te Breda, G. J. ïjeenk Willink, apotheker te Zutphen, J. van Berk, apotheker te den Helder, F. Boekhoudt, apotheker te Dockum, J. J. Snel, apotheker te Medemblik, hebben ons per briefkaart of brief doen weten, dat zij geheel met onze bezwaren betreffende de aangekondigde ministerieele herleidingstafel instemmen en verlangen, dat er ernstige pogingen worden in het werk gesteld om in dezen verandering te verkrijgen. Als eerste en meest doelmatige poging achten wij een adres op te zenden aan den Minister van Binnenlandsche zaken, waarin wij onze bezwaren blootleggen en eene nieuwe veel meer benaderende herleidingstafel aanvragen. Wij hebben het beste vertrouwen op het welslagen dezer poging, nu wij als Minister den man hebben, die vroeger zijne groote belangstelling in genees- en artsenijbereidkunst heeft betoond door het opstellen der ontwerpen, die met eenige (helaas, niet altijd even gunstige) wijzigingen tot geneeskundige wetten zijn verheven. Wij werden in ons voornemen versterkt door het volgende schrijven der geachte firma Mouton en Zonen te ’s Gravenhage : Mijnheer de Redacteur 1 In het Pharm. Weekblad van heden lazen wijde correspondentie van Dr. Coster, en uwe eigene opmerking omtrent de herleidingstabel voor het grein- en grammengewicht. Het komt ons voor, dat indien nog niemand behalve de heeren v.d. Tak Krabbe en Huijsman zich tot U heeft gewend om in te stemmen met uwe bezwaren tegen die tabel, dit niet daaraan zal te wijten zijn, dat men uwe bezwaren niet deelt, maar alleen aan het bewustzijn, dat de tabel, zoo onpraktisch mogelijk ingericht zijnde, niet kan gevolgd worden, en dus ieder voor zich, bewust of onbewust, het voornemen heeft zich van eene betere, b. v. van die van Dr. Coster, te bedienen. Dit nu komt ons, en ook U waarschijnlijk, niet wenschelijk voor, en daarom doen wij U het volgende voorstel. Laat het Pharmaceutisch Weekblad als orgaan der Pharmacie een adres aan den Minister stellen, en dat ieder collega worde uitgenoodigd dit adres te onderteekenen. Daar echter bij verschillende gelegenheden genoegzaam blijkt, dat niet altijd iedereen, die zoo ietJ wil ondersteunen, dit ook werkelijk doet door toezending vaneen naamkaartje of door eene postkaart, zoo zijn wij bereid, onze beide reizigers uitte noodigen, afschriften van het adres aan lederen collega, dien zij bezoeken zullen , ter onderteekening aan te bieden. Daar de voorjaarsreis juist wordt begonnen, zou dit adres al zeer spoedig eene menigte handteekeningen kunnen tellen. Indien ons voorstel bijval vindt, geven wij nog, behoudens uw beter oordeel, in overweging, om in het adres de beide tabellen, die van het Eijk en die van Dr. Coster, naast elkander af te drukken, opdat ieder collega met een oogopslag kunne zien, waarover het adres handelt en of het verzoek aan den Minister hem zelven gemotiveerd voorkomt. Met achting, enz. 'sHage, 8 Januari 1871. J. Mouton & Zonen. Wij hebben het aanbod der heeren Mouton & Zonen gaarne aangenomen en noodigen de collega’s, die onze bezwaren deelen, uit, het adres met hunne handteekeningen te voorzien, wanneer het hun weldra door de reizigers der genoemde firma zal worden aangeboden. Den inhoud van het adres deelen wij in het volgend nommer mede. Wij hebben

het minder dienstig geacht de twee tabellen tot vergelijking in het adres op te nemen, doch zullen in het volgend nommer eene vergelijking geven, waaruit elk dadelijk zal kunnen opmaken, welke voordeelen de eene boven de andere inde praktijk oplevert. Red. .. -j. Inde laatste vergadering van den geneeskundigen raad voor Gelderland en Utrecht werd de aanvraag behandeld vaneen apotheker, of het hem vergund was in zijne apotheek zelve een toestel te bezigen voor het bereiden van minerale wateren. De raad heeft onzes inziens terecht beslist, dat het niet tot zijne competentie behoorde, hierover te oordeelen. Zijnde minerale wateren te beschouwen als luxus-artikelen, dan zou de 2de al. van art. 3 van Wet IV, overtreden worden. Er bestaat echter veel meer grond de minerale wateren, zelfs het eenvoudige koolzuurwater, tot de geneesmiddelen te rekenen, die bepaaldelijk door de geneesheeren aan hunne zieken worden voorgeschreven te gebruiken, en dan levert natuurlijk de bereiding dezer wateren in het lokaal der apotheek geen bezwaar op. De doelmatigheid der bereiding in het apotheek-lokaal blijft voor rekening van den bereider, alsmede het nadeel, dat aan de geneesmiddelen daardoor zou kunnen worden toegebracht. Aan den pharmaceutischen stand in Engeland is eene groote eer te beurt gevallen, Mr. Dakin, die jaren lang eene apotheek inde King William street te Londen bezeten heeft, en thans chef van eene //Wholesale druggist” firma te Londen is, werd tot lord-mayor van Londen, dus tot de hoogste burgerlijke waardigheid van Groot-Brittannië, benoemd. De pharmaceutische lord-mayor schijnt echter een bescheiden man te zijn, die zich in zijn grootheid zijn vroegeren stand niet schaamt, want een pharm. blad bericht, dat hij zal deel nemen aan een apothekersfeest, hetwelk op den 25sten Januari zal gevierd worden. In het Italiaansche parlement is de apotheker van het Mauritius Hospitaal te Turin, de heer Fr. Chiappero, als afgevaardigde gekozen. r HET AFGEYEN VAN COPIëEN. In Duitschland en ook in sommige apotheken in ons land is men wel gewoon den zeer verkorten inhoud van het recept, hetzij op de achterzijde van het signatuur, hetzij in het deksel van het doosje aan te geven. Wij meenen met een Duitschen schrijver, dat deze gewoonte in vele opzichten is af te keuren. Zij heeft vaak tusschen de drukke werkzaamheden inde apotheek plaats, geeft dan maar al te licht aanleiding tot vergissingen of wordt door de sterke abreviaties voor een anderen apotheker onverstaanbaar. Bovendien is zij bij ons te lande niet overeenkomstig den eisch der wet, dat op verlangen een nauwkeurig onderteekend afschrift moet gegeven worden. In Duitschland heeft zich nu de vraag voorgedaan, of dit afgeven van copiëen door de apothekers kosteloos moet geschieden. De Eed. der Pharm. Zeitung en def Centralhalle achten het alleszins billijk een honorarium daarvoor te stellen, bijv. ten bedrage van 10 ets. voor elk recept. Zonder dit nu voor ons land te durven aanbevelen, vestigen wij toch de aandacht van onze vakgenooten op deze bijzonderheid. Het afschrijven eener copie toch moge een geringe arbeid schijnen, hij is van groote beteekenis, indien men acht geeft op de verant-