Vèbiculum de werkzame stof vertraagt of verhindert in het organisme te worden opgenomen. HET MIDDEL TEGEN DRONKENSCHAP VAN AIBEET KeAEHMER. Naar aanleiding van het medegedeelde in N°. 19 betreffende Kraebmer’s middel tegen dronkenschap werd ons dezer dagen het poeder ter hand gesteld, waaruit dit middel bestaat. Het poeder was grijsgroenachtig van kleur en uiterst bitter van smaak. Na met water geweekt te zijn, vertoonde het onder den microscoop niets dan fragmenten van bladen. Bij uittrekking van bet poeder met water werd een groenachtig vocht verkregen, dat na filtratie tot stroopdikte uilgedampt werd. Openbaarde dit reeds eenigszlns den reuk van folia trifolii fibrini, zeer sterk werd deze, toen het stroopdikke vocht met verdund zwavelzuur verwarmd werd. Bij vergelijking met eene oplossing van extractum trifolii fibrini, op dezelfde wijze behandeld, bleef geen twijfel over. De bitterstof van drieblad, menyanthine gebeeten, is een gluooside, hetwelk door verdunde zuren gesplitst wordt in glucose en menyantho], eene vluchtige olie vaneen zeer eigenaardigen reuk, volgens sommigen eenigszins op bitteramandelolie gelijkend, volgens onze ondervinding echter daarvan nog al afwijkend. . De bladen van Trifolium fibrinum zijn berhaaldelijk tegen dronkenschap aangewend. Wij herinneren ons meermalen daarvan een infusum of decoct op voorschrift vaneen geneeskundige gereed gemaakt te hebben, hetwelk den persoon, die aan dronkenschap overgegeven was maar zich beteren wilde, een geruimen tijd moest toegediend worden, om door de bitterstof tevens den indruk te verzwakken, dien het plotseling nalaten van den jenever op de maag maakte. Een tijd lang hielp de kuur maar •- in de meeste gevallen werd de patiënt recidivist. Het onderzoek van bet middel heeft weder geleerd, dat in de geheimmiddelkraam niet anders dan bekende middelen verkocht worden, waarvan behendig gebruik gemaakt wordt, om de lijders op hooge kosten te jagen. Zooals wij vroeger mededeelden wordt een zekere voorraad van het poeder a ƒ7.00 verkocht, zeker een exorbitante prijs voor een kruid, dat in sloten en op vochtige plaatsen kan ingezameld worden. SYBÜPÜS IODETI FERROSI. Syrupus iodeti ferrosi is moeilijk onveranderd te bewaren. Indien het fleschje niet aangebroken wordt, levert dit geen bezwaar op, maar is het eenmaal geopend, dan wordt de kleur spoedig donkerder. Er zijn verschillende bijvoegsels opgegeven, om dit euvel te voorkomen (bijv. acidum tartaricum, byposulpbis natricus enz.) maar zij brengen vreemde zelfstandigheden inde stroop en leiden ook niet altijd tot het doel. Het komt ons beter voor telkens, wanneer deze stroop verlangd wordt, haar ex tempore in kleine hoeveelheden te bereiden, temeer dewijl de bereiding weinig tijd vereischt. Door E. wordt in d& Pharm. Zeitung eene wijziging inde bereiding opgegeven, die de zaak nog gemakkelijker maakt. Naar het voorschrift onzer Pharm. berekend, W'ordt zij als volgt. De lichtgroene vloeistof, verkregen door bij 5 deelen iodium en 6 deelen water ineen mortier, onder gestadig omroeren bij gedeelten 2 deelen ijzerpoeder te voegen, wordt gefiltreerd ineen afgewogen fleschje, waarin zich 18 deelen syrupus simplex bevinden. Men spoelt het filter met eenige droppels water nb (om liet verlies aan te vullen, hetwelk tijdens de bewerking onvermijdelijk ontstaat), totdat men 30 deelen stroop verkregen heeft, JODIUM EN WIT PRAECIPITAAT. {Nieuwe vorming van lodoform.) Keeds voor lang is de eigenaardige werking opgemerkt en beschreven, die ontstaat, wanneer iodium en wit praecipitaat .met een weinig zeer sterken spiritus overgoten ineen open' fleschje eenigen tijd blijven staan. Na verloop van ongeveer een half uur ontstaat er eene ontploffing, waarbij bet fleschje omkantelt of zelfs verbrijzeld wordt, of de bodem losraakt. Het achterblijvende is roodgekleurd. De ontploffing zal het gevolg zijn van de vorming van ioodstikstof en van mercuridiodide (Hg J2). Het ontstaan dezer werking heeft aanleiding gegeven tot twijfel omtrent de juistheid der formule NH2HgCI, die voor het wit praecipitaat opgegeven wordt, waarbij men het dus voorstelt als mercurid-ammoniumchloride, of met andere woorden als een substitutieproduct van bet chloor-ammonium: NH4 Cl, waariu 2 at. H door het bivalente Hg verplaatst zijn. loodstikstof ont-

