PHARMACEUTISCH WEEKBLAD

VOOR NEDERLAND. ONDER REDACTIE YAN R. J. OPWIJRDA, Apotheker te Nijmegen.

Dit Blad wordt eiken Zaterdag uitgegeven bij den Boekhan- j delaar D. B. CENTEN te Amsterdam. Prijs per Jaargang, franco per post, f 4.50.

Alle stukken, welke men in dit Blad wenscht opgenomen te i zien, gelieve men franco in te zenden aan den Redacteur te Nijmegen v<s(sr Woensdag.

Prijs der Advertentiën: van 1 tot 6 regels / I,—, elke regel meer 15 ets., en 10 ets. voor een ïf°. van het Blad. Brieven franco.

8e Jaargang’.

ZONDAG 31 Maart 1873.

W°. 418.

■ Mcdedecllngen. Ingezonden stukken. PHAEMACOPOEA NEERLANDICA, EDITIO ALTERA. IX. s°. d. Het praeparaat, voorkomende onder den naam van Sulphuretwm calcicum, door gloeiing van kalk met zwavel bereid, zal als bijproduct hyposulphis calcicus bevatten. De bereiding is trouwens beter uitvoerbaar dan die van de eerste uitgave uit sulphas calcicus en kool. Zou het echter nog niet practischer geweest zijn, eene //Solutio sulphureti calcici” op te geven door koking van zwavel met kalkmelk ? Deze toch is naar onze ondervinding vrij wat meer in gebruik dan het droge zout. Bij de bereiding der 2 soorten van Aethiops (Sulphureturn hydrargyricum et sulpkur, Sulphiretum hydrargyricum et sulplddum stibiosum) is het bij voegen van eenigen sulphohydras ammonicus, z. a. inde Eerste Uitgave, nagelaten, maar het aanwenden eener geringe verwarming toegelaten. De bereiding wordt daardoor bespoedigd, maarde hoogere temperatuur heeft lichtelijk eenigen invloed op den aard der praeparaten. Bij de Syrupi wordt het koken met de suiker zooveel mogelijk vermeden of verkort, zoodat de syrupi der 2de Ed. de rietsuiker inden onveranderden staat bevatten. De bereiding van Syrupus althaeae heeft groote verbetering ondergaan en is geheel ingerioht naar hetgeen de ondervinding heeft geleerd voor het verkrijgen eener fraaie en houdbare stroop. Bij Syrupus jodeti ferrosi is, onzes inziens, evenals in de Iste Ed., de hoeveelheid suiker te gering. SODeelen stroop met slechts 12 deelen suiker levert een te dun vocht. De wijze van bewaring is niet meer in het duister voorgeschreven, maar juist aan het zonlicht, na de geheel gevulde flesch met een ijzerdraad voorzien te hebben. Bij Syrupus violarum is de tinnen pan, die er trouwens ook niets toe doet, achterwege gebleven. Bij de Tincturen is, onzes inziens terecht, het onderscheid tusschen koud en warm getrekkenen vervallen. Zij worden allen bereid door weeking tusschen de 15—20° C., dus bij eene gemiddelde zomertemperatuur. De tijd der trekking is echter gewoonlijk langer gesteld dan in de Iste Ed. Het is niet veroorloofd, het vocht, dat inde species ingetrokken en achtergebleven is, door spiritus te vervangen. Zou het evenwel niet nuttig geweest zijn voor de controle, dat men had opgegeven, natuurlijk met eenige speling, aan welk specifiek gewicht de verkregen tinctuur moet beantwoorden ? (Alleen bij Tinctura acida aromatica vinden we dit).

De Tinctura aloês composita is tot haar ouden., vorm teruggebracht. Het voorschrift der Iste Ed. met dien buitengemeen sterken spiritus was dan ook zeker eene vergissing. Zeer gewenscht is het ook weer een algemeen voorschrift te vinden voor de Tinctura composita W/iytii (zonder Spiritus iavandulae), die op vele plaatsen nog steeds in veelvuldig gebruik is en thans inde ééne apotheek met, inde andere zonder bijvoeging van den lavendelspiritus wordt afgeleverd. Met betrekking tot de oranjeschillen was het ook niet overbodig geweest er bij te voegen, even als bij de Tinctura aurantiorum, dat zij van de binnenste witte laag moeten ontdaan worden. Bij Tinctura digitalis is de verhouding gebleven als 1: 4, maar daarbij tevens zeer nuttig voorgeschreven, dat poeder van digitalisbladen moet genomen worden. Bij Tinctura ferri cydoniata wordt ijzerpoeder en geen ijzerroest voorgesohreven. Het resultaat levert bijna geen verschil op. Bij Tinctura ipecacuanhae (hier bepaaldelijk opgegeven) is de voorgeschreven spiritus iets sterker dan inde Iste Ed. (voor den syrupus), maar wij vreezen, dat men met spiritus van 0,908—0,910 nog steeds last van uitzakken zal hebben. Ook de ouderwetsche en nog steeds veel gebruikelijke Tinctura nervina hestuscheffii (of volgens de schrijfwijze der Pharm. £e*tU:Chiffs) wordt teruggevondeßTDëTliarmT" verlangt, en te recht, dat deze tinctuur geel worde afgeleverd, en niet, zoo als inde Pharm. Belg. staat, kleurloos. Tinctura secalis cornuti is een zeer gewenscht geneesmiddel voor de apotheekhoudende geneeskundigen, omdat de pulvis zoo spoedig zijne werkzaamheid verliest en het telkens versch pulveriseeren meer tijd kost dan meestal daarvoor beschikbaar is. Moge het voorschrift voor de Trochisci chloratis kalici de bereiding der dusgenaamde pastilles de Déthan inde apotheken brengen, waardoor het publiek gebaat wordt door goedkooperen prijs bij voldoenden waarborg voor zuiverheid van het geneesmiddel. ■Unguentum acetatis plumiici lasici wordt bereid volgens een van ouds gebruikelijk voorschrift. Hoe doelmatig dit voorschrift overigens is, heeft het alleen tegen, dat de zalf eene zeer dunne consistentie heeft, zoodat zij lichtelijk van het goed afloopt, waarop zij is uitgestreken. Bij Unguentum cantharidum wordt een olieachtig aftreksel der spaansche vliegen gebezigd, nadat men deze vooraf gedurende 34 uur, met spiritus rectificatissimus bevochtigd, heeft laten staan.