peutisch opzicht, terwijl daarentegen de glasachtige vorm veel beter behouden blijft. De bereiding vaneen volkomen zuiver acidum phosphoricum glaciale is niet alleen moeielijker, maar het praeparaat is ook taaier en veel meer hygroscopisch, derhalve voor den apotheker eene lastige zelfstandigheid om te bewaren. In Duitschland is den apothekers wettelijk voorgeschreven gezuiverde dextrine als constituens voor de droge narcotische extracten te bezigen. Men bereidt deze zuivere dextrine door 10 deelen daarvan in 18 deelen koud, gedistilleerd water op te lossen, de oplossing na bezinking dooreen wollen doek te zijgen en hierbij het 1-g- tot 2voudig volumen sterken wijngeest te voegen. Nadat alles gedurende eenige uren gestaan heeft, wordt de wijngeestige vloeistof van den deegachtigen neerslag afgegoten, en deze op glas of porseleinen 'schalen dun uitgespreid en bij eene zachte warmte gedroogd. Gewreven vertoont zich de dextrine als een wit poeder, hetwelk met water eene heldere, geelachtige, bijna reukelooze oplossing geeft, die een zuchten, zoeten, slijmigen smaak bezit. Uit deze eigenschappen blijkt, dat de dextrine als eene geheel onschadelijke bijvoeging kan geacht worden. Hager en vele anderen prijzen dan ook het officiële voorschrift zeer, hoewel het weder aan een anderen kant gelaakt wordt. De tandmeester Sauer te Berlijn geeft waterstofperoxyde als het beste middel op tot het bleeken van wankleurige tanden. De bereiding van dit middel geschiedt uit baryumperoxyde (Ba 03), door dit te behandelen met een zuur, hetwelk met het terugblijvende baryumoxyde eene onoplosbare verbinding aangaat. De vrij wordende zuurstof is antozon, die met water tot waterstofperoxyde wordt. Behalve zwavelzuur en koolzuur' kan daartoe met vrucht zuringzuur worden aangewend. Het zuur moet zeer verdund zijn, en het baryumperoxyde als een fijn poeder in kleine hoeveelheden onder omschudden hierbij gedaan worden, dewijl bij te sterke ontwikkeling het antozon in gewone zuurstof wordt overgebracht. Van het zuringzuur worden onder verwarming omstreeks I—2 gram in 100 gram water opgelost, en, nadat de oplossing bekoeld is, hierin 2—4 gram baryumperoxyde bij gedeelten bijgevoegd. Vertoont de oplossing eene zure reactie, dan moet er nog eenig baryumperoxyde worden bijgedaan, totdat zij alcalisch reageert. (Waterstofperoxyde houdt zich wel veel beter in eene zure oplossing, maar zuren doen de tanden aan). De alcalische oplossing van waterstofperoxyde blijft langer goed, indien men er eenigen aether bij voegt. Voor het reinigen der tanden wordt de oplossing met lijngeslibden puimsteen aangemengd; bij tanden met groote curieuze holten wordt het waterstofperoxyde met watten aangewend. Voor tanden met kleine holten en ook voor gave tanden wordt de electrolytische weg ingeslagen, en wel zoodanig, dat aan den positieven en negatieven pool sponsjes worden bevestigd. Het sponsje aan den positieven pool wordt met waterstofperoxyde, het sponsje aan den negatieven pool met water bevochtigd, en de polen aldus aan elke zijde van den tand gehouden. Ozon wordt benevens antozon op de oppervlakte van den tand vrij en het antozon gaat door den tand heen naar den negatieven pool. Later heeft Sauer het waterstofperoxyde met baryumperoxyde verbonden, dooreen watje met waterstofperoxyde te bevochtigen en daarop verder zooveel mogelijk

baryumperoxyde te brengen. Dit watje wordt inde holte van den tand gebracht en met was afgesloten. Wurtz heeft opgemerkt, dat kwikzilver door bijvoeging van procent natrium ineen vast amalgama kan worden overgebracht, hetwelk gemakkelijk vervoerd en ter plaatse, waar men het gezonden heeft, zonder moeite (door water) van het natrium weder kan bevrijd worden. Voor het filtreeren van zeer groote hoeveelheden vloeistof neemt men zuiver, Zweedsch filtreerpapier, scheurt het in kleine stukken, en werpt deze stukjes in de vloeistof, welke men filtreeren wil. Wanneer dit papier geweekt is, vormt het met de vloeistof een dunnen brij, dien men ineen flanellen zak giet, waaruit nu de vloeistof dadelijk zeer helder afloopt. Ook op de volgende wijze kan men te werk gaan. Men weekt het filtreerpapier gedurende een halven dag in water, roert den daardoor gevormden papierbrij duchtig dooreen en giet hem op een uitgespannen flanellen doek. Het water zal natuurlijk afloopen en de dikke brij op den flanellen doek terug blijven. Men strijkt dezen brij met een stuk hout geheel glad en gelijkvormig op den opgespannen flanellen doek, en laat de papiermassa zoo eenige dagen daarop drogen, waarna men een uitstekend filtreertoestel. heeft verkregen. Deze methoden van filtreeren zijn in Noord-Duitschland inde groote spiritusfabrieken in zwang. Als een bijdrage tot hetgeen omtrent radix rhei in N°. 31 wordt gevonden, deelen wij eene waarneming mede van Dragendorif, dat namelijk rabarber, die onder den naam van Bucharysche rabarber in 1864 en 1865 veelvuldig inden Eussischen handel voorkwam, gebleken is niet uit het Oosten maar van het westen in Eusland te zijn ingevoerd. De naam is alleen gekozen, om de ware afkomst te verbergen, dewijl toen ter tijde de invoer van alle soorten buiten de kroonrabarber verboden was. Ook in Duitschland heeft men in 1866 beproefd deze rabarber onder den valschen en onzinnigen naam van Japansohe rabarber aan den man te brengen, terwijl dezelfde soort in 1868 als platte Engelsche rabarber werd verkocht, hetwelk haar wezenlijke naam is, dewijl zij uit Engeland uitgevoerd en waarschijnlijk ook daar gekweekt wordt. Magnan heeft voor eenigen tijd medegedeeld, dat volgens zijne onderzoekingen, oleum absynthii een hoogst nadeeligen invloed op het dierlijk organisme uitoefent, convulsies en zelfs den dood veroorzaakt. Een gelijken vergiftigen aard schijnt de olie van eene andere synantheer te bezitten, namelijk het oleum tanaceti. Het wordt in Noord-Amerika als abortivum gebruikt en niet gering is het aantal intoxicaties, die door amerikaansche schrijvers vermeld wordt, wanneer het tot genoemd gebruik werd aangewend. Als uitstekend middel tegen zomersproeten wordt door Hager en Jacobsen de volgende lotio aanbevolen : Jjf: sulfocarbolatis zincici gramm. 2, glycerini destillati gramm. 25, aquae rosarum gramm. 25, spiritus odorati gramm. 5. Solve et misce. Men bestrijkt met deze oplossing de vlekken tweemaal daags, laat de bestreken plaatsen gedurende % tot 1 uur vochtig en wascht dan met koud water na. Als locale oorzaken der zomersproeten -wordt een soort van zwammetje (microsporonsoort) aangenomen,