Bijvoegsel tot het Pharmaceutisch Weekblad, 9 Juli 1876,

//in Gedestilleerd Water drie deelen 3 //Het zij eene witte gelijkmatige massa.” Als nieuw op te nemen geneesmiddelen worden voorgesteld: Acidum salicylicum, Chinoïdinum depuratum (in plaats van Chinoïdinum) en Vinurn Clünae en bij de reagentiën: Petroleumaether en Uzerchlorure. Aldus opgemaakt te Nijmegen den lOden December 1875. R. J. OPWrjRDA. NASCHEIF T. Met eenige verbeteringen en wijzigingen, door mijne medeleden ingezonden, heb ik mij niet kunnen vereenigen. Zij betreffen: I°. Eene methode, om het gehalte van zuivere Morphine in Opium te bepalen, waaraan boven die der Pharm. geen voorkeur schijnt toe te komen. 2°. Eene reactie op Strychnine met ceriumoxyduleoxyde, die, hoe gevoelig ook, wegens de zeldzaamheid van het reagens voor de pharmacie minder geschikt schijnt. 3°. Eene reactie op paraffine in Acidum stearicum, terwijl deze vervalsching reeds door de reactieven inde Pharm. zou worden geopenbaard. 4 . Eene reactie op alcohol in Aether en Aether acelicus, waarvoor echter glycerine moet gebezigd worden, die geheel watervrij is en als gewoon praeparaat niet voorkomt. s°. Eene reactie op vreemde chloorproducten in chloroform, die door de reactieven der Pharm. op andere wijze voldoende aangetoond worden. 6°. Eene reactie op sülphaten van alcalimetalen in Sulphas magnesicus, die boven de reactie der Pharm. geen voorkeur schijnt te verdienen. 7°. Reactieven op atropine, brucine, delphinine, cmetine, morphine, solanine, strychnine en veratrine in poedervorm, die de aanwezigheid dezer zelfstandigheden met groote scherpte aantoonen, maar, mijns erachtens, in eene Pharm., die geen leerboek is, minder op hunne plaats zijn. 8», Het gebruik van verdund chloorwaterstofzuur bij de reactie op Aconitinum, eene verbetering, die reeds in het laatste Verbeterblad der Pharm. voorkomt. 9°. De tijdsbepaling voor de beste inzameling van Folia Aconiti, die nog niet door allen erkend is. 10°. reactie op Balsamum copaïvae met ammonia liquida, die niet proefhoudend gebleken is. 11 . Eene reactie op iodetum kalicum in Brometum kalicum, terwijl de Pharm. reeds zulk eene scherpe, misschien te scherpe, reactie opgeeft, dat de geringste hoeveelheid iodetum dadelijk daardoor herkend wordt en aan eene opzettelijke vervalsching thans niet meer te denken valt. 12°. Een reactief op suiker of gom in glycerine, bestaande uit een mengsel van 2 vol. spiritus en 1 vol. aether, terwijl de verontreiniging door de reacties der Pharm. voldoende zal aangewezen worden. 13». Meerdere reactieven op Kreosotum, waarvan ik de eenvoudigste uitkoos. 14°. Eene verandering inde bereiding van Solutio Pyrophosphatis natrico-ferrici, namelijk door in plaats van 17 deelen Pyrophosphas natricus 25 deelen hiervan te nemen, terwijl het gebleken is, dat de verhoudingen der Pharm. tot goed resultaat leiden, indien men het mengsel voldoende tijd laat staan. Het verlangde filtreeren is dan ook onnoodig. 15 . Eene reactie op morphine, die echter ook op andere alcaloïden betrekking heeft. 16°. Een gevoelige reactie op alcohol in chloroform, die overbodig schijnt, omdat chloroform, absoluut vrij van alcohol, voor geneeskundig gebruik minder geschikt is en de Pharm. overigens voldoende kenmerken voor zuiverheid en sterkte opgeeft. Mochten mijne medeleden met het bovenstaande niet of niet geheel instemmen, dan is de beslissing der verschillende punten na onderling overleg ineen Tweede rapport over te brengen, waartoe na verloop van tijd zeker wel weder bouwstoffen zullen geleverd worden. Nijmegen, J|. J. Opwijrda. 10 December 1875.

