PHAMACEIfTISCH WEEKBLAD

YOOR NEDERLAND. ONDER REDACTIE VAN R. J. OPWIJRDA, Apotheker te Nijmegen.

Dit Blad wordt eiken Zaterdag uitgegeven bij den Boekhandclaar D. B. CENTER te Amsterdam, Prijs per Jaargang, i franco per post, ƒ 4.50.

Alle stukken, welke men in dit Blad wenscht opgenomen te zien, gelieve men franco in te zenden aan den Redacteur te Nijmegen vóór Woensdag.

Prijs der Advertentiën: van 1 tot 6 regels f I.—, elke regel meer 15 ets., en 10 ets. voor een N°. van het Blad. Brieven franco.

Se Jaargang.

ZONDAG 4 December 1870.

M°. 32.

llededeellngen. Ingezonden stukken. Met 1 Mei 1871 zal het grammengewicht ook bij ons te lande als wettelijk gewicht inde geneeskunst ingevoerd en het tot dus verre gebruikte medicinale gewicht afgeschaft zijn. Het Koninklijk besluit daartoe betreffende van 18 November 1870 (Staatsblad n°. 178) is vervat inde volgende twee artikelen: Art. 1. Met ingang van 1 Mei 1871 worden de Koninklijke besluiten van 30 November 1817 (Stbl. n°, 31), houdende toepassing der wet van 21 Augustus 1816 {Stbl. n°. 34) op het medicinaal gewicht en van 21 October 1819 (Stbl. a°. 52), betreffende de inrichting van het medicinaal gewicht, ingetrokken en buiten werking gesteld en zijnde bepalingen der wet van 7 April 1869 {Stbl. n°, 57) en van de Koninklijke besluiten van 16 October 1868 {Stbl. n°. 160) en 9 November 1869 {Stbl. n°. 167) toepasselijk op het gewicht voor geneesmiddelen, drogerijën en chemicaliën. Art. 2. Elke apotheker en tot levering van geneesmiddelen bevoegd geneeskundige is verplicht, te rekenen van het in art. 1 bepaalde tijdstip, ter plaatse waar geneesmiddelen bereid of verkocht worden, voorhanden te hebben de hieronder vermelde gewichten: 1 gewicht van 1 kilogram. 1 „ // 5 hectogram. 1 // // 2 // 2 gewichten // 1 n 1 gewicht // 5 dekagram. 1 // // 2 // 2 gewichten // 1 // 1 gewicht // 5 gram. 2 gewichten n 2 // 1 gewicht // 1 // 1 // // 500 milligram. 1 // // 200 n 2 gewichten // 100 // 1 gewicht // 50 // 1 // ,/ 20 u 2 gewichten „ 10 // 1 gewicht // 5 // 2 gewichten // 2 // 1 gewicht n 1 // Art. 2 is de bepaling, bedoeld inde 2e alinea van art. 42 der Wet van 7 April 1869 {Staatsbl. N°. 57), betreffende de maten en gewichten en weegwerktuigen, luidende als volgt: //Tevens wordt door Ons bepaald, welke gewichten elk apotheker of tot levering van geneesmiddelen bevoegd geneeskundige verplicht is voor-

handen te hebben. Overtreding van dit voorschrift .wordt gestraft voor elk gewicht, dat voorhanden moet zijn, doch ontbreekt, met eene geldboete van drie gulden. De laatste bepaling van art. 83 is hierbij toepasselijk” (namelijk, dat niet meer dan tien geldboeten voor gelijktijdig gepleegde overtredingen kunnen worden uitgesproken). Nu wacht ons nog de ofiicieele herleidingstafel van het medicinaal gewicht tot het wettelijk gewicht en omgekeerd, door den Minister van Binnenlandsche zaken vast te stellen, waarvan, volgens de laatste alinea van het aangehaalde art. 42, elk apotheker en elk tot levering van geneesmiddelen bevoegd geneeskundige, op straffe van gelijke geldboete als boven, verplicht is gedurende vijf jaren na het tijdstip der invoering van het wettelijk gewicht, een gedrukt exemplaar zichtbaar voorhanden te hebben inde plaatsen waar geneesmiddelen gereed gemaakt worden. Wij ontvingen de volgende mededeeling met verzoek tot plaatsing: De Gedeputeerde staten der provincie Zeeland hebben het verzoek van den heer J. J. Massée, geneesheer te Kruiningen, om vrijheid tot het afleveren van geneesmiddelen van de hand gewezen, zijnde in die gemeente sinds 1867 een apotheker gevestigd. De Geneeskundige Eaad had met 11 tegen 2 stemmen tot die afwijzing geadviseerd. Gaarne zagen wijde volgende opmerkingen betreffende het rekwest van de Pharmaceutische studenten te Amsterdam in uw geacht blad opgenomen. Zal door inwilliging van dat rekwest aan alle vakken, waarover de betreffende examina zich uitstrekken, inden volsten zin des woords gelijk gewicht worden toegekend ? zoadat het beier of soms uitstekend voldoen ineen hoofdvak, het mindere ineen meer ondergeschikt vak niet zal kunnen compenseeren ?*) Zal de commissie niet scherp *) De Wet kent geene compensatie en ook geen graden van meerdere kennis, het examen is volgens haar eenvoudig: „voldoende of onvoldoende”. Zij omschrijft den aard van het examen zeer juist, door ia a, b, en c te spreken van de natuurkunde, de. scheikunde, de plantenkunde, terwijl bij d niet, gesproken wordt van de dierkunde of de delfstof kunde, maar gezamenlijk van „de natuurlijke geschiedenis van dieren en delfstoffen.” Hieruit blijkt, dat de wetgever bij den hulp-apotheker wel meer kennis verlangt van natuur-, schei- en plantenkunde, maar dat toch dier- en delfstofkunde binnen zekere grenzen een wezenlijk deel en noodzakelijk vereischte van het examen uitmaken.