reclameert en adverteert men niet, indien het bekend is in eene gemeente, dat bij een apotheker bedoelde middelen verkrijgbaar zijn, dan moge dit misschien den verkoop vertragen, maar het zal hem geenszins onderdrukken. Zooals ons opschrift luidt, willen wij niet zoozeer de reclame, maarden verkoop van geheime geneesmiddelen en specialiteiten door apothekers in het algemeen behandelen. Wij wenschen dit te doen met het oog op den feitelijken toestand en de finantieële zijde der zaak. Ter eere der Nederlandsohe pharmacie moet het gezegd worden, dat in ons vaderland bet aantal apothekers, die het initiatief nemen voor de verspreiding vaneen door hen uitgevonden geheimmiddel, zeer gering is. Groofer is het aantal dergenen, die hunne namen en hunne medewerking leenen aan den verkoop van ■ geheimmiddelen en specialiteiten uit den vreemde. Ik meen te durven stellen, dat dit getal nog veel geringer zou zijn, indien de apothekers er niet toe gedrongen werden : I°. door het publiek; 2°. door de geneeskundigen; 3°. door den strijd om het bestaan. I°. Boor het publiek. De trek tot het geheimzinnige is den mensch ingeschapen en openbaart zich bij den weinig ontwikkelde in bijgeloof en wangeloof, bij den ontwikkelde in de begeerte om den sluier op te lichten over hetgeen hem verborgen is. Bijgeloof en wangeloof doen bij verloren gezondheid de handen uitsteken naar vele volksmiddelen, bij sommigen van gunstige uitwerking gebleken, waarbij men van bijzondere gevallen tot het algemeen besluit, zij doen luisteren naar de verleidelijke stem der waanwijsheid, die van de vroegste tijden af de panacëen in het leven riep, en in later tijd door den speculatiegeest krachtig wordt ondersteund en voortgeholpen. De anekdote is bekend van den geneesheer te Londen, die zijne verwondering niet kon verbergen over het later succes (veel grooter dan het zijne) vaneen leerling, dien hij wegens botheid had moeten ontslaan. De leerling helderde hem het verschijnsel op, door hem te plaatsen voor het raam van den winkel, waar hij in eene druk bezochte wijk apotheek hield en tevens praktijk uitoefende, en de vraag tot hem te richten : //Hoe groot schat gij het aantal werkelijk ontwikkelde personen onder de voorbijgangers ?” //Op de tien hoogstens één”, was het antwoord. //Nu dien éénen hebt gij”, luidde triomfeerend het wederantwoord, //de negen zijn voor mij.” Yoeg daarbij, dat de meeste dier geheime geneesmiddelen zijn bestemd voor ongeneeslijke of moeilijk te genezen kwalen en hoe de geestkracht vaak door ziekte wordt geknakt; de drenkeling grijpt in zijne wanhoop naar den stroohalm, die hem aangeboden wordt. Denk, hoe het geven van geneeskundigen raad den meesten menschen eigen is, om het begrijpelijk te vinden, dat velen zich buiten den geneesheer om trachten te genezen en gretig geneesmiddelen nemen, die ineen behoorlijken of behagelijken vorm openlijk met veel ophef aangeboden worden. Het zijn echter niet enkel de minder ontwikkelden of de wanhopige zieken, die tuk zijn op geheime geneesmiddelen en specialiteiten, hun gebruik vindt een steun, waar men dit het minst verwachten, ja waar men meenen zou, dat het juist tegengewerkt zou worden, namelijk bij de geneeskundigen. 2°. Boor de geneeskundigen. Merkwaardig is hetgeen hieromtrent verhandeld werd inde vergadering van den Geneeskundigen Baad voor Overijssel en Drenthe van 20 December 1875 (Zie Verzameling van stukken betreffende het Geneeskundig Staatstoezicht in Nederland, 1875, blz. 203 en vervolgens). Mr. van Ketwich Verschuur wees op eene advertentie inde Overijsselsche Courant van 18 December j. 1., waarin verscheidene apothekers te Zwolle verklaren, dat bij hen te bekomen zijn Liqueur en Capsules de goudronde Guyot, Quina Laroche, fransche en andere soorten; cigarettes en papier tegen asthma; iodium-ijzerhoudende levertraan van Draisma van Valkenburg en capsules de copahu. Hij vroeg of dit niet in strijdwas met de wet en wensohte zoo mogelijk opheldering vaneen der inde vergadering aanwezige leden uit Zwolle. Toen verklaarde de heer Meulenhoff en zijne verklaring werd niet tegengesproken —, dat de veelvuldige aanvragen van het publiek en vooral ook de voorschriften van de geneesheeren hen daartoe noodzaakten, //hij keurde in principe de handelwijze der bedoelde apothekers niet goed, maarde geneeskundigen moedigen het publiek aan tot het gebruik van paientmidd.elen; moet nu de apotheker blijven weigeren die op het voorschrift van den geneesheer te leveren ?” Hij herhaalde, //dat de geneesheeren er schuld van zijn,” die bevelen, dat het middel afgeleverd moet worden.'Mr, van Ketwich Verschuur en de Voor-