Naar aanleiding van dit rapport werd dooreen der leden bezwaar gemaakt legen het opgeven van reagentiën voor zoogenaamde galenische praeparaten, zooals voor Aqua florum Aurantii en Syrupus Eubi Idaei. Hij meende dit uit beginsel te moeten bestrijden, omdat daardoor voedsel gegeven wordt aan de gewoonte van vele apothekers, om de zelfbereiding daarvan na te laten en ze uit den handel te betrekken. De inspecteur wees op de discussies te dier zake in het Pkarnt. Weekblad gevoerd. De wet verbiedt den apotheker nergens geneesmiddelen van anderen aan te schaffen en vele omstandigheden kunnen het wenschelijk maken, dat men reagentiën kent, om de deugdelijkheid van dergelijke geneesmiddelen te bepalen. Bestaat de mogelijkheid, om de zuiverheid te bepalen en vervalschingen te ontdekken, dan is het bezwaar vervallen ze van anderen te ontbieden. De Commissie werd diligent verklaard en aan de leden verzocht hunne bevindingen evenals vroeger aan het medelid R. J. Opwijrda op te zenden. Voor de voorgestelde jaarlijksche bijeenkomst der Nederlandsche apothekers hebben zich thans 17 collega’s bij mij aangeraeld, bij namen: de heeren Ophorst te Gorinchem, Biermond te Brielle, Douwes Dekker te Bodegraven, van Gils te Waalwijk, Fontein te Utrecht, van Embden te Utrecht, Yerweij te Tiel, Glinderraan te Amsterdam, van Os Keuls te ’s Hertogenbosoh, Schmidt te Leeuwarden, de Bosson te Dordrecht, van Son te Amsterdam, Post te Tiel, Kijke te Eindhoven, Starke te Assen, Tjeenk Willink te Zutphen, de Ligny te Middelburg. Indien wij in aanmerking nemen, dat allicht nog de een of ander door omstandigheden verhinderd wordt le verschijnen, dan komt ons het cijfer wel wat gering voor om het plan dit jaar te doen doorgaan en geef ik, —• tenzij binnen korten tijd zich een grooter aantal deelnemers aanmeldt, in bedenking de eerste bijeenkomst tot het volgend jaar uitte stellen, hopende en vertrouwende, dat door nadere bespreking en het inzicht in het nut eener dergelijke samenkomst, zij meer bijval vindt. Zijn do geëerde collega’s, wier namen ik boven vermeldde, echter van meening, dat het beter is dit jaar den grondslag te leggen, een begin te maken, ik ben daartoe alleszins bereid Men gelieve mij in dat geval per briefkaart mede te deelen, waar en op welk tijdstip men de bijeenkomst verlangt; ik wil alsdan de meerderheid over de keuze doen beslissen. Onder het opschrift: //Het geheim van Dr. Vander Burg in zake zijn jodiumijzer-levertraan,” wordt in liet Juli-nommer van Haaxman’s Nieuw Tijdschrift voor de Pharmacie door de heeren J. Polak, en W. Stobder de volgende repliek gegeven op het artikel van dr. E. A. van der Burg in het vorig nommer van dat Tijdschrift. (Zie N°. 7 van hel Pharm. Weekblad.) //Nadat de heer Nellensteijn, in het Weekblad nde Pharmaceut" van 5 Januari jh *), zijn analyses, die alle kenmerken dragen van goed te zijn opgevat en nauwkeurig te zijn uitgevoerd, had openbaar gemaakt en daarbij had geconstateerd, dat het bovengenoemde geneesmiddel onder toezicht van Dr. van der Burg bereid, ook onder toezicht van anderen kan bereid worden; nadat Dr. van der Burg in hetzelfde Blad van 19 Januari f), de waarde der analyses van genoemden heer N. op eene wijze had //intact ’ gelaten, waarvoor de arbeid van iederen chemicus moge bewaard blijven ; en ten slotte als criterium voor de deugdzaamheid van zijn jodiumijzer-levertraan had opgegeven, dat zij moet bezitten neen donkere purper-violette kleur en geen vrij jodium mag bevatten,” hebben wijde eer gehad, in ons rapport aan het Amsterdamsche Departement van de Maatschappij ter bevordering der Pharmacie, eene methode mede te deelen, die de bereiding van dit praeparaat onder het bereik van iederen pharmaceut bracht en welk praeparaat, nauwkeurig naar ons voorschrift bereid, een donker purper-violette kleur bezit en geen mij jodium bevat. Sedert dien tijd zijn vele maanden daarover heengegaan en werd de aldus door ons bereide joodijzer-levertraan afgeleverd en zoover ons bekend is steeds met goed gevolg gebruikt. *) Zie °°k N°. 37 van 9 Januari 1876 van het Pharmaceutisch Weekhladi t) Zie ook N». 39 van 23 JanuarilB76 van het Pharmaceutisch Weekblad,