staat namelijk nooit bij de werking van iood op ammonium(NH4 -) verbindingen, wel bij die op ammoniak- (NH3 -) verbindingen. Volgens bovenstaand verschijnsel zou veeleer gewettigd zijnde naam der Pharm.: Chloretum hydrargyricum et Amididum hydrargyricum, waarbij dan de formule: Hg Cl„ -f (NH )„ Hg past. He eigenaardige werking van iood op wit praecipitaat is nog op vele andere wijzen onderzocht, waarbij men verschillende uitkomsten verkreeg. M'ordt iodiutn en wit praecipitaat droog bijeengebracht, dan ontstaat er mercuridiodide (iodetum hydrargylicnm: Hg I2) en mercuridchloride (chloretum hydrargyricum: Hg Cl2) j ammoniak ontwijkt. Giet men over wit praecipitaat eenè spiritueuze oplossing van iodium, dan heeft er niet als in het boven beschreven geval explosie plaats, maar het proces neemt een zeer langzaam verloop; er wordt wel ioodstikstof gevormd, maar dewijl elk stukje wit praecipitaat slechts met eene kleine laag der iood-oplossing omgeven is, wordt slechts weinig tegelijk gevormd, zoodat de ontploffing onmerkbaar is. In het boven beschreven geval, waarbij men den spiritus over bet mengsel van iodium en wit praecipitaat gegoten heeft, bevindt zich rondom de stukjes wit praecipitaat eene geconcentreerde iood-oplossing, er wordt meer ioodstikstof te gelyk gevormd en de daarboven gelegen laag lucht speelt hier de rol vaneen weerstand biedend lichaam. Jiice heeft met het mengsel nog verdere proeven genomen. Hij voegde phenol (acidum phenylicum) bij de spiritueuze ioodoplossing, 5 gram phenol op eene spiritueuze oplossing van 8 gram iodium. Hit mengsel werd over 12 gram wit praecipitaat gegoten en daarmede gewreven. Er werd' nu zuivere stikstof ontwikkeld en er bleef eene naar ktdoform riekende vloeistof en een wit bezinksel (van dimerouridammoniumchloride) achter. De aromatieke vloeistof gaf na vermenging met veel water een lijkelijk piaecipitaat vaneen intensieven reuk naar iodoform. Aether nam er het iodoform alsmede het mercuridiodide uit op, Eene oplossing van ioodkalium scheidde het m ercuridiodide van bet iodoform. Er werden ongeveer 3 perc. iodoform verkregen van het gebezigde iodium. Bromoform en chloroform, waarschijnlijk ook fluoroform, zullen op dezelfde wijze kunnen verkregen worden. Ineen wetsontwerp over de minerale wateren, hetwelk aan de Kamer der Afgevaardigden in Frankrijk ingediend is, luidt de aanhef van § 1 als volgt: //Partikulieren hebben de vrije //beschikking over de mineraalbronnen, die in hun bezit zijn //onder de bij deze wet vastgestelde bepalingen. Daar en te//gen blijft de fabrikatie der kunstmatige mine//r aal wateren onderworpen aan de bepalingen, die //voor pba rmaceu t i sc h e praeparaten gelden” enz. Volgens de Pharm. Journ. and Transact, is de vervalsohing van C'rocus met de bloemen van Cartbamus tinctorius in sommige streken van Amerika zoo algemeen, dat bij een pharmaceutisch examen te Toronto (Canada) al de examinandi het saffloor voor echte saffraan aanzagen; zij hadden inde apotheken nooit andere saffraan gezien en afgeleverd. In Frankrijk worden thans 2121 Pharmaceuten le klasse en 4089 Pharmaceuten 2e ,klasse of tezamen 6210 Pharmeoeuten tegen 5 803 in 1866 geteld. Er komt gemiddeld céue Pharmacie op 10,000 inwoners voor. Een apotheker, als provisor werkzaam inde Hofapotbeek te Berlijn, heeft zich onlangs schuldig gemaakt aan diefstal vaneen tal dure geneesmiddelen, als iodetum kalicum, oleum anisi, chininum, morpbinum, oleum menthae piperitae, moschus enz. Hij verkocht ze aan een drogist. De apotheker is veroordeeld tot H jaar gevangenis en eerloosverklaring gedurende 2 jaar, de drogist als beeler tot 6 maanden gevangenis, eerloosverklaring gedurende één jaar en bijzonder toezicht der politie. Volgens Bretel komt erin den handel thans veel meer onechte dan echte Sanguis draconis voor. Zoowel de echte als de onechte bevat ijzer, de eerste echter in veel geringer hoeveelheid. Als karakteristiek verschil kan de ontwikkeling van roode dampen bij verhitting dienen, die alleen bij werkelijk drakenbloed te voorschijn treden. Onecht drakenbloed geeft inden regel een rosékleurig poeder, heeft een reuk naar pijnhars, klompt sterk aan-