PHARMACEUTISCH WEEKBLAD

VOOR NEDERLAND. ONDEE EEDACTIE VAN R. J. OPWIJRDA, Apotheker te Nijmegen.

Dit Blad wordt eiken Zaterdag uitgegeven bij den Boekhandelaar D. B. CENTEN te Amsterdam. Prijs per Jaargang, franco per post, ƒ 4.50.

Alle s(fc(kken, welke men in dit Blad wenscht opgenomen te liep-, gelieve men franco in te zenden aan den Redacteur tè Nijmegen vóór Woensdag.

Prijs der Advertentiën: van 1 tot 6 regels ƒ1.—, elke regel meer 15 ets., en 10 ets. voor een N°. van het Blad. Brieven franco.

®e Jaargang.

ZONDAG 35 September 1870.

n°. as.

Mededeelingen. Ingezonden stukken. Een //bestendig lezer” excerpeerde voor ons de volgende artikelen uit het Tijdschrift voor geneeskunde: Inde tweede algemeene wetenschappelijke bijeenkomst der Ned. Maatschappij tot bevordering der geneeskunst, op 30 Juni 1.1. te Almelo gehouden, deed Dr. Stokvis eenige mededeelingen over verschillende chinine-praeparaten: I°. Omtrent den tannas ohinini, die hem gebleken was bij de lichaamstemperatuur voor een goed deel oplosbaar te zijn, wat door hem wordt aangetoond. De bezwaren tegen dit middel op grond zijner onoplosbaarheid aangevoerd, moeten dus grootendeels vervallen, even als de meening dat er eene omzetting in gallas chinini en suiker in het lichaam zou plaats vinden. Het lost echter niet volkomen op en men treft dan ook niet meer dan 60 a 70 pCt. van de chinine inde urine aan. Hetzelfde geldt ook voor de verbindingen van tannine met andere aloaloïden als morphine, strychnine enz. Acidum tannicum kan dus niet als een antidotum bij vergiftigingen met die aloaloïden op grond eener onoplosbare verbinding met deze worden aangevoerd. Spreker beantwoordt enkele vragen, o. a. naar den vorm, waaronder de chinine inde urine voorkomt en naar de meening van prof. Gunning,- die beweert, dat de tannas chinini zou bestaan uiteen bij de lichaamstemperatunr oplosbaren bitannas en een onoplosbaren tannas chinini, door te zeggen, dat het eerste (namelijk de verbinding der chinine inde urine) nog niet nader bekendis, maar mogelijkerwijze een phosphaat, chloride of wel carbonaat is, en dat de meening van Gunning nog aan nader onderzoek getoetst moet worden. *} 3°. Vertoont spreker twee gelijk verdunde, licht zure oplossingen van sulph. chinini, waarvan de eene fluoresceert, de andere niet ten gevolge der bijvoeging van eene kleine hoeveelheid chloornatrium. Spreker wijst op de overeenkomstige werking van alle waterstofzuren (chloor-, broom-; jood-), die allen, even als het zwaveligzuur, de fluorescentie opheffen, terwijl de fluorescentie bij zeer sterke verdunning weder optreedt, zoodat zij als een zeer scherp reagens op het voorkomen van chinine kan beschouwd worden. Eigenaardig is volgens spreker de eigenschap der fluoresceerende soluties van veel sterker bitter te smaken dan de niet fluoresceerende, waarvan de vergaderde leden zich overtuigen; dit geldt eoh*) De Mer medegedeelde bijzonderheden vindt men grootendeels in No. 48 van den vorigen Jaargang.

ter alleen voor zeer verdunde chinine-oplossingen. Bij geconcentreerde heft eene toevoeging van chloornatrium den bitteren smaak niet op.

3°. Vestigt spreker de aandacht op het acide quinopicrique, een preparaat in Frankrijk zeer geprezen, dat echter door het geringe gehalte van chinine en mogelijk vergiftige werking van het picrinzuur mindere aanbeveling verdient als surrogaat voor chinine. 4°, Vertoont spreker de door Zimmer te Frankfort als zuiver zout bereide murias chinoïdini. Eeeds voor jaren werd de chinoïdine (amorphe chinine) als het febrifrigum bij uitnemendheid geprezen, maar verkreeg door zijne bijgemengde bestanddeelen, harsen, chinidine en cinchonine nimmer het burgerrecht als surrogaat voor chinine Volgens de onderzoekingen van Kerner en anderen zouden de amorphe chininezouten veel sterker werking hebben dan de gewone chininezouten en door belangrijk prijsverschil de voorkeur verdienen. Als zeer oplosbaar in water, is het uitnemend geschikt voor subcutane injecties, temeer daar de oplossing volkomen neutraal reageert. Volgens Dr. de Vrij zou het preparaat van Zimmer echter nog eenige chinidine en cinohonidine bevatten. Dr. Huet knoopt daaraan vast eenige mededeelingen omtrént de werking der chinoïdine-zouten, die hij inden vorm van capsules (door Collas te Parijs bereid) ter beproeving kreeg; de werking dezer capsules zal nog nader door hem vermeld worden. Dr. Meijer deed met goed gevolg subcutane injecties met chinoïdine-zouten tegen intermittens en zag daarvan geene nadeelige gevolgen. s°. Vertoont spreker een nieuw bereid preparaat van chloral uit Berlijn, dat geheel vrij is van den eigenaardigen scherpen reuk en smaak en zuiver kristallijn, en waaruit de verschillende bijproducten, die bij de inwerking van chloor op alcohol ontstaan (chloor-aethyliden, enz.) zooveel mogelijk verwijderd zijn. 6°. Ten slotte vertoont spreker een nieuw preparaat: het Salpeterigzuur amyloxydhydraat *) (nitris amyli), dat de eigenaardige werking heeft van na eenige oogenblikken opgesnoven te zijn eene algemeene vaatverlamming te weeg te brengen, zoodat de patiënt een vuurrood gelaat krijgt met duizeling enz., die echter spoedig daarna weder wijkt. Dr. Brunton, die de werking hiervan met Ludwig physiologisch bestudeerde, kwam tot de conclusie, dat het direct op den vaatwand en niet indirect door middel der zenuwcentra daarop werkt. Het wordt bij angina pectoris, *) Zal moeten zijn; Salpeterigzuur amyloxyde (Amylnitriek, Nitris amylicns) ?