dat zoo velen van hen deel nemen ook de uitkeering tot een later tijdstip wordt verdaagd. Met genoegen heb ik gezien, dat reeds in dit opzicht aan mijn verzoek is voldaan. M. G. Snoek. Er prijs op stellende, dat dit rapport zoo spoedig mogelijk in het Ph. W. verschijnen zou, onthoudt de Commissie zich voor het oogenblik van veel beschouwingen. Zij geeft het schrijven van den Heer Snoer zonder commentaar, om later aan HH. adsistenten een hooger contibntie-cijfer in overweging te geven. Zij moeten het fonds redden, dat in hun belang wordt opgericht. En daar is kans op, als men in aanmerking neemt, dat volgens de Pharmaceutische Statistiek, op 31 Dec. 1875, behalve hulp-apothekers en 'vrouwelijke leerling-apothekers 341 adsistenten O. W. en 210 mannelijke leerling-apothekers in Nederland werkzaam waren. Als men die cijfers vergelijkt met het sober aantal van + 95 leden, die zich tot heden hebben aangeroeid, zou men geneigd zijn te vreezen, dat het fonds niet tot stand zal komen; niet door ontstentenis van krachten, maar door ontstentenis van goeden wil bij de overgroote meerderheid. De laatst ondergeteekende blijft zich aanbevelen voor alle berichten van toetreding, inhoudende de namen en geboortecijfers van de belanghebbenden en tevens vermelding van de namen der HH. apothekers, bij wie men werkzaam is. De Commissie voornoemd: P. Krtjijsse. Jacobüs Polak. P. L. Maknbtte. B. S. Engbers. P. J. van Eldik Thieme. (Overveen bij Haarlem.) Blijkens mededeeling van den President der Landbouwvereeniging van Rijn-Pruisen, ontvingen inde vorige maand de molenaars inde Rijnprovinciën van de firma Heere man-s en Corap. te Rotterdam onder den naam van //zoogenaamd kunstmeel of kunstwil” twee proefjes, die eene witte meelachtige stof, inhielden en welke werd aangeboden de ƒ 4.50 de 100 kilogram. Dit kunstmeel is blijkens het ingesteld onderzoek niet anders dan gips en de aanwending daarvan door bakker en molenaar zou hen met de (Duitsche) strafwet in aanraking brengen. De Central-Zeitung van 30 Juni bevat eene korte verhandeling van dr. TJpmann over de beweerde giftigheid van het acidum oxalicum. Naar aanleiding van eene nog onlangs dienaangaande bekend gemaakte aanschrijving der Regeering te Potsdam, wordt ook in dat schrijven, waarin de bereiding van het besproken zuur uit de inwerking van salpeterzuur op suiker (melasse) is afgeleid, nog daartegen als een hoogst gevaarlijk praeparaat gewaarschuwd. Proeven opeen hond, door Upmann genomen, leerden, dat eene dagelijksche bijmenging van 1 gram acidum oxalicum bij het gewone voedsel geen schadelijke uitwerking veroorzaakte. De toxische werking door vroegere waarnemers aan het zuringzuur toegeschreven, berust volgens Upmann daarop, dat destijds vaneen onzuiver praeparaat gebruik gemaakt werd, terwijl door de tegenwoordige vervaardiging van dit zuur, door de inwerking vaneen alcali op houtzaagsel verkregen, een, in eene matige doseering toegepast, vrij onschuldig praeparaat geleverd wordt. Inde zitting der Sociéte' de Pharmacie van 25 April 1.1, deelde Limousin mede, dat hij ook met de insluiting van dikke olieacbtige stoffen en vooral met die van oleum rioini in zijne bekende caohets geslaagd is. Een cachet kan ongeveer 2—4 gram wonderolie bevatten. De indringing der olie in het ouwelblad maakt echter, dat het laatste eenigszins hard wordt en eene iets langere drukking in water bij het gebruik vordert. De vloeibaarheid der levertraan echter maakte hare toediening op die wijze ónmogelijk. Volgens een schrijven van dr, üloth inde Medicinische Central-Zeitung wordt dooreen mengsel van 45 deelen sulphas natricus exsiccatus, 33 deelen bicarbonas natricus, 20 deelen chloretum natricum en 2 deelen sulphas kalicus een beter en meer aan de oorspronkelijke samenstelling beantwoordend kunstmatig Karlsbaderzout dan het tegenwoordig inden handel voor-

