zou bestaan, wendde hij zich tot de vermelde firma met verzoek hem hare berekening mede te deelen. Hij ontving daarop een afwijzend antwoord. //Vroeger opge//dane ondervinding van misbruiken der door de firma opgegeven //prijzen (namelijk het opzettelijk alsdan lager berekenen) had //haar reeds sinds jaren tot het besluit gebracht, om nimmer //de prijzen op copieën te vermelden of ze op andere wijzen //mede tè deelen; evenals zij daarnaar ook nooit aan iemand //anders vraagt. De firma vertrouwde dat het zou worden gebil//lijkt, dat zij ook nu niet daarvan kon afwijken.” Naar aanleiding van deze afwijking richt de Geldersche apotheker tot ons de volgende vragen: I°. Mag eene copie afgegeven worden zonder onderteekening? 2°. Is de handelwijze der firma bevorderlijk tot verbroedering ? Eindelijk verzoekt hij ons openlijk den prijs op te geven, die voor vermeld recept volgens onze meening kan berekend worden (3de categ.). Op de eerste vraag geeft al. 3 art. 12 van de Wet, regelende de uitoefening der artsenijbereidkunst, het ontkennend antwoord: //Zij (de apothekers) geven een nauwkeurig onderteekend af//schrift van die recepten,” enz. Ook de 2de vraag kan geen kans op een bevestigend antwoord hebben. Niets schokt het vertrouwen van het publiek zoozeer, als een groot verschil bij de prijsberekening vaneen recept. Vandaar het vrij algemeen aangenomen gebruik den prijs °P de afschriften der recepten uitte drukken. Hiervan overtuigd sloeg de Geldersche apotheker bij het niet vinden van den prijs op de copie den weg in, die hem tot zekerheid openstond, namelijk zich rechtstreeks tot de betrokken firma te wenden. Niemand kan deze voorzeker dwingen van eene aangenomen gewoonte af te wijken, maar wij mogen niet verzwijgen, dat wij eene dergelijke handeling in strijd noemen met= bevordering der Pharmacia. De aangewende motieven zijn onzes inziens geenszins geldig. Om mogelijk misbruik mag men eene goede zaak niet onderdrukken of nalaten. Eene lage handelwijze als de firma schrijft ondervonden te hebben, zoo geheel onvereenigbaar met de houding van elk een, ie op den naam van fatsoenlijk man aanspraak maken wil, zal wel tot de uitzonderingen behooren. Bezit men het vertrouwen zijner clientele, dan schaadt ons bovendien eene veel lagere prijsbepaling dooreen collega niet, dewijl het niet kan uitblyven, dat deze betreffende de deugdelijkheid zijner geneesmiddelen gewantrouwd wordt. En eindelijk snijdt men door weigering en verzwijging aan den kwaadgezmden collega den weg tot misbruik niet geheel af want de apotheker, die van plan is opzettelijk lager te berekenen,’ kan zich bij den patiënt zelveu omtrent de eerste berekening doen inlichten. ° Wij verzwegen namen, om de kwestie geheel op zich zelve zonder eenigen schijn van personaliteit, als zaak van algemeen belang te behandelen, He kan mij wel voorstellen, dat de Geldersche apotheker in wijfel gestaan heeft bij de berekening van dit recept èn om de groote hoeveeheid èn om het verschil in prijsberekening van de Ïm n r8!®6 prï°Urant Va“ Mouto" voor de kilogram ƒl.BO, die van Pluygers voor de halve kilogram 60 ets Mijlen de heer Bolsius stelde voor inde receptuur te berekenen 85 ets. de kilogram, 13 ets. de 100 gram (zie N°. 37 van den i3den Jaargang). In mijne Proef is de 1000 gram oningevuld gebleven, de 100 gram zijn gesteld 50 ets., de 10 gram ets De 1000 gram zouden wij thans invullen met f3 00 Dan wordt de berekening van het recept als volgt: 1 wijnflesch = circa 750 gram Sol. Pyroph. natr. ferr r Afleveren van het enkel geneesmiddel 3de cat. . . „ oo Ju Elesch enz 0,15 over te brengen in ƒ 1,75. De British Pharmaceutical Conference tracht niet alleen door vergaderingen en besprekingen de wetenschap te bevorderen, maar deelt, hoewel niet zeer rijk in fondsen (8 a 9000 gulden) eene aanzienlijke som uit aan personen voor bijzondere onderzoekingen, die dezen opgedragen worden; bijv. 120 gulden voor het onderzoek van Jaborandi, 340 gulden voor onder-

