JW. 9.

TEEEBINTHINA, Terpentijn. Ter nadere aanduiding gewoonlijk Terehinthina veneta, Venetiaansche terpentijn, geheeten. Moet doorschijnend zimoene troebele dikke terpentijn is verontreinigd met water. ’ heeba thymi. Tymkruid. Afkomstig van Thymus vulgaris, eene bij ons gekweekte plant, en met te verwisselen met de bij ons in het wild groeiende Thymus Serpyllum, die ruitvormige blaadjes heeft. PLOEES TILIAE. Lindebloesem. Vooral gekenmerkt door de bleekgroene groote schutbladen. TINCTUEA ACETATIS FEEEICI AETHEEEA. Aetherische tinctuur van Azijnzuur ijzeroxyde. heeten ) uitvinder Knctum Klaprothii ge- Bloedroode vloeistof, die een duidelijken reuk naar zuren azijnaether openbaart. Zij moet geheel helder zijn, maar scheidt bij lang staan dikwijls een geleiachtig bezinksel af waarvan men.de vloeistof moeilijk helder kan affiltreeren. ’ TINCTUEA ACIDA AEOMATICA. Zure specerijachtige tinctuur. (Van ouds Elixir vitrioli Mynsichii geheeten.) Wordt bij het staan dikwijls troebel en scheidt een rood ezinksel af dat zich aan de standflesch vast hecht, zoodat men verplicht is deze tinctuur van tijd tot tijd door afgieten en filtreeren van het bezinksel te bevrijden, en de flesch schoon te maken. TINCTUEA ALOËS COMPOSITA. Samengestelde tinctuur van Aloë, (Van ouds Elixir propriefatis Paracelsi geheeten) De bereiding is inde Ed. II zeer vereenvoudigd, bestaande m het mengen van gelijke deelen Tinct. aloës, myrrhae en croci. Bij schudding moet zich een geel schuim “PJr“8 in-—*-*- »p TINCTUEA AENICAE. Tinctuur van Wolverlei. De Pharm. laat deze tinctuur bereiden van flores arnicae. Er bestaan in andere Pharm. ook voorschriften voor eene linetura radicis arnicae, die echter in voorkomen (iets donherder) en eigenschappen weinig van de Tinctuur van de bloemen verschillen zal, TINCTUEA MYKEHAE. Tinctuur van Myrrhe. Moet bij vermenging met water sterk troebel worden. TINCTUEA NEEVINA BESTUCHEITTI. Zenmvtinctimr van Bestuchejj'. Heldere goudgele vloeistof van sterk aetherachtigen reuk die in dien staat moet w-orden afgeleverd, TINCTUEA QUASSIAE. Tinctuur van Kwassie. Gekenmerkt door eene eigenaardige fluorescentie der lichtgele vloeistof, s De overige tincturen gaan wij stilzwijgend voorbij, dewijl de aard en sterkte der tinctuur uit de bereiding inde Pharm. opgegeven voldoende kunnen afgeleid worden.

MAAMDELIJKSCH BIJVOEGSEL ten behoeve van Apotheekhondende Geneeskundigen.

TEAGACANTHA. Traganth. Wordt inden artsenijvoorraad inden poedervorm gehouden. Het poeder is eenigszins witgeel. 1 Deel met 12 deelen water vormen de Mucilago Tragacanthae slijm van Traganth, bij wier bereiding men bedenke deze geheele hoeveelheid water ineens bij de traganth in den mortier te voegen en goed te roeren. Yoegt men het j water bij gedeelten bij, dan klontert de mucilago. FOLIA ÏRirOLII PIBEINI. Driebladhladen. (De naam H’ibiinum” afkomstig van //fiber”, bever, fvan koorts 7ooUI t.naT ,/bever,lrieblad”J » niet van ,/febris” Koorts, zooals hij door sommigen afgeleid wordt.) De groene kleur moet zich nog duidelijk vertoonen. Meestal £&? "og bij TEISULPHUEETUM KALICUM. Derde zwavelkalium. XZ7drS W6fnS Zijr kleur Hepar Sulphuris, zwavellever öeheeten.) Leverbrum of groengeel grof poeder, dat volkomen oplosbaar moet zijn in twee deelen water. Men bewaart het praeparaat in wijdmondsfleschjes, met eenc ku k gesloten, die met Jak bedekt is. Bij toetreding der lucht toch wordt de zwavellever grijs en onwerkzaam. Jten grijs geworden poeder, dat bij overgieting met acidum ulphuricum dilutum of acidum hydrochloricum dilutum weinig zwavelwaterstof ontwikkelt, moet weggeworpen worden. TEOCHISCI CHLOEATIS KALICI. Koekjes met Chloorzurcn kali. Dmln VerVangmg van de spécialité, genaamd Pastilles de TEOCHISCI SANTONICI. Santoninekoekjes. Vfn ,santolline kan aangetoond door behandehng der koekjes met chloroform, die na affil™g f1 jcrdampmg de santonine als eene, aan het licht oeel wordende, zelfstandigheid achter laat. UNGUENTUM ACBTATIS PLUMBICI BASICI. Zalf van Basisch, azjnziiur loodoxyde. (Het oude Vnguentum nutritum, van //nutrio”, voeden.) et voorschrift der Pharm. moge voor eene bereidingen toepassmg ex tempore geschikt zijn, herhaalde malen be-11',,,l1',,, WIJ .re.eds’ dat het praeparaat, volgens dit voorschrift zalfk + gID i mef kan bewaard worden en men om eene witte nlnml b<3 .eeM °Plossing van gekristalliseerden acetas plumbicus moet bezigen met oleum olivarurn en axungia. n oorschrift daarvoor wordt onder anderen gevonden in J.M . 1U van dezen Jaargang. UNGUENTUM ALTHAEAE. lleemstzalj. Het praeparaat beantwoordt volstrekt niet aan den naam let Seen enkel bestanddeel van den heemstwortel be, eeds sinds pruimen tijd is inde meeste apotheken eze herending m de plaats gesteld van de oude, die bestond uit het verhitten vaneen afkooksel van radix althaeae met axungia, totdat de waterige deelen bijna geheel verdwenen varen, waarna de vetmassa met kurkuma geel gekleurd werd. Vooral inde handnering wordt Unguentum althaeae als volksmiddel onder zeer verschillende namen verlangd. in het praeparaat volgens het nieuwe voorschrift bij de therapie voldoet, moet aan de geneesheeren worden overgelaten, maar zeer zeker is het verschil tusschen het oude praeparaat, een waar Unguentum emolliens en het meuwe praeparaat, door zijn terpentijngehalte niet ’vrij van prikkelende werking, nog al van beteekenis.