komende, verkregen. Vier gram van dit zout ineen Vs liter warm water opgelost, leveren eene oplossing, welke geheel met het natuurlijke water overeenkomt. De sulphas kalicus, die in het Sprudelwasser voorkomt, scheen tot dusverre inde bereiding van het Sprudelsalz door omzetting teloor te gaan. Het Weenér Wochenschrift van 7 Juli betoogt, dat door de aanbeveling der Eegeering, om het kinidinum in plaats van de kinine inde gasthuis- en armenpraktijk aan te wenden (zie N°. 8), licht eenige verwarring kan ontstaan. Daar cr thans twee kinidinepraeparaten gangbaar zijn, zoo geeft het blad den raad om dein de Pharm. Austriaca (Ed. VI) bedoelde bereiding, onder den naam van //Chinidinum sulfnricum Pharm. VI” inde receptuur aan te duiden, dewijl zij van het goedkoopere Chinidinum sulfuricum venale of Cinchonidinum sulfuricum aanzienlijk in werking verschilt en verre daar beneden staat. De Pharmaceutische firma G. en R.Fritz heeft in eene circulaire, aan de Pharmaceuten der hoofdstad gericht, hierop uitdrukkelijk de aandacht gevestigd. De toepassing van het salicylzuur op de verduurzaming der wijnen is reeds door verschillende handelaars uil het Zuiden geschied, terwijl reeds verschillende bezendingen uit Narbonne daarvan inde hoofdstad aankwamen. Eene verhouding van 80 milligram salicylzuur per liter wijn schijnt voldoende te zijn om den wijn zonder eenig nadeel te verduurzamen en de azijnzure gisting te weren. Hoe onschuldig het procédé ook zij, zoo behoort het volgens recht en billijkheid als bedrog opgevat en als zoodanig verboden te worden *). In verband hiermede moet het procédé van Ivon, vermenging van den wijn met aoidiim hydrochloricum en vervolgens met aether (tot oplossing van het salicylzuur), opgevolgd door de indroppeling eener zeer zwakke oplossing van ferridchloride, als het eenvoudigste reactief aanbevolen worden. (Wteekbl. Tijdschr. Geneesk.) Door Salzer is onlangs een nieuw zout ontdekt, waarvan hij den naam geeft van //Zure onderphosphorzure natron” met d e formule Na HP03,3HS O, waaruit blijkt, dat het beschouwd wordt als het zuur zout vaneen twee-basisch zuur, genaamd onderphosphorzuur (PI2 P03) zoodat de nieuwe naam van het zout zal moeten zijn: natriumhydrohypophosphaat. Het zout wordt volgens hem verkregen door het slroopdikke zuurmengsel, verkregen door phosphorus inde lucht te laten vervloeien, met natriumacetaat in overmaat te behandelen. Er ontstaat alsdan, naar gelang van de hoeveelheid gevormd onderphosphorzuur, een min of meer aanzienlijk praecipitaat, hetwelk door afgieten en uitwasschen op een filter gezuiverd en alsdan omgekristalliseerd wordt; is de kristalvorming zeer rijkelijk, dan bevordert men de afscheiding uit de vloeistof door verdunning met water. Heeft men groote hoeveelheden van het zuurmengsel, dan verdeelt men de niet al te geconcentreerde vloeistof in tweeën, verzadigt het eene gedeelte met natriumcarbonaat (waarbij somtijds reeds zout uitkristalliseert) en voegt dan het overige gedeelte van het zuur bij. Na eenig staan zal het zout zich in fijne naalden afscheiden. Is dit niet het geval, dan moet de vloeistof ingedampt worden, totdat zij kristallen levert. De stroopaohtige moederloog zal, vermengd met natriumacetaat, nog eene kleine hoeveelheid kristallen geven ; zij bevat bovendien onkristalliseerbare oplossingen van natriumphosphiet en natriumphosphaat in overvloedig zuur. Uit het mengsel der verschillende oxydatietrappen van den phosphorus scheidt zich het natriumzout meestal slechts in zeer geringe hoeveelheid en in verschillende vormen af; gewoonlijk verkreeg de schrijver fijne vedervormige kristallen, die zeer veel moederloog insloten, en na hunne verwijdering fraai gevormde bundelvormig gegroepeerde naalden, die eindelijk door omkristalliseeren het zuivere zout opleverden. Het natriumhypophosphaat vereischt 45 deelen koud water tot oplossing maar slechts 5 deelen kokend water; de oplossing reageert zuur; deswegens en volgens zijne samenstelling is het als een zuur zout te beschouwen. Het zout is inde lucht bij de gewone temperatuur volkomen onveranderlijfc, het verliest geen *) Kan de bijvoeging vaneen onschuldig middel tot een nuttig doel werkelijk bedrog genoemd worden?!