zitter noemden het //zeer laakbaar, dat geneesheeren middelen voorschrijven, waarvan zij het fabrikaat niet kennen.” Uit particuliere berichten, die wij inden laatsten tijd ontvingen, blijkt, dat niet alleen te Zwolle, maar ook op andere plaatsen de verkoop van geheime geneesmiddelen of specialiteiten door geneeskundigen bevorderd wordt. Het deed daarom goed onlangs dooreen praktiseerend geneesheer, dr. Stork te Almelo, eene stem te hooren, waarin hij zijne verontwaardiging lucht geeft over het tal arcana van den tegenwoordigen tijd. Hij meent, dat van de zijde der geneeskunstoefenaren het meeste, misschien het eenige redmiddel tot wering der zoogenaamde Arcana te wachten is. Wij vreezen echter, dat zijne stem die eens roependen inde woestijn zal zijn, nu het artikel geplaatst is inde Geneeskundige Courant, die, hoewel onder Kedaotie van geneeskundigen, (Noblesse Obligé) hare 4de en het grootste deel der 3de bladzijde grootendeels aan het opnemen van allerlei soort van geheime geneesmiddelen en specialiteiten wijdt. Het publiek gelooft nog maar al te veel wat gedrukt is; hoe zal dat geloof versterkt worden door de plaats, waar het gelezen wordt. Welk eene bevrediging voor andere bladen, dat de Geneeskundige Courant haar daarin voorgaat en bijvalt. 3°. Boor den strijd om het bestaan. Wij meenen, dat elk apotheker eene flinke burgerlijke receptuur, die hem voldoend bestaan voor zich en de zijnen oplevert, verreweg boven den verkoop van geheime geneesmiddelen en specialiteiten verkiezen zal. De groote opeenhooping echter op vele plaatsen en het in het algemeen verminderd gebruik van geneesmiddelen bij de vele levensbehoeften in den stand, waarin de apotheker geplaatst is, stellen hem voor eene groote verzoeking. # Bij de neiging, die het publiek tof geheime geneesmiddelen en specialiteiten openbaart, mag men hem niet te hard vallen, wanneer hij aan het verlangen van velen onder zijne cliëntele toegeeft, vooral niet, indien dit verlangen door geneeskundigen gevoed wordt. De heer Meulenhoff zag zich dan ook gedrongen in bovengenoemde vergadering den handschoen voor de apothekers op te nemen door de moeilijke omstandigheden te schetsen, waarin de apothekers door den tegenwoordigen toestand meermalen gebracht worden. Zoo komt er tweestrijd tusschen de waardige en dein de noodzakelijke behoeften voldoende uitoefening van het vak. Nadat wijde behandeling van het tegenwoordige onderwerp aangekondigd hadden, schreef ons een zeer geacht collega het volgende: //Niet alleen dat reclame op pharmaceutisoh gebied //onbestaanbaar is met eene waardige uitoefening der pharmacie, //maar zelfs het als het ware in bescherming nemen, de verkoop //van daardoor aanbevolen zaken is het eveneens. De apotheker //toch is aansprakelijk, verantwoordelijk voor de geneesmiddelen, //die hij aflevert. Veelal worden die zoogenaamde depötmiddelen //geoacheteerd enz. afgeleverd, bovendien is een groot deel daar//van voor een afdoend onderzoek omtrent deugdelijkheid niet //vatbaar, zoodat de afleverende apotheker daarvoor niet kan in//staan, gelijk betaamt. Dus niet alleen de apotheker, die eenig //geneesmiddel als specialiteit aanbeveelt, maar ook hij, welke //zich tot den verkoop daarvan leent, gaat niet te rade met de //waardige uitoefening van zijn bedrijf of met de op hem rus//tende plichten.” // Waardige uitoefening der pharmacie, verantwoordelijkheid voor //de deugd der geneesmiddelen, die wij afleveren, en verkoop van //geheimmiddelen, in het algemeen van wat men niet zelf bereidt, //of waarvan men, bij gebrek aan vatbaarheid voor nauwkeurig /'onderzoek, de samenstelling niet kent, zijn lijnrecht met elk//ander in strijd. De apotheker, die daarop niet let, misbruikt //het vertrouwen, dat het publiek in hem moet stellen en ook //stelt, juist omdat hij apotheker is.” De wettelijke bepalingen worden door hetzelfde denkbeeld van de verantwoordelijkheid van den apotheker beheerscht, maar er wordt daarbij tevens acht gegeven op den feitelijken toestand, zooals door den inspecteur Lubach inde aangehaalde vergadering met de volgende woorden omschreven wordt: //De apotheker mag //samengestelde, inden handel maar niet inde Pharmacopoea //voorkomende geneesmiddelen en vormen van geneesmiddelen, //zooals bijv. Rob Lajfecteur, capsules met teer, copaiva of lever//traan gevuld, kina-praeparaten enz. enz, verkoopen en dispenseeren, //mits op de flesschen, potten, doozen, enz. waarin ze bewaard //worden, de samenstelling van het geneesmiddel staat uitgedrukt. //Maar wanneer het op eenigerhande wijze om een voorbeeld //te noemen, bij gelegenheid vaneen ongeluk, door zulk een //geneesmiddel veroorzaakt, blijken mocht, dat het doorhem