bronwater, door eene pomp opgevoerd, waaraan men koperen aanvoerbuizen had aangebracht, en die reeds eenige maanden in gebruik was, kon zeer duidelijk de aanwezigheid van koper in het water worden aangetoond.