hebben kunnen stellen. Deze ontdekking is echter een nieuwe triomf voor de moderne scheikunde. Zij bewijst, dat hare beschouwingen niet enkel van speculatief belang, maar ook van hooge practische beleekenis zijn. Voorde synthese van het1 indigoblauw: Cl 6 HlO N2 02, wordt eerst, door droge distillatie van benzoëzuur: C7 H6 02 met acetas calcicus :Ca (Ca H3 02)2, acetophenon : C 8Hs O, bereid. Dit acetophenon kan beschouwd worden als het methylketon van het benzoëzuur, namelijk als: CC7H50 (benzoyl) (CHj (methyl). Het verkregen acetophenon wordt door middel van warm rood rookend salpeterzuur overgebracht inde nitroverbinding: Cs H7 (NO2) O of nitroacetophenon. Door verhitting worden hieraan 2 moleculen H2 O onttrokken en eindelijk de reductie tot indigoblauw bewerkt met behulp van ziukstof en natronkalk. Uit 3 moleculen nitroacetophenon ontstaat 1 molecule indigoblauw volgens de vergelijking: 3 [CB H7 (NO,j O] =Cl 6 HlO N2 02 +3 H2 O + 02. nitroacetophenon. indigoblauw. Bij de reductie veroorzaakt de hitte, vooral bij eenigszins groote hoeveelheden lichtelijk eene verdere ontleding. Het indigoblauw is derhalve tot heden slechts door verhitting van kleine hoeveelheden van het mengsel in reageerbuisjes boven de lamp van Bunsen verkregen, waarbij het een donkeren aanslag vormde, die van de eene plaats tot de andere verder kon gesublimeerd worden. De reactie werd in reageerbuisjes omstreeks 300 maal herhaald en aldus eene voldoende hoeveelheid verkregen, om door behandeling met kalk en ijzervitriool' eene oplossing te leveren, die aan de lucht de voor indigoblauw zoo kenmerkende blauwe huid afscheidde^ Aan het slot hunner mededeeling merken genoemde scheikundigen op, dat hunne synthese ook voor de verklaring der scheikundige processen van het dieren- en1 plantenleven niet zonder beteekenis is. Het indigoblauw, tot heden slechts als een product der stofwisseling van zekere planten en somtijds ook als ontledingsproduct ■ van dierlijke eiwitachtige stollen beschouwd, kan door directe synthese uit de drie zuren: benzoëzuur, azijnzuur en salpeterzuur, met behulp van water-onttrekkende en reduceerende krachten kunstmatig worden bereid, welke krachten, al is het dan ook onder geheel andere namen en voorwaarden, de planten ten dienste staan. Cl NCHONO LOGISCH. Onder dit opschrift vinden wij inde Pharm. Zeitung van 8 April de volgende bijzonderheid vermeld. Inde etablissementen van kinabasten op Java verzamelt zich jaarlijks eene groote hoeveelheid afval van basten, waarvan het geringe chininegehalte den uitvoer verbiedt, De militair-apotheker Moens heeft nu beproefd van deze afvallen een nuttig gebruik te maken, dewijl volgens opgedane ondervinding alle kina-alcaloïden (met uitzondering der cinohonine, die slechts geringe waarde heeft) eene gelijke werkzaamheid als koortsmiddelen bezitten. In Waring's Pharmacopoeia of India wordt de opgave gevonden, dat door eene Commissie in het presidentschap Madras proeven genomen zijn met de sulfaten van alle kina-alcaloïden en wel op plaatsen, bekend wegens de veelvuldige koortsen, die aldaar heerschen. In het geheel werden 410 gevallen met zwavelzure cinchonine, 319 met zwavelzure cinchonidine en 876

met zwavelzure chinidine behandeld. Bij deze 1145 gevallen kwamen 4 sterfgevallen voor, terwijl 27 patiënten bleken door alcaloïden alleen niet te kunnen worden genezen, Ce commissie gaf als resultaat der proeven op, dat genoemde alcaloïden, die tot heden te weinig of in het geheel niet geacht waren, de chinine in werking nabij staan. Slechts van cinchonine vindt men hier eveneens opgegeven, dat het meestal niet zoo goed als chinidine en cinchonidine verdragen wordt. J. Brougthon, de scheikundige berichtgever van de Britsoh-Indische kinakultuur, deelde nog voor kort mede, dat deze feiten op nieuw bij behandeling van 4000 koortszieken bevestigd zijn. Chinidine en cinchonidine zijn als koortsdrijvende middelen volkomen gelijk in werking met de chinine. Moens heeft uit de afvallen eerst eene alcoholische tinctuur bereid, maar verwierp hare aanwending later, dewijl eene alcoholische tinctuur en ook het extract te veel looizuur en onwerkzame stoffen bevat. 7 Grein geheel droog extract bevatten slechts 1 grein alcaloïde. Bovendien is de absorbtie der looizure kina-alcaloïden langzaam en onvolledig. Hij heeft de overblijfsels derhalve op quinium (chinoïdine) bewerkt, dat veel kinovazuur en 51jj alcaloïden bevat. Om het oplosbaar te maken, heeft hij het door behandeling met zoutzuur in zoutzuur quinium overgebracht, hetwelk hij met behulp van poeder van kinabast tot pillen vormde. 1 Med. once zoutzuur quinium en 4 scrupel poeder van kinabast geven 240 pillen, waarvan elke ruim 1 grein alcaloïde in oplossing bevat. Mijnheer de Redacteur ! Blijkens het naschrift op onze missive van 17 Maart in het Weekblad van 26 Maart verschillen wij met elkander in gevoelen omtrent de wenschelijkheid, de Pharmaoopoea Neerh, edilio altera, even als de vorige uitgave tot wet te verheffen. Vergun ons daaromtrent nog eene opmerking. Wij eerbiedigen volkomen de reden inde eerste alinea van dat naschrift door U ontwikkeld, waarom TJ meent het initiatief in deze zaak niet te moeten nemen, ook indien U onze meening omtrent de hootdzaak zelve deelde. Omtrent de hoofdzaak zelve meenen wij echter onze opinie te mogen handhaven, totdat wij andere redenen voor het tegendeel zien aangevoerd. In cursieve letters en met bijzonderen nadruk merkt U op, dat de Ph. N. nooit de wettige norm voor de eigenschappen der geneesmiddelen kan zijn, tenzij zij in haar geheel door de Kamers aangenomen en letterlijk ingevoerd zij, zooals zij door de Kamers is aangenomen. Nu vragen wij, of dan geen enkel Koninklijk besluit door u als wettig voorschrift wordt erkend? worden niet ontelbare zaken ingevolge de bepalingen der wet bij Koninklijk besluit geregeld ? Indien door de wet werd bepaald, dat door Ons (dus bij Koninklijk besluit) de pharmacopoea zal worden vastgesteld op voordracht van de daartoe benoemde commissie en met alle zoodanige waarborgen van publiciteit en kritiek als men daarbij inden tegenwoordigen tijd mag verlangen, zou dan zulk eene vaststelling niet wettig mogen heeten? Waarom mogen de Kamers geen blanco procuratie voor veranderingen aan de Eegeering ter hand stellen ? omdat men dan waarborgen van degelijkheid missen zoude, die men door het onderzoek door de Kamers zelven wel zou hebben? Immers neen, want de Kamers kunnen daarover niet oordeelen; haar onderzoek van de zaak zelve levert dus geen den minsten waarborg. Om-