zoekingen op Aconitine, 60 gulden voor den aankoop van Oleum salviae tot onderzoek, 130 gulden voor onderzoekingen betredende de oxydatie van vluchtige oliën, 130 gulden vooi den aankoop van Opium om nadere proeven te nemen voor de bepaling van het morphinegehalte, 60 gulden voor het onderzoek der bessen van vogellijm, 130 gulden voor het onderzoek der oxydatie-produkten van strychnine, 60 gulden voor onderzoekingen op aloïne; in het geheel omstreeks 1000 gulden. SALMIAKPASTIELJES. Vóór jaren werd mij dooreen mijner patiënten een flesohje vertoond, hetwelk hij in Keulen gekocht had voor den prijs van ongeveer ƒ 1 en waarvan de inhoud hem bij borst- en slijmaandoeningen bijzondere verlichting gaf. Deze zoogenaamde //Kenlsche pastieljes ’ bestonden uit platte ruitvormige stukjes, aan beide zijden bedekt met bladzilver. Bij onderzoek vond ik als eenige bestanddeelen chloretum ammonioum en succus liquiritiae en het gelukte mij spoedig een praeparaat te vervaardigen, hetwelk met het oorspronkelijke overeenkwam en bij velen bijval vond. De vermengde poeders van genoemde ingrediënten worden met dunne muoilago gummi arabici (1 : 3) tot massa aangemaakt. De bereiding dezer salmiakpastieljes is dikwijls vrij lastig. Het kost moeite de juiste massa tc treffen om op een marmeren steen tot de noodige dunte uitte rollen en ook het gelijkmatig opbrengen van het bladzilver levert geen gering bezwaar op. (Ik verricht dit met een penseeltje met behulp vaneen weinig muoilago.) De aldus vervaardige pastieljes hebben groote neiging om vochtig te worden en de smaak is niet zeer aangenaam, te meer, daar de beste wijze van toediening is, dat men ze inden mond langzamerhand laat wegsmelten. Door eene mededeeling van Hager zag ik thans bevestigd, werkelijk chloretum ammonicum en succus liquiritiae °dé eenige bestanddeelen zijn, die in het oorspronkelijk voorschrift voor het in Duitschland zeer gezocht artikel van handverkoop voorkomen. Maar met genoegen las ik ook eene voorgestelde wijziging om de bezwaren op te heffen, die men ook elders bij het volgen van het voorschrift ontmoet heeft. Onder den naam van: Tabellae pectorales cum Chloreto ammoniet) wordt de volgende formule opgegeven: : chloreti ammonici part. 10, suoci liquiritiae pulveratae part. 80, sacchari albi part. 30, tragacanthae part, 3, glycerini part. 5, aquae q. s. Misce fiat massa, ex qua tabellae rhombicae ad 10 vel 13 m.m. longae formentur. Interdum argento foliato obducuntur. De massa wordt met een houten rol op een met olie bewreven marmeren steen tot eene laag van 1—1,5 m.m. dikte uitgerold (volgens mijne ondervinding alsdan op eene warme plaats een weinig uitgedroogd}, verder met bladzilver aan beide zijden bedekt en eindelijk door schuine doorsneden in rhombische stukjes verdeeld. Deze worden eindelijk goed uitgedroogd, in wijdmondsfleschjes met kurken stoppen opgeborgen en deze in papier gehuld, om ze tegen de inwerking van het licht te beschutten. Persoonlijke aangelegenheden. Den 15den November is te Deventer de apotheek van den heer A. W. Kroon overgegaan op die van den heer C. L. van den Broek (firma Dull) aldaar. Voor het apothekers-examen in December hebben zich 9 a 10 candidaten aangemeld. Openlijke correspondentie. Een geabonneerde wenscht in kennis gesteld te worden met een statistiek van de kinakultuur in Britsch-Indië. Is ook iemand inde gelegenheid ons aan te wijzen, waar deze te vinden is ?